Op de Afrika Cup van dit jaar werd hij uitgeroepen tot beste speler van het toernooi, maar zijn integratie in Brussel verloopt moeizaam. Aan de hand van zes Egyptische goden legt de voetbalfarao zijn ziel bloot.

A hmed Hassan parkeert zijn Mercedes voor het Vanden Stockstadion. Een grieperige en uitgeputte man stapt uit. Hij voelt zich al slecht sinds de vorige avond en hij zal vrijgesteld worden van de training die twee uur later begint. Late gevolgen van de ramadan ? Zoals elke goede moslim heeft hij het einde van de vasten gevierd met vrienden. “Enfin, wat denken jullie nu ?” lacht zijn Belgische vriend en toeverlaat, Abdel Tantush. Tantush, een Brusselaar van Libische origine, is voor Hassan gids, gezel, intieme vriend en raadgever. Hij is jeugdtrainer bij White Star Woluwe, waar hij ook de scouting voor zijn rekening neemt. Sinds de aankomst van Hassan in Anderlecht helpt Tantush de Egyptenaar, op vraag van Herman Van Holsbeeck, om zich hier te integreren.

In Egypte had hij het statuut van een godheid en ook tijdens zijn acht seizoenen in Turkije groeide Hassan uit tot een absolute vedette. Toen hij enkele maanden geleden bij Anderlecht arriveerde, kon hij ellenlange adelbrieven voorleggen, zeker wat de nationale ploeg betreft : ruim 120 caps, 20 goals en twee keer winst van de Afrika Cup, het Afrikaans landenkampioenschap. Toch is de eerste balans in paars-wit shirt onvoldoende : Hassan start niet altijd in de basis, zijn relatie met Frank Vercauteren is niet echt hartelijk, hij scoort weinig en hij lijkt voortdurend onder tien plagen gebukt te gaan. Na de thuiswedstrijd tegen AC Milan in het kader van de Champions League ventileerde Hassan zijn ongenoegen in de pers. Als hij niet vaker speelde, dan wou hij snel weg. Het kwam hem op een tijdelijk spreekverbod te staan, maar ondertussen mag hij de pers weer van antwoord dienen en schitterde hij in de thuismatch tegen Lierse.

SETH, god van de wanorde en de chaos

Hoe is het met de moraal ? Gebeurden je uitlatingen na Anderlecht-Milan in een emotionele opwelling of drukten ze je ware bedoelingen uit ?

Achmed Hassan : “Ik wil daar niet op terugkomen. Ik ben hier om vooruit te gaan, niet om achteruit te kijken. Als het niet goed gaat met je vrouw of op je werk, dan denk je soms ook dat het tijd is voor wat anders. Maar dat verandert snel.”

Je concentreert je dus weer op Sporting ?

“Uiteraard. De club heeft een positieve ingesteldheid en doet alles voor mij. Ik krijg wat ik wil, het ontbreekt me aan niets. Ik wil Anderlecht met gelijke munt terugbetalen.”

Is het niet hard dat men in België aan je twijfelt, terwijl je acht jaar lang een van de beste buitenlanders was in Turkije ?

“Ik zal ook een van de beste buitenlanders in de Belgische competitie worden. Geef het nog een beetje tijd. Ik twijfelde niet toen ik hier tekende en ik twijfel nog steeds niet.”

Je had niet verwacht in een dergelijk kampioenschap terecht te komen ?

“Het is duidelijk dat er hier weinig technisch verfijnde voetballers zijn. Ik zie vooral potige spelers die het duel aangaan en hard kunnen lopen … Maar ik ben een prof met veel kwaliteiten en dus moet ik me overal kunnen aanpassen.”

Wat heel erg meevalt, is je onthaal door het publiek. Misschien lig je niet in de bovenste lade bij de trainer, maar je bent wel een lieveling van de supporters.

“Dat klopt, ik voel dat de mensen me graag hebben. Ik beloof hen dat ze weldra een andere Hassan gaan zien.”

THOTH, god van de wijsheid

Je hebt al in de Champions League gespeeld met Besiktas : is het avontuur met Anderlecht van dezelfde orde ?

“Het grote verschil is de ervaring. In de kern van Besiktas zaten veel spelers die al het een en het ander meegemaakt hadden, die al op het hoogste niveau gestreden hadden : Turken, Brazilianen, Italianen, Roemenen. Die ontbreken momenteel in Anderlecht, de groep is heel jong. Het talent is er wel, maar slechts drie of vier spelers hebben al de kans gehad om zich te bewijzen in echte topmatchen. In de Champions League betaal je dat cash. De wijsheid die je voor een toernooi als de Champions League nodig hebt, krijg je alleen maar door topmatchen te spelen.”

Zoals alle spelers van Anderlecht had ook jij ongetwijfeld de thuiswedstrijd tegen Milan rood omcirkeld in je agenda, maar je bent wel op de bank begonnen. Had je er daarom zo de smoor in na de match ?

( ontwijkend) Ik had die wedstrijd inderdaad heel graag in de basis willen aanvatten, maar elke speler had die match voor geen goud willen missen. En aangezien er maar elf op het terrein mogen staan …”

Niettemin heb je in twintig minuten meer hoogstandjes laten bewonderen dan sommige van je medespelers in anderhalf uur. Zo dachten de meeste waarnemers er alleszins over.

“Misschien had ik minder goed gespeeld als ik aan de wedstrijd was begonnen. Geen idee, we zullen het wel nooit weten …”

KHEPRI, god van de keerpunten in het leven

Aan het eind van vorig seizoen was er interesse van Fulham, Newcastle en Espanyol Barcelona. Waarom heb je voor Anderlecht gekozen ?

“Wanneer je ouder wordt, plaats je de zaken in een ander perspectief. Ik heb bijvoorbeeld twee keer de Afrika Cup gewonnen, maar ik heb nog nooit een nationale titel kunnen vieren. Toen ik bij Anderlecht tekende, wist ik dat er een goede kans was om die leemte te vullen. Dat gaf de doorslag.”

Als Anderlecht niet aan de kop van het klassement staat, dan neemt Club Brugge meestal die plaats in. Je hebt dit jaar wel pech dat ook Genk zich in het titeldebat mengt.

“Het is nog veel te vroeg om daar al conclusies aan vast te knopen.”

Maar Anderlecht was nergens tegen Genk, dus moet die ploeg toch een kwaaie klant worden ?

“Het was een heel vreemde wedstrijd. Genk scoorde twee keer in de eerste tien minuten en dan nog eens twee keer in de laatste vijf. Tussen de 10de en de 85ste minuut hebben we die ploeg compleet gedomineerd. Alleen kregen we de bal niet tegen het net : wel op de paal, op de lat, iets te veel naar links, iets te veel naar rechts, in de muur … De 1-4 was een slechte weergave van de wedstrijd en ik begrijp dan ook niet dat Genk die avond werd uitgeroepen tot de grote titelfavoriet en meer capaciteiten toegedicht kreeg dan Anderlecht. Dat is wel heel kort door de bocht.”

Men had aangekondigd dat Anderlecht als een sneltrein door de competitie zou denderen, maar die sneltrein lijkt nog niet echt vertrokken. Hoe komt dat ?

“Ik ben slechts één speler van Sporting, daarop kan ik niet antwoorden.”

Heb je de indruk dat er progressie gemaakt wordt en dat de pletwals op komst is ?

“Mettertijd zal dat zeker zo zijn. Er moeten echter heel wat nieuwe spelers geïntegreerd worden en dat is niet eenvoudig.”

RE, de zonnegod

Je bent een van de genomineerden voor de titel van beste Afrikaanse voetballer van de laatste vijftig jaar : een ultieme betrachting ?

“Dat is toch niet hetzelfde als een nationale of een internationale titel met een ploeg. Het is niet belangrijker, maar ook niet minder mooi, het roept bij mij gewoon een ander gevoel op. Persoonlijke onderscheidingen zijn ook leuk. Ik ben verkozen tot beste speler van het Afrikaans landenkampioenschap in 2006, vóór de sterren van Kameroen, Ivoorkust enzovoorts. Didier Drogba en Samuel Eto’o eindigden achter mij, weet je ! Van alle spelers op die Afrika Cup speelden er wel zeventig bij de grootste Europese clubs, maar ik was degene die de trofee voor de beste speler kreeg. Bovendien won Egypte het toernooi en maakte ik vier goals : is dat niet buitengewoon ?”

Met 123 caps voor Egypte sta je op de vierde plaats. Droom je ervan om het record van Hossam Hassan (170 caps) te verbeteren ?

“Inderdaad ja. Ik ben pas 31, dus alles is nog mogelijk. Ik voel me ook heel goed. Bovendien rekent heel Egypte op mij. Ik debuteerde in de nationale elf toen ik twintig was, in 1995, en wanneer ik beschikbaar was, stond ik altijd in de ploeg. Ik heb zes eindrondes van de Afrika Cup meegemaakt en die twee keer gewonnen. Ik ben altijd opgeroepen geweest en ik zie niet in waarom daar snel verandering in zou komen.”

In 2010 zal het wereldkampioenschap voor het eerst in Afrika georganiseerd …

“( … onderbreekt) Egypte moet daarbij zijn ! Absoluut ! We hebben meermaals domweg gefaald in de voorronden, maar in 2010 horen we in Zuid-Afrika thuis en niet voor de tv. Het is het einddoel van mijn carrière. Alles is mogelijk als de Egyptische federatie ermee ophoudt de staf voortdurend dooreen te gooien. Het gebrek aan stabiliteit is ons grootste probleem.”

Bij de verkiezing van de beste speler op de Afrika Cup ben je dan wel voor Drogba en Eto’o geëindigd, maar zij zitten mooi bij de grootste Europese clubs. Jij speelt voor Anderlecht.

“Dat is de mektoub, de lotsbestemming. Zij hebben het geluk gehad om al heel jong naar Europa te kunnen gaan. Eto’o heeft op zijn zestiende Kameroen verlaten voor Spanje. Drogba is van Ivoorkust naar Frankrijk gegaan toen hij negentien was. Ik speelde pas in Turkije op mijn 23ste. Dat geeft je een idee van de tijd die ik verloren heb. Ik heb ook aanbiedingen gehad toen ik negentien was. Ik had toen nog niet eens mijn debuut gemaakt in de nationale ploeg, maar er was al interesse vanuit Europa. PSV wou me heel graag en bood me een contract aan, maar mijn club vroeg twee miljoen dollar voor de transfer. Daar moet ik zeker geen tekeningetje bij maken ? Voor een dergelijke prijs waren mijn kansen om weg te raken uit Egypte nihil. Romario en Ronaldo zijn op heel jonge leeftijd naar PSV getrokken en je ziet het resultaat. Ik zat vast, slachtoffer van de politiek die de Egyptische clubs voerden : de beste spelers mochten het land niet uit. In de meeste andere Afrikaanse landen laat men jonge talenten direct tekenen bij Franse of Zwitserse clubs. In Egypte is er nog steeds niks veranderd. De clubs blijven waanzinnige bedragen vragen voor hun beste spelers. Mohammed Abo Treika wordt beschouwd als een van de beste Afrikaanse spelers, maar zijn club Al Ahly vraagt drie of vier miljoen euro en dus blijft hij. De meeste spelers kunnen meteen een grote transfer versieren als ze op de Afrika Cup de sterren van de hemel spelen, maar in mijn land ligt dat veel moeilijker.”

ANUBIS, god van de doden

Je bent zwaar aangeslagen door het overlijden van Mohammed Abdel Wahab, een van je teammakkers in de nationale ploeg, die in augustus op training een hartstilstand kreeg.

“Dat is verschrikkelijk. Hij was aan het trainen bij Al Ahly, de beste club van Egypte, en hij is gewoon ineengezakt. Hij was amper 22, kan je je dat voorstellen ? Het was een uitstekende linksback, een van de grootste talenten van Egypte, al titularis op de laatste Afrika Cup. Niks aan te doen, dat is de mektoub. Nog geen week eerder zijn twee spelers uit de Egyptische eerste klasse omgekomen in een auto-ongeval. Een ongeluk komt nooit alleen. Ik zeg het : de mektoub.”

Hoe heeft de voetbalwereld in Egypte daarop gereageerd ?

“We waren totaal van de kaart. Alle Egyptische internationals waren op de begrafenis aanwezig. Het was een dag van nationale rouw. We hebben de avond doorgebracht bij de familie van Mohammed. We waren in volle voorbereiding op een kwalificatiematch tegen Burundi, die twee dagen later gespeeld werd. We zijn met meerdere bedoelingen het veld op gestapt : winnen voor hem en tonen dat hij voor altijd bij ons was en dat hij het verdiende om die wedstrijd samen met ons te winnen. Er hing een aangrijpende sfeer in het stadion. Als kapitein heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen en heb ik gevraagd om met zijn rugnummer te spelen. We hebben Burundi een pandoering gegeven (4-1) en ik heb een doelpunt gemaakt. Dat was wel het minste wat ik voor hem kon doen. De federatie heeft de recette van die match aan de familie geschonken en wij onze premie.”

MIN, god van de vruchtbaarheid

Iets vrolijkers dan : je familie is onlangs uitgebreid.

“Ja, mijn vrouw is op 21 oktober bevallen van een dochter. We hadden al twee zonen.”

Je familie is nog in Egypte. Is dat de reden waarom je hier moeilijk aangepast raakt ?

“Voetbal is een beroep als een ander, er kunnen niet alleen voordelen aan verbonden zijn. Mijn vrouw en kinderen waren bij me in Turkije, maar nu ze naar school gaan, is het beter dat ze in Egypte wonen. Dat doet vaak pijn. Sinds mijn dochtertje geboren is, droom ik elke nacht van haar, maar ik heb haar nog niet gezien. Door ons drukke programma heb ik er zelfs geen idee van wanneer ik haar voor het eerst zal zien.”

Men voelt dat je dat stoort. Je bent een emotioneel iemand, op het veld, maar ook daarbuiten …

“( lacht) Ik heb er geen probleem mee dat men dat denkt.”

Men zegt ook dat je snel weer kalmeert.

“Ach, weet je … iedereen let op wat je doet, maar ik ben daar niet mee bezig. Ik concentreer me op de wedstrijden en de rest is van weinig belang.”

Jean Tigana, je trainer bij Besiktas, vond dat je à la carte speelde, dat je je wedstrijden uitkoos.

( geamuseerd) Dat is het probleem van Tigana, niet het mijne. Hij mag denken en zeggen wat hij wil, ik onthoud alleen dat ik een goed contact had met hem en dat hij me altijd het vertrouwen gaf. Eén keer heeft hij zich kwaad gemaakt omdat ik te laat was teruggekeerd van een interland, maar twee dagen later stelde hij me wel op voor de topper tegen Fenerbahçe : dat zegt toch alles ? En is het uiteindelijk niet zijn taak om me week na week te motiveren ? Daar is een trainer toch voor ? Als het in het hoofd goed zit, dan ben ik ook goed op het veld.”

En het zit goed in het hoofd ?

( lacht) Goh, weet je … ik ben wat grieperig he …”

PIERRE DANVOYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content