Vandaag strijdt het met Anderlecht voor een plaats in de finale van de beker van België, maar precies een kwarteeuw geleden werd misschien wel het intelligentste Standard ooit landskampioen. Vier dagen later volgde de Europacup II-finale tegen FC Barcelona.

Nog één minuut is er te spelen als Walter Meeuws een sprintje trekt van de eerste doelpaal naar de cornervlag. Daar, op de Luikse speelhelft, houdt José Carrasco de bal buiten het bereik van de amper aandringende Guy Vandersmissen. Barcelona leidt met 2-1 in de finale van de Europacup voor bekerwinnaars en de seconden tikken weg. De wedstrijd is gespeeld. Meeuws is ondertussen bij het tweetal gekomen. Zonder Vandersmissen een blik waard te gunnen, stormt hij recht op zijn prooi af en schopt Carrasco zowat doormidden. De Spaanse international kronkelt als een slang. Meeuws krijgt rood. Schijnbaar onbewogen wandelt hij van het veld. Nooit heeft een Belgische speler mooier de vermoorde onschuld gespeeld als Walter Meeuws die 12de mei 1982.

Diepe frustratie ligt aan de basis van Meeuws’ wilde schop. Standard is in een kolkend Camp Nou – 110.000 toeschouwers – al na zeven minuten op voorsprong geklommen : een doelpunt van Vandersmissen. Die voorsprong houdt het vast tot vlak voor de rust. Dan kopt Allan Simonsen bij de tweede paal de gelijkmaker binnen. Uitgerekend Simonsen, heerlijke voetballer en publiekslieveling, maar niet groter dan 1,65 meter. Na dat seizoen zal de Deense international plaats moeten ruimen voor een ander ‘klein’ dribbelwonder : Diego Maradona. Standard komt de klap niet te boven. Na dik een uur krijgt Barcelona een vrije trap net buiten de zestien meter. Snel, zonder het fluitsignaal af te wachten en terwijl Michel Preud’homme zijn muur nog opstelt, herneemt Barça het spel. Quini scoort. De Luikse spelers zijn furieus, maar hun protest haalt niets uit. Het blijft 2-1. Walter Eschweiler, de Duitse scheidsrechter, gaat de geschiedenis in als een thuisfluiter en de Luikse spelers verlaten Catalonië in de overtuiging dat er meer had ingezeten als de finale op neutraal terrein was gespeeld. De UEFA had de eindstrijd maanden voordien al toegewezen aan Camp Nou.

Notitieboekje

Mocht Standard Barcelona hebben geklopt, het zou een unieke dubbelslag hebben gerealiseerd. Vier dagen eerder, op 8 mei 1982, is het al Belgisch landskampioen geworden. Met nog één speeldag te gaan telt Standard twee punten voorsprong op Anderlecht. Zelf ontvangt het thuis Thor Waterschei, Anderlecht krijgt Cercle Brugge op bezoek. Verliezen de Rouches en wint Anderlecht, dan zijn de Brusselaars kampioen. Standard wint met 3-1. De eerste Luikse landstitel in elf jaar is de allereerste voor zijn dan al zestigjarige trainer Raymond Goethals.

Bijna twee jaar later, februari 1984, vindt onderzoeksrechter Guy Bellemans in het bureau van Standardvoorzitter Roger Petit een notitieboekje. Bellemans is een zwartgeldcircuit in het Belgische voetbal op het spoor, maar vindt aantekeningen van betalingen aan de spelers van Waterschei voor de kampioensmatch van twee seizoenen voordien. De Standardspelers blijken hun winstpremie (30.000 frank elk) aan de tegenstander uit Waterschei te hebben afgestaan. Als tegenprestatie zou die het rustig aan doen en de aanstaande kampioenen, met het oog op hun ECII-finale, sparen. Waterschei had daar trouwens zelf ook belang bij : enkele dagen later speelde het de finale van de beker van België. Het zou die met 2-0 winnen tegen Waregem.

Harde omkoping was het niet, maar juridisch kwam het er wel op neer en zo groeide Standard-Waterschei van precies 25 jaar geleden uit tot het meest besproken ‘omkoopschandaal’ uit de geschiedenis van het Belgische voetbal. Spelers, onder wie verscheidene internationals, liepen schorsingen op of kregen geldboetes. Sommigen weken uit naar het buitenland, anderen bleven hard trainen op Sclessin en vochten zich nadien terug op het veld. Alleen Goethals en Arie Haan, respectievelijk in Portugal en Hongkong aan de slag wanneer de affaire losbarst, ontkwamen aan een straf.

De Sheriff

Eén man heeft ondanks zijn sleutelrol nooit willen praten over de ‘affaire’. Guy Bellemans zwijgt als een graf. Zijn naam zit sindsdien gebrand in het collectieve voetbalgeheugen, maar het is minstens met gemengde gevoelens dat hij terugdenkt aan het schandaal waarmee zijn naam onlosmakelijk verbonden zal blijven. Dat hij het als kleine onderzoeksrechter aandurfde (in de zwartgeldaffaire) Eddy Wauters op te sluiten, Antwerpvoorzitter en topbankier bij KBC, is hem nooit in dank afgenomen. De aanhouding van zijn zoon jaren later deed zijn carrière evenmin deugd. De Sheriff, zoals zijn bijnaam luidde, greep naast diverse promoties en zou nooit hoger klimmen dan het ondervoorzitterschap van de rechtbank van eerste aanleg.

Tweeënhalf jaar geleden liet hij nog één keer van zich spreken. Davy De Beule dagvaardde de voetbalbond, die hem weigerde vrij te geven nadat Lokeren hem naar de B-kern had verwezen omdat hij weigerde een contractverlenging te ondertekenen. Rechter Bellemans berispte Lokerenvoorzitter Roger Lambrecht wegens zijn “laakbare houding”, maar gaf de speler niet vrij omdat zo’n uitspraak het voetbalbestel – dat hij zelf ooit meedogenloos hard had aangepakt – zou ontwrichten. Een bizarre beschikking, die in beroep van tafel werd geveegd, waarna De Beule toch zijn vrijheid bekwam. Bellemans is sinds vele jaren een vaste bezoeker in de eretribune van Anderlecht. Een cadeau nog naar verluidt voor de galante regeling die Anderlecht in de afwikkeling van de zwartgeldaffaire kon bedingen. Blijven hangen achteraf doet hij niet, Bellemans is toch altijd een man van principes gebleven. Hij wordt een goede rechter genoemd, maar iemand met weinig vrienden ook. Dat hij uitgerekend nu met pensioen is gegaan, 25 jaar na een wedstrijd die hem mee zijn carrière heeft gekost, is een mooie speling van het lot.

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content