Gestaag naar de wereldtop

© PHDPH.com

Hockey kent in dit land een enorme groei en werd de laatste jaren een trendy sport. De nationale ploegen bij de mannen en vrouwen zorgen bovendien voor uitstekende prestaties. Dat belooft met het oog op het EK dat tussen 17 en 25 augustus in Boom wordt georganiseerd.

Hoewel hockey nog enkele vooroordelen meesleept, is het toch opgeklommen tot een plek op het voorplan van het Belgische sportlandschap. Geloofd om zijn universele waarden is de sporttak er stilaan in geslaagd om een steeds groter publiek aan te spreken en begint het ook een plaats te veroveren in de nationale sportpers. Sommigen spreken over een verrassend en verleidelijk succesverhaal, meer het is vooral een bestudeerde en gecontroleerde evolutie die nu haar vruchten afwerpt. De vraag is dus: hoe is het Belgische hockey tot die rijpheid gekomen? Wat zijn de sleutels tot het succes? En is de hoogconjunctuur enkel te danken aan de prestaties van onze nationale ploegen?

Recordgroei

De recente resultaten van de Red Lions en hun kwalificatie voor het WK in 2014 hebben hockey opnieuw in de spotlights gezet. De kranten en de tv toonden veel belangstelling voor de prestaties van de nationale heren in de halve finale van de World League in Rotterdam. Doorgaans zijn de hockeyers het gewend om wat meer op de achtergrond te blijven, maar deze gelegenheid gebruikten ze nog maar eens om duidelijk te maken dat hun sport niet weggelegd is voor een elite zoals sommigen ze nog altijd aanzien. Die tijd is immers allang voorbij. Hockey is niet elitair. Het is geen rijkeluisport. En het is geen sport van uitsluitend Franstaligen.

Dankzij haar recordgroei van de laatste tien jaar is de sport een van de populairste in ons land geworden. In alle uithoeken van het land wordt de stick gehanteerd door in totaal zowat 31.000 leden (het dubbel van tien jaar geleden). De voetbalbond doet met 450.000 leden natuurlijk nog veel en veel beter, maar qua aangroei steekt het hockey erbovenuit. Elk jaar komt er acht procent leden bij, benadrukt Marc Coudron, voorzitter van de Belgische hockeyfederatie, met de nodige trots. “In 2010 waren we nog maar met 25.000. In het seizoen 2014/15 mikken we op 35.000 en het jaar erop 40.000. Maar laten we duidelijk zijn: dat ledenaantal is geen doel op zich. We moeten onze ziel niet verkopen om een recordgroei te boeken.”

Splitsing in VHL en LFH

Dat het hockey zijn ziel zou verkopen om meer volk aan te spreken, daar is inderdaad geen sprake van. Respect voor bepaalde waarden blijft de sport hoog in het vaandel voeren. “Er zijn meerdere factoren die het succes kunnen verklaren”, zegt Coudron, die net aan een derde termijn van vier jaar is begonnen. “Eerst en vooral is het een familiesport bij uitstek. Iedereen kan aan hockey doen, ongeacht leeftijd of geslacht. Verder is er de goede organisatie van de clubs en de moeite die ze doen voor hun dagelijkse werking qua onthaal, omkadering en opleiding. En last but not least heb je de waarden die het DNA van onze sport uitmaken: fair play, respect, gastvrijheid en teamspirit.”

Maar in juli vorig jaar heeft de enige nog unitair-Belgische federatie van het land moeten instemmen met een regionale opsplitsing om verder te kunnen evolueren. “Die scheiding kwam er in geen geval door onenigheid. Het was een pragmatische keuze. De Vlaamse clubs hadden die splitsing nodig om subsidies te kunnen krijgen van de Vlaamse Gemeenschap. Door die nieuwe structuur kunnen we nu ook de nationale heren- en damesploegen op dezelfde wijze financieren. Dat was een kwestie van respect voor de vrouwen, die een derde van ons ledenbestand uitmaken, en binnenkort zelfs de helft.”

De nieuwe Nederlandstalige (VHL) en Franstalige (LFH) liga’s kunnen de komende jaren dus beschikken over een spaarpotje om die verandering en die groei in goede banen te leiden. Er zullen investeringen nodig zijn in omkadering, opleiding en infrastructuur opdat hockey als ontspanning en hockey als topsport hand in hand kunnen blijven gaan. De sport is op een kruispunt aanbeland en heeft verschillende uitdagingen voor zich. “We verhelen niet”, zegt Coudron, “dat de meeste van onze clubs hun verzadigingspunt hebben bereikt. We hebben dringend nood aan meer terreinen en in heel het land zouden er nieuwe clubs moeten komen. Er zijn nog heel wat blinde vlekken, bijvoorbeeld de provincies Limburg, Namen en Luxemburg.”

De nationale ploegen Het enorme voordeel van het Belgische hockey is dat er twee vaandeldragers zijn om het grote publiek mee te trekken. De nationale ploegen bij de mannen (Red Lions) en de vrouwen (Red Panthers) hielden de eer van ons land hoog op de Olympische Spelen van Londen. Het was voor ons land de enige ploegsport op de Spelen en kreeg dus een mooi uitstalraam om wat reclame te maken. Het gaat trouwens nog even door. Al enige jaren rijgen de nationale ploegen de successen aan elkaar en klimmen ze gestaag op naar de wereldtop. Het is ook geen toeval dat België een voorbeeld is voor heel wat andere landen, die dezelfde curve willen leggen in hun prestaties en hun evolutie. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Frankrijk, die zich voor hun Bleus inspireren op onze Red Lions.

Momenteel staan de mannen negende op de wereldranglijst en lijkt een plek in de top vijf haalbaar. De ambitie is groot: voor de komende Spelen van 2016 in Rio de Janeiro mikken ze op een medaille. De historische eerste overwinning tegen Australië in de eerste wedstrijd van de World League in Rotterdam zette die ambitie kracht bij. De spelersgroep heeft een gemiddelde leeftijd van 22,6 jaar en boekt de laatste maanden nog altijd vooruitgang onder impuls van Marc Lammers, die vorig jaar in november bondscoach werd.

Loïck Luypaert, verdediger bij de club Dragons, heeft een heel eenvoudige uitleg om te verklaren waarom de mayonaise pakt bij de nationale ploeg: “We hebben van niemand nog schrik. We weten dat we echt wel onze plaats hebben tussen de beste landen van de wereld. We hebben geleerd om ons uitsluitend te focussen op ons eigen spel zonder te veel bezig te zijn met de tegenstander. Er is geen stress in de kleedkamer. In tegenstelling tot Duitsland, Australië of Nederland hebben wij ook geen vedette in onze ploeg. We spelen met achttien en we winnen met achttien, als een echte ploeg. Dat is onze grote kracht. Maar we realiseren ons wel dat er nog heel wat werk op de plank ligt en dat alles nog verre van perfect is.”

Ze doen het nochtans al uitstekend, deze sporters die – we zeggen het nog maar eens – voor het merendeel geen profs zijn. Ze combineren met brio topsport met hogere studies of het begin van een loopbaan.

Voor de meisjes geldt hetzelfde, ook de Red Panthers proberen die curve in hun prestaties te krijgen. Maar volgens Pascal Kina, hun bondscoach, moeten we met hen nog een beetje geduld hebben: “Het grote publiek heeft de neiging om erg veel van hen te verwachten, maar we mogen niet vergeten dat de mannen er tien jaar over gedaan hebben om die ploeg op te bouwen. We hebben nog wat tijd nodig. Alleen hard werk en totale overgave loont. De mentaliteit verandert en we hebben veel geleerd uit ons olympisch parcours. Ons team was sterk, maar nog niet sterk genoeg. Momenteel hebben we al progressie geboekt qua explosiviteit en ervaring, maar we kunnen nog beter.”

Hockey op tv

De populariteit en het positieve imago wekken natuurlijk de interesse van de media. De schrijvende pers volgde al een aantal jaren de topprestaties van de nationale ploegen, maar de tv schrok er lange tijd wat voor terug om wedstrijden uit te zenden omdat ze niet gemakkelijk in beeld te brengen zijn en de kijkers niet zo vertrouwd zijn met de spelregels. Nochtans is er veel vraag naar. De wedstrijd om het brons tussen België en Engeland op het EK in Mönchengladbach werd op Canvas gevolgd door meer dan 240.000 kijkers, een record voor hockey op tv.

Het mag dus geen wonder heten dat de twee nationale tv-stations interesse toonden om gezamenlijk het volgende EK uit te zenden. Dat vindt plaats van 17 tot 25 augustus in De Schorre, op de velden van de Boomse club Braxgata, en zou gezien de ambitie van de Belgen nieuwe kijkcijferrecords moeten halen. “Dat zal een opmerkelijke primeur zijn van de Belgische tv”, zegt Denis Van Damme, verantwoordelijk voor de marketing en de communicatie van de hockeyfederatie. “Sporza en de RTBF zullen alle wedstrijden van de Lions en de Panthers live uitzenden, net als de beide finales. Het is een feit dat tegenwoordig alles wat gemakkelijker gaat. De resultaten van de voorbije maanden en op de Olympische Spelen hebben het leven er zeker eenvoudiger op gemaakt. Het EK wordt daarom belangrijk: dat de tv beelden van de nationale ploegen wil uitzenden is een goede evolutie, maar de resultaten moeten wel goed blijven wil die media-aandacht voortduren.”

Voorlopig ziet het er alleszins goed uit. De aflossing van de wacht staat al klaar. Bij de jongens zijn de U18 en de U12 Europees kampioen geworden en de U16 vicekampioen. Ook al spreekt men nu bij de Red Lions van een gouden generatie, de volgende generaties hebben duidelijk ook wat in hun mars. Het Belgische hockey is klaar om een hoofdrol te blijven opeisen.

Laurent Toussaint

Partner Content