Vanavond gaat AA Gent voor de beker op bezoek bij White Star Woluwe. Een portret van de enige overgebleven derdeklasser, die van BHV zijn seizoensmotto maakte, en met Zulte Waregem en Lokeren al twee eersteklassers wipte.

Over een kwartier start in het Fallonstadion de topwedstrijd in derde klasse B tussen de vierde in de stand, White Star Woluwe, en leider Virton. Toch is het geen enkel probleem om nog een vrije parkeerplaats te vinden op vijf minuten wandelen van het stadion, een paar honderd meter van de plek waar Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck opgroeide in de bakkerij die zijn ouders er uitbaatten.

Sint-Lambrechts-Woluwe, de gemeente waar FDF-kopman Olivier Maingain burgemeester is, is geen typische voetbalgemeente. Aan de ingang van het stadion staan meisjes met hockeyrokjes en hockeysticks druk te praten, op een paar honderd meter van de Woluwelaan, waar tijdens de week de auto’s bumper aan bumper aanschuiven om Brussel in en uit te rijden. Er is vandaag wel meer volk dan gewoonlijk. Waarschijnlijk zitten ook veel geïnteresseerde Brusselaars gewoon thuis voor hun tv. White Star Woluwe heeft voor dit seizoen een akkoord met de Franstalige Brusselse stadszender ‘Télé Bruxelles’. Die zendt alle thuiswedstrijden live uit. Aan de overkant van de hoofdtribune zijn drie camera’s gericht op de hoofdtribune. Het akkoord kost de club wel 3500 euro per wedstrijd, maar beide partijen zijn enthousiast. Tegen Virton zouden volgens de eerste berekeningen zo’n 10.000 kijkers op ‘Telé Bruxelles’ afgestemd hebben.

De jonge, enthousiaste speaker van dienst doet alles om het publiek in vervoering te brengen op de zomerse tonen van de ‘Macarena’. Daarbij doet hij alle kunstjes en gebaren zelf voor, en zingt mee. Een twintigtal fans laat zich begeesteren, de meeste kijkers – de beter geklede Brusselaars – kijken geamuseerd toe, al dan niet aan een sigaartje nippend. De luidruchtige, jonge fans zitten op dat moment nog in het clubhouse beneden, waar flink gezongen wordt. Het zijn jongeren uit de buurt, die zich normaal geen ticket kunnen permitteren, maar die door de club uitgenodigd worden om ambiance te maken. Dat lukt: eerst waren ze met vijf, tegen Virton al met vijftig.

Na zijn performance wijst de enthousiaste speaker er, nog steeds de microfoon in de hand, op dat, om hogerop te geraken, hulp nodig is. “Zonder partners lukt dat niet. Als u bedrijfsleider bent, klamp me dan gerust aan na de match.” Waarop hij vol enthousiasme een nieuw lied aanheft en de bijbehorende choreografie demonstreert.

Net voor de aftrap komt een vriendelijke mijnheer alle journalisten persoonlijk de hand schudden: “Bonjour, messieurs de la presse.” Het is voorzitter Michel Farin die de club op zijn 30e in april 1999 overnam toen White Star Woluwe op het punt stond van derde naar vierde provinciale te zakken. Farin is niet alleen bedrijfsleider, voorzitter en sponsor, maar ook vader van Frédéric Farin die in de basiself speelt waar twee spelers eersteklasse-ervaring hebben: Alexandre Bryssinck speelde bij La Louvière voor hij naar MVV in Nederland trok, Sébastien Dufoor scoorde met Roeselare zelfs Europees.

Of iemand soms een jenever bij de koffie wil, vraagt de vriendelijke mevrouw in de receptieruimte tijdens de rust. Alle genodigden kijken op wanneer twee bont in het groen en wit geklede supporters van Virton aarzelend de receptie binnenkomen. Ze hebben gehoord dat RTBf-journalist Rodrigo Beenkens, in Franstalig België een bekend gezicht, hier kind aan huis is en willen dolgraag met hem op de foto. De sfeer is gemoedelijk. Er is koffie, en meer stukken taart dan aanwezigen. Wanneer voorzitter Farin een kwartier later iedereen vriendelijk meldt dat de rust voorbij is en de spelers weer op het veld staan, blijven de meeste aanwezigen dan ook nog even zitten.

BHV

Voorzitter Michel Farin is een man die graag vooruit kijkt. Het eerste wat hij bij de verwelkoming in zijn transportfirma aan de Haachtsesteenweg in Schaarbeek de verslaggever toestopt, is de 27 pagina’s dikke presentatiemap van ‘Royal White Star Woluwe RS Woluwe 2011-2012’. Superprofessioneel, met maar één minpunt: alles is alleen in het Frans.

Op de spelersvoorstelling in mei trokken sommigen bleek weg toen Farin opmerkte dat Woluwe dit seizoen met BHV als motto zou uitpakken. Een zucht van opluchting ging door de zaal toen Farin dat toelichtte: “De B van Bonheur, het geluk om deel te nemen aan het actieve bestaan van de club, de H van Honneur, de eer om de kleuren te verdedigen, waaronder ‘la Vareuse Rouge’, om ons naar de overwinning (Victoire) te loodsen.”

“Je kan Woluwe het best vergelijken met Germinal Ekeren”, zegt een Franstalige collega die de club goed kent. “Goed gestructureerd, ambitieus, maar weinig volk.” Die vergelijking vindt Farin niet slecht gekozen. “Dit is een jonge club. De enige manier om meer volk te lokken, is goed voetbal brengen. Nooit wil ik hier een trainer die verdedigend voetbalt.” Tegen Virton was er 1000 man. Tegen Gent was het Fallonstadion een week van tevoren quasi uitverkocht (3500 man). Niet slecht voor een club die gemiddeld met moeite 800 man haalt, en een paar jaar geleden voor een gemiddelde van 300 toeschouwers speelde.

Toen Farin, zelf ex-voetballer van Sporting Evere en Sint-Joost-Ten-Node, in april 1999 bij Woluwe belandde omdat zijn zoon er zich liet aansluiten, was de club op sterven na dood, Woluwe stond op het punt naar vierde provinciale te zakken toen hem gevraagd werd de zaak over te nemen. Farin, die eerder Sint-Joost van derde naar eerste provinciale had gebracht, hapte toe. Vijf jaar na de overname zat Woluwe al in derde klasse, waar het nu zijn zesde seizoen volmaakt. Op de vraag of het hem allemaal niet wat te snel gaat, glimlacht de voorzitter: “Het gaat me juist niet snel genoeg. Ik had nu al in tweede klasse willen zitten.”

Diegem

Wat Woluwe typeert, wordt het best omschreven door de lijfspreuk die het overnam van de Engelse partnerclub waar Woluwe al een aantal jaar mee samenwerkt, Sheffield United. Farin: “‘Be the Best’ verwoordt perfect waar wij voor staan. We proberen met de beschikbare middelen het beste te bereiken.” Dat men zijn club ‘Woluwe Shopping’ noemt, naar het nabijgelegen shoppingcenter, stoort hem niet. Het sleutelwoord voor voetbalsucces is goed beheer: “Als je een voetbalclub niet goed beheert, volgt na de euforie de val. Veel clubs zijn ten onder gegaan aan megalomanie. Als wij ons budget opmaken, is het rond. Veel clubs maken een budget op en denken dat ze dat onderweg zullen bijeenkrijgen.” Zes jaar op rij kreeg Woluwe moeiteloos zijn licentie, de aanvraag voor volgend seizoen is al klaar. Daar heeft hij de bekerinkomsten niet voor nodig (tot nu leverde het bekeravontuur Woluwe 7250 euro op, tegen Gent kan daar over twee matchen 30.000 euro bij komen, rekende Farin uit).

“Op dit moment maakt Woluwe jaarlijks een beetje winst. Als we naar tweede willen, moet het budget met 200.000 euro omhoog. Onze zes commerciële mensen, die naast hun gewone job op zelfstandige basis voor ons werken, zijn al op pad.” Tweede klasse schrikt hem niet af. “Dat is niet het kerkhof van het Belgische voetbal. Maar mijn doel is eerste klasse. Ik was hier ballenraper achter het doel van Willy Tack toen Racing White hier eersteklassevoetbal speelde.” Farin meent dat de club quasi alle troeven heeft voor eersteklassevoetbal: dicht bij de snelweg, kort bij de luchthaven, met meer dan 8000 parkeerplaatsen op wandelafstand. Komend voorjaar wordt een hypermoderne zittribune gebouwd tegenover de huidige hoofdtribune, plus een hotel. De club krijgt voluit politieke steun van burgemeester Olivier Maingain die zelf enkel bij topmatchen opdaagt. Alleen het volk ontbreekt. Op termijn denkt Michel Farin aan een nog ambitieuzer plan: een project met reeksgenoten Diegem en Woluwe-Zaventem. Dat daarbij Vlaamse én Brusselse clubs zouden samengaan, zou hij een enorme uitdaging vinden: “Dat zou de kibbelende politici nogal eens een neus zetten. In plaats van in rood, groen of geel spelen we dan in het zwart. Of in het wit.” Laat dat nu toevallig de kleuren van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe zijn.

Eerst is er nog de beker, tegen het Gent dat vorig jaar in de 1/16e finales slechts moeizaam afstand kon nemen van de Brusselaars. Voor deze ronde voorziet de voorzitter voor het eerst in deze bekercampagne een kwalificatiepremie. “Want we hopen dat we ons plaatsen. Als je in het leven niet droomt of geen hoop hebt, geraak je nergens.”

door geert foutré – beelden alain sprimont (reporters)

“Nooit wil ik hier een trainer die verdedigend voetbalt.” voorzitter Michel Farin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content