Ariël Jacobs was een goalgetter van derde provinciale tot derde nationale. Een vedette onder de kerktoren, maar iets te traag voor de top.

Jacobs, die Paul Van Himst koesterde als idool, aanzag zijn talent niet als aangeboren. Ook al was hij een onvervalste goalgetter, hij vond zich vaak ten onrechte versleten voor een spits. “Ik had één groot nadeel : geen startsnelheid. Als spits is dat dodelijk, dan kom je er gewoon niet. Was ik trainer geweest, ik zou me nooit op die positie hebben uitgespeeld. Ik dééd het ook niet graag, precies omdat ik er heel vaak geconfronteerd ben met mijn gebreken.”

Volgens Jean-Luc Greps, elf seizoenen zijn ploegmaat bij Diegem, had hij behalve snelheid alles. “Ariël was onze spits, klaar. Maakte elk jaar zijn doelpunten, maar liet ook scoren. Hij was altijd erg aanwezig : door hem gingen anderen beter spelen. Hij kon geweldig goed een bal bijhouden, was perfect tweevoetig, vooral sterk met het hoofd en héél slim. Hij kon bijvoorbeeld goed penalty’s uitlokken : een dribbel, nog een tikje en pats. Als hij in balbezit kwam aan de grote backlijn, wisten wij vaak al wat er ging gebeuren.”

Jan De Schepper, van in de jeugd Jacobs’ ploegmaat, is nu behalve topman van Telindus ook jeugdvoorzitter van Diegem. “Als zijn talent specifiek was ontwikkeld met de opleiding van vandaag, had hij in de eerste klasse gespeeld. Iedereen had schrik van hem, zo dodelijk efficiënt was hij in de zestien meter. Ik herinner me een wedstrijd in Wijgmaal die we mentaal al hadden gewonnen voor er was afgetrapt, gewoon omdat de doelman en de stopper zo’n schrik hadden. Thuis hadden we met 5-0 gewonnen : vijf doelpunten van Ariël. Dat deed hij ginder nog eens over ook. Hij had een geweldig doelgericht schot en kon met zijn sterke lijf een tegenstander gigantisch goed van zich afhouden.”

De stap naar Diest beschouwt Jacobs als een vergissing. Om het te maken als spits in de tweede klasse had hij naar eigen zeggen te weinig intrinsieke kwaliteiten. “Hij was te traag”, herinnert ook trainer Albert Bers zich. “Een goede voetballer, maar hij miste een beetje het heilige vuur. Misschien is hij te lang in Diegem gebleven : hij was er God, alles draaide om hem. In Diest niet. Daar moest hij het waarmaken en dat heeft hij niet gedaan.”

De hardnekkigheid die hij volgens Bers miste, zegt Jacobs toch wel te hebben gehad. “Ik had een sterke mentaliteit, al heb ik dat wel moeten leren. Ik kon erg goed incasseren, maar het volgende duel stónd ik er, altijd sportief, maar op het randje. Ik heb meer dan één gekloven wenkbrauw gehad.” Jean-Luc Greps lacht : “Hij heeft veel stampen gekregen, maar zette zelf ook zijn voet, hoor. Hij moest wel.”

door Jan Hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content