Zegt de naam Ødegaard u iets? Martin Ødegaard? De Messi van de fjorden. Deze 16-jarige Noorse wonderknaap maakte vorige week zijn debuut bij Castilla, het B-elftal van Real Madrid, onder leiding van coach Zinédine Zidane en in aanwezigheid van voorzitter Florentino Pérez.

Ødegaard werd door zowat alle Europese topclubs gegeerd. Real Madrid had het mooiste voorstel (een weeksalaris van naar verluidt 95.000 euro en een baan als jeugdcoach voor zijn vader), want de Koninklijke wil ook wel eens zelf een ‘galáctico’ opleiden. Ødegaard werd met een privéjet ingevlogen en op de luchthaven van Madrid opgewacht door veertig tv-ploegen.

Het cv van de Noorse tiener oogt indrukwekkend. Hij is de jongste debutant in de Noorse topklasse (15 jaar en 117 dagen) en de jongste speler in een interland in de voorronde van een EK. Bij Real werd hij meteen in de 25-koppige kern voor de Champions League opgenomen. Hij kan deze maand de opvolger worden van Célestine Babayaro, die in 1994 precies 16 jaar en 87 dagen oud was toen hij met Anderlecht tegen Steaua Boekarest aantrad.

En toch is de kans reëel dat u nooit nog iets zal vernemen van Martin Ødegaard. Hoe kan deze 16-jarige linksvoetige, aanvallende middenvelder al concurreren met de sterren van Real? Een Europese subtopper had hem meer perspectieven geboden om de volgende stap te zetten. Maar wie kan nee zeggen tegen Zidane en de portefeuille van Pérez? Talent is mooi, maar lang geen garantie voor de grote doorbraak.

De jonge Noor staat voor de loodzware taak om de steile verwachtingen in te lossen en de druk van de media op te vangen. De pers is vaak de grootste vijand van een jonge vedette. Frêle schouders overleven de lofzangen vaak niet. Tientallen jonge wielrenners gingen er de voorbije decennia aan onderdoor, nadat ze na twee overwinningen bij de nieuwelingen tot de nieuwe Eddy Merckx waren uitgeroepen.

Over jeugdsport en jonge sporters zou het best niet geschreven worden. Als ze op jonge leeftijd op het hoogste niveau opduiken, wordt het al lastig genoeg. Vraag het maar aan Anthony Vanden Borre, die als 16-jarige bij Anderlecht debuteerde en enkele jaren later compleet in de mist verdween. Youri Tielemans stapte vorig seizoen in de schoenen van Vanden Borre en kan een absolute topper worden, maar voor hetzelfde geld is in 2020 iedereen zijn naam al lang vergeten.

Denk maar aan Zakaria Bakkali. Twee seizoenen terug had bondscoach Marc Wilmots er alles voor veil om de buitenspeler van PSV voor de Rode Duivels te doen kiezen. Hij mocht met de nationale selectie trainen nog voor hij had beslist dat hij ons land wilde vertegenwoordigen. Du jamais vu. Maar intussen is het stil, heel stil rond Bakkali. Ook de bondscoach belt hem niet meer.

Het worden ook harde tijden voor een andere piepjonge Rode Duivel: Adnan Januzaj. Vorig seizoen was hij maandenlang de sterkhouder van het zwalpende Manchester United van David Moyes. Januzaj deed aan de jonge Johan Cruijff denken. Op Old Trafford kreeg hij deze zomer het nummer 11 toegewezen, het magische shirt van Ryan Giggs. Zo groot was het geloof in de jonge Belg.

Onder Louis van Gaal kwam hij in deze campagne echter nog niet al te vaak aan de bak en er was zelfs sprake van een uitleenbeurt. Bijna twee weken terug werd hij 20 en de balans viel ietwat tegen: 39 wedstrijden en 2165 speelminuten in het eerste elftal, goed voor 4 goals en 3 assists.

Ter vergelijking: Giggs had op zijn 20e 56 matchen en 4579 minuten gespeeld, 12 keer gescoord en 9 assists aangereikt. De teller van Wayne Rooney stond na zijn tienerjaren op 38 partijen en 2923 speelminuten en 15 goals voor United. Plus 67 wedstrijden en 15 doelpunten voor Everton.

In Manchester wordt dezer dagen openlijk de vraag gesteld of Januzaj de nieuws Giggs of de nieuwe Macheda wordt. De Italiaan Federico Macheda hielp United in 2009 (hij was toen 18) met twee uitermate belangrijke treffers aan de titel, maar kreeg vorige zomer een transfervrije overgang naar Cardiff City.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Over jeugdspelers wordt best zo weinig mogelijk bericht in de media.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content