Hoewel Luc Devroe een belangrijke man was bij Roeselare, maakte voorzitter Luc Espeel geen trammelant toen zijn sportief manager naar Club Brugge vertrok. Een beredeneerde houding.

Kansen bieden aan mensen in wie je gelooft, ook al moeten die hun strepen nog verdienen op het hoogste niveau, dat is de filosofie die Roeselare hanteert. Ook nu weer vallen de West-Vlamingen terug op die aanpak, met het binnenhalen van Hans Galjé, die Luc Devroe opvolgt als sportief manager. In die functie heeft de Nederlander nog geen ervaring. Zijn verleden als jeugdcoördinator bij Club Brugge lijkt van hem wel de geknipte figuur te maken om op Schiervelde voort te gaan op de ingeslagen weg : presteren met jong, liefst Vlaams sprekend talent uit de streek, aangevuld met enkele ervaren rotten.

Maar een man die het in zijn nieuwe functie nog allemaal moet bewijzen, die op zoek gaat naar jongens die het nog allemaal moeten bewijzen, maakt dat het geheel niet wankel ? Voorzitter Luc Espeel denkt even na, en antwoordt vervolgens : “Het is niet zo dat Galjé speler x zal halen zonder daar eerst met een woord over te reppen. Zulke zaken gebeuren in overleg. We laten Galjé ook niet compleet aan zijn lot over. Onze ervaring en kennis zullen we met hem delen, en we zullen hem steunen in zijn beslissingen.”

Niet de eerste viool spelen

Enkele speeldagen geleden prijkte Roeselare nog op de zesde plaats in het klassement. En dat in het tweede jaar in de hoogste afdeling. “Als het goed gaat, is dat nooit het werk van één persoon”, benadrukt Espeel. “Maar dat Devroe een grote bijdrage leverde, staat buiten kijf. Hij schreef mee een deel van het succesverhaal. En daar kan je enkel dankbaar voor zijn.” Maar een dergelijk iemand een strobreed in de weg leggen als die in zijn carrière een stap voorwaarts kan zetten, nee, dat is niet de stijl van Espeel, die ook zijn hart even lucht.

“Op het ogenblik dat Devroe de kans krijgt om het waar te maken op het – naar Belgische normen – allerhoogste vlak, wie ben ik dan om te zeggen : ‘Luc, we gaan hier een beetje ruzie maken’ ? Vergeet niet dat de voetbalwereld klein is. Morgen of overmorgen komen we elkaar weer tegen. Dan heb ik liever dat we elkaar recht in de ogen kunnen kijken, een goede relatie aanhouden.

“Bovendien moet je alles in zijn proportie zien. Club heeft twintigduizend abonnees of meer, wij drieduizend. We moeten onze plaats kennen, het is niet voor ons weggelegd om daar bovenaan de eerste viool te spelen.”

Koppen bijeensteken

“Ik wil met Roeselare in eerste blijven”, vervolgt Luc Espeel. “Zo lang mogelijk. Maar dan wel met het etiket van sympathieke streekclub. Wij kunnen niet tippen aan Anderlecht, Club of Genk. Maar laat ons met die mensen een positieve relatie opbouwen, want misschien hebben we elkaar nog nodig. Als wij eens op zoek zijn naar jonge spelers met wie wij graag zouden werken en zij een plaats zoeken waar jeugd kan rijpen …

“Sommigen beseffen niet dat het voetbal een zaak is van én bestuurders én spelers én scheidsrechters én publiek, dat al die mensen deel uitmaken van één groot geheel. Het wordt hoog tijd dat de koppen eens goed bijeengestoken worden, want nu zie je dan weer een voorzitter die de arbiter hekelt, dan weer een trainer die overhoop ligt met de vierde scheidsrechter. En het voetbal heeft al zo’n slecht imago in dit land.

“Probeer eens dat wereldje positief te benaderen en te zorgen voor oplossingen in plaats van altijd te zeggen : dit is niet goed en dat niet. Afbreken is gemakkelijk. Steek positieve energie in positieve zaken.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content