Op weg naar dit EK legde de ploeg van Victor Piturca een bijna vlekkeloos parcours af. Roemenië wordt dan ook terecht gevreesd in de groep des doods.

Vergeet de tijd met protagonisten als Gheorghe Hagi, Ioan Lupescu, Dan Petrescu, Gheorghe Popescu en andere uitzonderlijke topvoetballers. Zij traden een laatste keer aan tijdens het EK in België en Nederland, maar konden nooit de verwachtingen inlossen. Dit EK moet voor een nieuwe impuls zorgen, want Roemenië kende de laatste jaren een stevige omwenteling. Bogdan Lobont, Cristian Chivu, Cosmin Contra, Adrian Mutu, Florentin Petre en Laurentiu Rosu waren in 2000 al op de afspraak, maar zijn nu allemaal in de buurt van de 30 jaar en krijgen in de nazomer van hun loopbaan nog een unieke kans om te schitteren. Een laatste lucratieve transfer versieren zou voor vele Roemeense internationals mooi meegenomen zijn.

Het team

Bondscoach Piturca bouwde zijn nieuwe stabiele ploeg volledig rond de zes voornoemde routiniers. Het wekte weinig verwondering dat het elftal op een vrij soevereine manier de kwalificatiereeks won en daarbij voor het eerst in de geschiedenis Nederland klopte (1-0). De ommekeer begon op 3 september 2005, toen Piturca met een pak nieuwelingen de overbodige WK-kwalificatiewedstrijd tegen Tsjechië met 2-0 won. Sindsdien verloor Roemenië in dertien officiële interlands slechts één keer, met 0-1 tegen Bulgarije, een nederlaag die gelukkig geen zware gevolgen kende.

De grote wisselmogelijkheden blijven een troef. Voor elke positie geldt er een meer dan degelijk alternatief. Mocht er bijvoorbeeld centraal achterin iets gebeuren, met Dorin Goian en Gabriel Tamas dan kunnen de middenvelders Mirel Radoi en de duelkrachtige aanvoerder Chivu een lijn achteruit worden geschoven. Het wegvallen van Rosu, die volgens Piturca bij het Spaanse Recreativo Huelva niet sterk genoeg terugkeerde na een blessure, werd opgevangen door de integratie van de jeugdinternationals Cosmin Moti en Cristian Sapunaru.

Offensief zijn er veel mogelijkheden, ook al lijkt het er sterk op dat diepe spits Ciprian Marica en superster Mutu zeker zijn van hun plaats. Achter hen wordt het drummen voor een plaatsje.

Tactiek

Een ploeg mag niet afhangen van een speler, maar moet uitblinken door zijn teamgeest. Het is de stokoude basisfilosofie van Steaua Boekarest die bondscoach Piturca oplegt aan zijn spelers-groep. Natuurlijk heeft hij het geluk met Mutu over een voetballer te beschikken die met een klasseflits een wedstrijd kan doen kantelen. Maar ook zonder hun sterspeler slaagt de ploeg erin, met een compacte veldbezetting, goede en overtui-gende resultaten te boeken.

Er wordt veelal teruggegrepen naar een 4-5-1-systeem, waarbij de linies bij balverlies heel dicht tegen mekaar aanleunen. Een sleutelrol wordt ingenomen door de controlerende middenvelders, die snel voor de omschakeling moeten zorgen. Piturca gebruikt slechts zelden een verdedigende middenvelder, omdat daardoor het evenwicht compleet verloren gaat. Van de flankverdedigers wordt verwacht dat ze diep gaan, omdat de mannetjes die voor hen staan ook defensief sterk genoeg zijn. Van Marica wordt als diepste spits verwacht dat hij oorlog maakt met de centrale verdedigers, zodanig dat de lepe Mutu met zijn infiltraties in de verkregen ruimte kan opduiken en scoren.

Sterke punten

De gangbare discipline en de stevige collectieve gedachte op en naast het veld werden er stevig ingepompt de laatste jaren. Alles lijkt vooraf goed uitgekiend en wordt in de praktijk meestal perfect uitgevoerd, zonder daarbij gebruik te maken van een heel stereotiep en eentonig soort voetbal. De spelers mogen nog altijd hun intuïtie en vaak uitmuntende techniek volgen, wat de verrassing voor de tegenstander alleen maar vergroot. Die onberekenbaarheid en creativiteit blijft een stevige bonus.

Ook de sublieme traptechniek van Mutu op stilstaande fasen kan dodelijk zijn. Bij hoekschoppen rukken meestal de centrale verdedi-gers mee op. Met hun goede timing en kopbalsterkte zorgen zij samen met Chivu constant voor gevaar bij standaardfasen. Tamas wordt bovendien gevreesd voor zijn goede en precieze afstandsschot.

In de ‘groep des doods’ vertrekt Roemenië sowieso als outsider, wat hen net gevaarlijk maakt.

Zwakke punten

Een manco uit het verleden blijft het gebrek aan een constante in de prestaties. In principe geldt dat criterium niet voor dit elftal, maar pas op een eindtoernooi als het EK kan dit probleem misschien opnieuw opduiken. Door de collectieve kracht van Roemenië als elftal moet elke speler 100 procent zijn om degelijk te kunnen wedijveren met topteams als Frankrijk, Italië en Nederland. Een grote vraag is of de verdediging stevig genoeg is om op te boksen tegen de sterke spitsen van de andere drie landen. S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content