Over Europees voetbal in ’t Kuipje : “Westerlo is geen ambianceclub”.

Zou Jan Ceulemans vorige woensdag in de vooravond hebben teruggedacht aan de Europese avonden, bijna veertien jaar geleden, op Olympia ? Indien ja, dan vast en zeker met weemoed, want van de sfeer uit grote Brugse dagen viel in Westerlo niets te merken. Drie kwartier voor het debuut van de club op de Europese scène tegen Hertha Berlijn viel moeiteloos een parkeerplaats te versieren op twee minuten wandelen van ’t Kuipje. Een kwartier voor de aftrap zat het stadion niet eens voor een derde vol. Hoe hard de speaker ook zijn best deed enthousiasme in het stadion te pompen, hoe doordacht de muziekkeuze ook was, het bleef een dooie boel. Tijdens de rust sloeg een verslaggever aan de dug-out ongestoord een praatje met invaller Cisse Severeyns.

Het deed een beetje denken aan de laatste Europese campagne van Germinal Ekeren, enkele jaren geleden. Dat ging toen in de tweede ronde van de Uefabeker onderuit tegen ook een Duitse club, VfB Stuttgart. En ook toen kon je op twee minuten wandelen van het stadion je wagen nog kwijt en betrad je in een onwezenlijke stilte de nauwelijks gevulde tribunes. Die avond beseften voorzitter Jos Verhaegen en de zijnen dat ze met hun club in een doodlopend straatje zaten. Kort nadien gingen Germinal en Beerschot samen, op zoek naar the unserved audience in Antwerpen.

De vergelijking met Germinal is al eerder gemaakt. Toen Westerlo naar eerste klasse promoveerde, titelde een krant : Het sprookje van Westerlo lijkt erg op dat van Germinal. Westerlo is snel gegroeid. Dat bleek nog maar eens uit de cijfers die de speaker voor de heenwedstrijd tegen Hertha afraffelde in afwachting van de aftrap. Toen Fernand Vermeer in 1983 de toenmalige tweedeprovincialer overnam, beloofde hij ooit dat er Europees voetbal gespeeld zou worden in Westerlo. “Vandaag komt zijn droom uit”, aldus de omroeper, alvorens hij alle medewerkers prijst : “Bedankt dat jullie Westerlo maakten tot wat het nu is : méér dan een puntje op de wereldkaart. Je weet maar nooit waar het met dit Westerlo eindigt.”

Na de begroeting en de obligate foto’s moest kapitein Frank Machiels nog even naar de bank : hij was de clubwimpel vergeten die in ruil voor een Berlijns exemplaar aan de bezoekende aanvoerder moet worden overhandigd. Dat komt ervan als je dit soort geplogenheden niet gewoon bent.

Een uur na de wedstrijd lag de omgeving van ’t Kuipje er al verlaten bij. De parkings leeg, de kantines onder de tribunes schaars gevuld. Wanneer trainer Jan Ceulemans om negen uur de hoofdkantine binnenwandelde, die anders ook na een gewone competitiewedstrijd gezellig vol staat, trof hij er nog dertig man aan. De anderen waren al op huis aangegaan, want daar viel op televisie Champions League te bekijken, met Anderlecht-AS Roma.

Jan Ceulemans : “Wat maakt Europese avonden zo speciaal ? Een vol stadion, ambiance. Dan rol je er automatisch in. Wat op de tribune gebeurt, bepaalt in grote mate het verloop van de wedstrijd. Dat weet ik nog van vroeger. Vandaag wisten wij op voorhand dat het anders zou zijn. Iedere thuismatch spelen wij voor vijf à zesduizend man. Wij hebben goeie supporters, maar Westerlo is geen ambianceclub : het zijn mensen die komen kijken. Is het goed, oké, valt het tegen, ook goed. Als er tweehonderd fans van de tegenstander mee zijn, hoor je vaak alleen die. Hier heb je nooit extreme uitbundigheid of grote ontgoocheling. In Aalst, bijvoorbeeld, is het anders.”

Ook de naam van de tegenstander speelt mee. Hertha is wel een goeie ploeg, maar een die uitstraling mist. “Waar komen de mensen nog voor buiten ? Barcelona, Real, AS Roma. Vraag de gemiddelde voetbalsupporter eens om, behalve Bart Goor, drie spelers van Hertha uit het hoofd te noemen.” Dus, vond Ceulemans, moest Westerlo niet ineens gekke dingen gaan doen : “Wij hadden in afzondering kunnen gaan. Sommige spelers wilden dat ook, maar wij doen dat anders nóóit. Waarom voor deze ene keer dan wel ? Je loopt alleen het risico op een slapeloze nacht in dat vreemde bed.”

Wie bij Westerlo werkt, vindt de trainer, moet aanvaarden dat de club op een nuchtere manier met zijn beperkingen dient om te gaan. “De laatste twee jaar zat Westerlo aan zijn top. In principe kunnen wij niet hoger. Dan is er maar één weg : terug naar beneden.” Een drama hoeft dat niet te zijn : “Op voorwaarde dat men met zijn twee voeten op de grond blijft. Dat doen ze hier ook. In de transferperiode is maar voor één speler flink geld betaald : Sammy Van den Bossche. Plus wat peanuts voor Björn Smits. De andere spelers kwamen einde contract. Als Sint-Truiden buiten de club mensen bereid vindt die geld verzamelen om Mitrovic bij ons weg te kopen, moeten wij passen. Ik kan daarmee leven.”

Maandagochtend vertrok Westerlo met een gecharterd vliegtuigje naar Berlijn. Kostprijs : 1,4 miljoen frank. Of de Europese campagne verlieslatend is dan wel geld oplevert, zal manager Herman Wijnants vandaag en morgen uitrekenen. Nu al kan hij zeggen dat hij er op financieel vlak meer van had verwacht. Berlijn kondigde de komst van duizend supporters aan, maar bracht er slechts driehonderd mee. Met het oog op die duizend had Westerlo echter wel zijn staantribune achter het doel herbouwd tot een zittribune. Wijnants : “Hadden we dat geweten, dan hadden we die investering van méér dan een miljoen frank niet gedaan.”

Van de vierhonderd aangekondigde eters daagden er slechts de helft op. Een deel van de business-seathouders koos die avond voor Anderlecht-AS Roma. “Bovendien kan je bedrijven niet vragen om om half vijf te komen eten als ze tot vijf uur aan het werk moeten blijven”, weet Wijnants. Daarnaast kregen nog eens driehonderd supporters hun ticket terugbetaald, omdat ze zich wél de week voordien – toen de wedstrijd werd uitgesteld – hadden kunnen vrijmaken, maar niet op de nieuwe, door de Uefa bepaalde datum.

Op zijn oorspronkelijke datum zou Westerlo-Hertha Berlijn voor een vol huis gespeeld zijn, aldus Wijnants, maar ook dan zou het slechts om 5400 toeschouwers gegaan zijn. De manager probeert zich op de voordelen van de ingreep te concentreren : “Nu hebben we tenminste onze stoeltjes al, voor wanneer we later het stadion verbouwen. En uiteindelijk hadden we nog altijd het geluk een Duitse ploeg geloot te hebben. Stel dat je een team loot uit een land waar TV-zenders nauwelijks betalen, dan scheur je je broek.”

Toch krijgt Westerlo minder geld van de Duitse TV-zender die de wedstrijd op eerst in prime-time zou hebben uitgezonden. Hoeveel het precies ontvangt, moet nog blijken. Herman Wijnants hoopt alvast dat het voorstel van secretaris-generaal Alain Courtois van de KBVB om de bekerwinnaar met een premie van pakweg tien miljoen frank te belonen, erdoor komt : “Dan heb je op zijn minst je instapkosten in de Europabeker terugbetaald”.

Ondertussen boert de club voort zonder voorzitter. Ex-voorzitter René Gijbels is nu de sterke man van vierdeprovincialer Netezonen. Die hebben in de week van het Europese avontuur van Westerlo nog eens zwaar uitgehaald, door de twee topschutters die het in tweede provinciale ging weghalen. Dat kon alleen met de financiële steun van Gijbels, titelt de krant. En Gijbels heeft met zijn moederclub Netezonen grootse plannen : het is de bedoeling om op termijn de nummer één te worden in Laakdal. Over Europees voetbal met Netezonen is nog geen uitspraak opgevangen.

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content