Als ze niet snel op de rem gaan staan, wordt Zulte Waregem nog kampioen. Sport/ Voetbal Magazine wandelde van Zulte over de provinciegrens naar Waregem en voelde overal de gezelligheid van weleer.

“Vrije tijd ? Wat is dat ?” zucht Luc D’Haenens, manager van Zulte Waregem, op de vraag of hij een halfuurtje vrij heeft. “Sinds Zulte Waregem naar de tweede klasse promoveerde, weet ik niet meer wat vrije tijd is.” D’Haenens is naast manager en gezinshoofd ook nog pedagogisch directeur van het Vrij Technisch Instituut in Waregem. Maar een kwartier voor de aftrap van de bekerwedstrijd tegen Westerlo nodigt hij de gast die hij in de tribune tegen het lijf loopt gauw nog uit voor een kop koffie in het spelershome. Zeldzaam zijn de matchen die de manager in het eigen stadion bijwoont. Meestal speurt hij elders in het land naar talent én zwakke plekken van de tegenstanders. Maar hier, zo kort voor de aftrap, schenkt hij de koffie zelf. Op dat moment stapt trainer Francky Dury onverwachts het spelershome binnen. Terwijl zijn spelers buiten de laatste hand leggen aan de warming-up schuift Dury bij. Over tien minuten wordt er afgetrapt, maar van enige nervositeit is bij de trainer geen sprake. Honderd minuten later staat zijn ploeg op een zucht van de halve finales van de beker.

Nog elke dag geniet iedereen in Waregem van deze droom, maar al dat succes moet in goede banen geleid worden. Daarom is Luc D’Haenens aan zijn laatste schoolmaanden toe. Hij heeft voor zichzelf uitgemaakt dat zijn werk als directeur én de taak van sportief manager niet meer te combineren zijn. Vorige week wachtte men op de bond op zijn komst om de transfer van Ibrahim Tankary naar STVV af te ronden : “Ik heb de bond gebeld dat ik ’s middags niet kon komen, dat ik hier op school tot vijf uur vastzat en ten vroegste om zes uur in Brussel kon zijn.” Vanaf juli gaat hij voltijds aan de slag als manager. “De school draait goed, in het voetbal moeten er dringend mensen bij komen om de organisatie op punt te stellen.” Momenteel houdt overdag één deeltijdse secretaresse Zulte Waregem overeind. Vanaf april komt er nog een voltijdse kracht bij, vanaf 1 juli ook D’Haenens. “Nu gaat het goed, maar we moeten ons wapenen tegen de momenten dat het minder zal lopen.” Niet dat D’Haenens wil overstappen naar het profsysteem. “Het zou al een hele verbetering zijn als we de trainingen zouden kunnen vervroegen van halfzes naar halfdrie, zodat onze jongens ’s avonds ook eens thuis zijn.”

Zulte : modderig gebied

Welke burgemeester begroet nog de bezoekers op de gemeentelijke website met ‘Lieve mensen’ ? Een bezoek aan de gemeente van Georges Peirs, burgervader van Zulte, dringt zich op.

Zulte wordt, als laatste dorp in de provincie Oost-Vlaanderen, doorkruist door de N43, die van Gent naar Kortrijk loopt. Die provincieweg vormt het hart van de gemeente die, komende vanaf Deinze voorbij de deelgemeentes Machelen en Olsene, het laatste dorp van Oost-Vlaanderen is. Even verderop begint de provincie West-Vlaanderen met Sint-Eloois-Vijve, deelgemeente van Waregem. Zulte, dat samen met de deelgemeenten Machelen en Olsene 15.000 inwoners telt en aan de rechterkant begrensd wordt door de Leie, oogt niet stokoud, de look van de meeste gebouwen is die van de jaren zeventig. De naam Zulte betekent in het Frankisch : modderig gebied.

Aan de gigantische rotonde staat een café en een kerk. Het café heet Het Rond Punt. De Sint-Petruskerk staat op het Gaston Martensplein, waar ook een monument verwijst naar de in Zulte geboren toneelschrijver. In de kerk valt het nieuwe, in 2005 verbouwde orgel met orgelpijpen uit 1785 te bewonderen. Naast het Mariabeeld ligt een schriftje voor smeekbeden. Wil je me morgen helpen met mijn twee toetsen ? En : Ik wens een goed rapport. Zou trainer Francky Dury… ?

Op het Gaston Martensplein staat ook een bord in groen-geel : Jong Zulte ontvangt op 12 februari Opbrakel. Er wordt dus nog gevoetbald in de gemeente ! Eén jaar na de verhuis van Zulte Waregem naar het Regenboogstadion (2001) werd het voetbalvacuüm al opgevuld. De nieuwe ploeg met stamnummer 9406 koos als kleuren geel en groen. Om extra uitstraling te krijgen werd André Denys als voorzitter gevraagd. Sinds Denys op 1 december 2004 Herman Balthazar opvolgde als gouverneur van Oost-Vlaanderen, kon hij geen voorzitter meer zijn. Vandaag is de geboren en getogen Zultenaar (27 jaar gemeenteraadslid voor de VLD en sinds 1981 in het parlement) erevoorzitter van Jong Zulte.

Al na één jaar promoveerde de ploeg naar derde provinciale. De trainer is een oude bekende uit het nationale topvoetbal. Piet Verschelde (41) voetbalde nog als spits bij de eersteklassers Moeskroen, Harelbeke en Waregem ! Jong Zulte staat stevig in de middenmoot, op flinke afstand van de koplopers Olsene en Kruishoutem. De voetbaltrots van de fusiegemeente is Machelen, vorige week nog leider in tweede provinciale A.

Net voor het centrum richting Kortrijk wijst de wegwijzer Voetbalstadion naar links, de Waalstraat in. Die voert langs een ommetje naar de Kastanjelaan. Een bord verwijst naar de volgende thuiswedstrijd van de vrouwenploeg die het Wase Sinaai ontvangt. Het gaat niet goed met de eersteklasser, die net nog met 6-1 verloor op Anderlecht en onderaan de rangschikking bengelt.

Alleen aan de overkant van de zittribune (300 plaatsen) hangen nog reclamepanelen. Boven in de zittribune zijn nog twee perstafels in geel en groen. Samen bieden ze plaats aan acht journalisten. Voor de thuiswedstrijden die Jong Zulte hier op zondagmiddag speelt, volstaat dat ruim. Slechts af en toe zit er nog eens een journalist, vernemen we van Sylvère Marysse, die hier nog elke dag het terrein verzorgt en een trainingsjas van de fusieclub draagt. Om halfzes trainen hier de jeugdploegen van Zulte Waregem. Dat gebeurt elke weekdag behalve op maandag. In een hoek hangt het jeugdreglement van de eersteklasser. Hier gelden nog orde en tucht. Wie te laat komt op het afgesproken uur voor de wedstrijd speelt niet. Douchen is verplicht, pesten verboden. Wie betrapt wordt op het gebruik van drugs, wordt de eerste keer zes weken geschorst, de tweede keer ontslagen. Idem bij dopinggebruik. De kleedkamers moeten er altijd netjes bij liggen : wie zijn schoenen kuist in de kleedkamer, moet als straf de hele kleedkamer opkuisen. Dat bespaart alvast extra personeel.

Via de tien jeugdploegen die hier in het weekend spelen én de invallers blijft de band tussen de club en de gemeente Zulte. Sylver begrijpt dat Zulte Waregem uit Zulte vertrok : “Mijnheer Naessens was het beu om zijn miljoenen te stoppen in een ploeg waar in de derde klasse maar 300 man naar kwam kijken. Trouwens : Zulte is baas in Waregem !”

Met Jong Zulte heeft hij niet veel te maken. De club speelt hier enkel zijn thuiswedstrijden met het eerste elftal en traint op het voetbalveld aan de Statiestraat in Zulte, achter Feestzaal ’t Oranjehof. Hier speelde vroeger Zulte Sportief. Toen die ploeg met SK Zulte (dat al aan de Kastanjelaan speelde, waar nu het tweede terrein ligt) fusioneerde, werd volgens afspraak een gemeentelijk stadion gebouwd.

Twee provincies, één mentaliteit

Via de N43 is het drieënhalve kilometer van Zulte naar Waregem, een Frankische naam die betekent : woonplaats van de clan Waro. Op 1 januari 2000 verkreeg de vroegere gemeente Waregem (samen met deelgemeentes Beveren-leie, Desselgem en Sint-Eloois-Vijve goed voor 35.869 inwoners) bij wet stadsrechten.

Aan de overkant van de Zuiderlaan ligt de Hippodroom waar sinds 1847 op de eerste dinsdag na de laatste zondag van augustus Waregem Koerse plaatsvindt. Nog een kilometer verder, voorbij het Regenboogstadion ligt in de Toekomststraat het Vrij Technisch Instituut.

Vanuit zijn kantoor ziet pedagogisch directeur Luc D’Haenens op de speelplaats hoe van de 1437 leerlingen er toch een paar honderd met een sjaal in de kleuren van Zulte Waregem lopen, ongeveer het dubbel van vorig jaar. Het dragen van een clubsjaal is niet bij reglement verplicht, grijnst D’Haenens. “Er zijn er ook met sjaals van Club Brugge en Anderlecht. Verbieden kunnen we dat niet, maar die moeten zich wel koest houden.” Rood-witte sjaals die verwijzen naar het oude Essevee zijn er nauwelijks. Logisch, vindt D’Haenens : “De kinderen hier op school zijn opgegroeid met het succes van Zulte Waregem. Het oude SV Waregem hebben zij niet meer gekend. Hun ouders wel.”

Niet alle supporters kwamen bij de fusie mee over uit Zulte, weet de manager/directeur. Veel zijn het er niet. “Van de tachtig abonnees die Zultse VV in het laatste jaar telde, komen er zeventig naar het Regenboogstadion.” In Zulte blijven was geen optie. “Als topploeg in de derde klasse raakten we niet boven een gemiddelde van 250 betalenden.

Ook de accommodatie kon niet uitgebreid worden. We konden daar niet verder. We wisten wel dat vroeg of laat in Zulte een nieuwe club opgestart zou worden. Alleen verwachtten we niet dat het zo vroeg zou gebeuren. Ze trekken trouwens gemiddeld 150 kijkers. Dat zal altijd de limiet zijn voor een voetbalploeg in Zulte.”

D’Haenens belichaamt perfect de fusiegedachte. De voormalige manager van Zultse VV is geboren in Zulte en begon zijn voetbalcarrière bij Zulte Sportief, op het terrein achter feestzaal ’t Oranjehof in de Statiestraat. Een van zijn ploegmaats in het eerste elftal daar in de late jaren zestig was… Willy Naessens, huidig voorzitter van Zulte Waregem.

Maar ook in de gang van het Regenboogstadion hangt naast de kleedkamer van de thuisploeg een oude ploegfoto met D’Haenens als sportief manager in 1991/92. Eén jaar later moest hij bij SV weg. “Ik was gevraagd door René Verheyen toen die trainer werd. Toen hij weg moest, moest ik ook weg.”

D’Haenens ziet geen verschil in mentaliteit tussen het Oost-Vlaamse Zulte en het West-Vlaamse Waregem. “De reden is simpel. Zulte is een dorp en Waregem een stad. Vanaf twaalf jaar gaan alle jongeren van Zulte naar school in Waregem. ’s Zaterdags gaat iedereen uit Zulte winkelen in Waregem, niet in Gent, Deinze of Kortrijk. De mentaliteit van Zulte sluit perfect aan bij die van Waregem : de mentaliteit van het platteland.”

Ondertussen is Zulte Waregem wél de enige Belgische club die twee provincies overspant. De keuze om een deel van de jeugdwerking in Zulte te houden, was bewust, maar zorgde wel voor een probleem, zegt D’Haenens. “Bij de fusie moesten we een afwijking aanvragen aan de bond. Officieel nam Zultse VV Waregem over. Voor onze gewestelijke ploegen moesten we kiezen : spelen we in Oost-Vlaanderen of in West-Vlaanderen ? Nergens voorzag het reglement wat men in zo’n geval moest doen. Wij kozen voor West-Vlaanderen. Het had evengoed andersom kunnen zijn. Maar we krijgen voor onze jeugdwerking zowel subsidies van de gemeente Zulte als van de stad Waregem.”

Waregem herleeft

Winkelen in Waregem gebeurt in de Stormestraat of het winkelcentrum Het Pand, een sobere reeks betonblokken opgetrokken in de jaren zeventig. Het Pand vormt de verbinding tussen het stadscentrum en het park waarin het Regenboogstadion ligt. Zonder tegenwind is dat, zoals een bord aangeeft, precies zeven minuten wandelen. Achter Het Pand staat de Regenboogbuilding, een immens gebouw. Vanuit zijn kantoor ziet ex-manager en huidig penningmeester van de bond Germain Landsheere het stadion liggen. Maar Landsheere woont de thuiswedstrijden liever live bij. Omwille van zijn functie bij de bond wil hij geen functie meer bij de club. “Maar we mogen hem altijd bellen om raad”, zegt Luc D’Haenens.

In de cafés op de markt rond de Sint-Amanduskerk kan je nog rustig aanschuiven. Op wedstrijddagen, als Zulte Waregem thuis speelt, ligt dat tegenwoordig anders. Dat geldt ook voor Café De Klauwaert, het supporterslokaal van Pieter Merlier, Stijn Minne en Frederik D’Hollander. Een schilderij met hun koppen aan de muur moet geretoucheerd worden : niet omdat ze er slecht uitzien, wel omdat D’Hollander, de laatste overlevende speler van het oude Zultse VV, naar FC Dender verhuisde.

Voor en na thuiswedstrijden van Zulte Waregem is het hier tegenwoordig drummen om binnen te geraken, zegt eigenaar Prudent Bettens. Bettens (63) is Esseveeër van de eeuw en draagt, al dan niet toevallig, een knalrode trui. Om kwart voor zes komt een nieuwe klant binnen. “Kijk, daar heb je de voorzitter !” Willy Naessens zwaait terug, gaat aan de bar zitten en begint vervolgens druk te telefoneren. ’s Anderdaags staat in de krant dat trainer Francky Dury ook na 2009 aan de club verbonden blijft. Straks krijgt Dury nog een standbeeld op de Waregemse markt, naast de bronzen sculptuur van het boerenpaard dat er in 2003 neergezet werd.

Zo’n standbeeld verdient ook Prudent Bettens. Ooit had Roger Petit namens Standard een profcontract voor hem klaar plus een job in het onderwijs voor Prudents vrouw in een Vlaamse school in Tongeren. “Maar in die periode had je als speler niets te zeggen over je eigen loopbaan.” Waregem zag de overgang niet zitten en Prudent bleef waar hij geboren en getogen was en waar hij nog altijd woont : onder de kerktoren van Waregem. Zonder spijt. “Standard heeft dan in mijn plaats Wilfried Van Moer gekocht, die op dat moment praatte met Club Brugge. Alleen was ik nu maar drie keer international. Bij Standard had ik misschien tien keer meer nationale selecties gehaald.”

Bettens maakte nog de allereerste Europese wedstrijden met Waregem mee in 1968 toen Essevee Atletico Madrid, waar Julio Iglesias toen invallersdoelman was, uitschakelde in de Beker der Jaarbeurssteden. “Toen we hier aan het clublokaal op de markt vertrokken, beseften we niet waar we heen gingen. We riepen wel dat we die Spanjaarden eens iets zouden laten zien, maar toen we op 25 september in dat stadion in Madrid aankwamen, deden we het in onze broek van schrik.” Op de vraag of geen van de spelers een foto maakte, lacht hij. “We durfden niet !” Maar Essevee won wel en plaatste zich voor de volgende ronde. Na de wedstrijd kreeg Prudent buikpijn. Te veel pintjes gedronken. “Ik moest van de dokter op de motorkap van een auto gaan liggen en alle spelers moesten een hand op mijn buik leggen. Dat hielp. Ik voelde me plots een stuk beter.”

Toen in bevordering de trainer niet meer werd betaald en wegbleef, ontfermde Prudent Bettens zich de laatste zes maanden als trainer over het doodzieke Essevee. Hij zat op de bank toen SV in mei 2001 uit bij Templeuve met een veredeld junioresteam de laatste competitiewedstrijd met het stamnummer 4451 afwerkte. “Ik was een schoolmeester met zijn schoolploegske. Eén speler van het huidige succesteam was er toen ook bij : Nathan D’Haemers.”

Bettens weet waar het verkeerd liep. “Na het vertrek van Germain Landsheere zijn ze beginnen paniekaankopen te doen. Dhaenens is een goeie manager, die hadden ze bij SV Waregem nooit mogen buitensmijten. De laatste jaren doen ze hier geen eendagstransfers meer. Vroeger kochten ze om te kopen, zonder te weten wie ze kochten. Ook de voorzitter maakt het verschil. Willy is de leider, een heel rustige man. Hij zweeft niet, voetbalde vroeger ook, heeft een visie en geeft vertrouwen. Wat boven gebeurt, sijpelt door naar de spelers. Ook de trainer is een harde werker. Francky is 25 uur op 24 met voetbal bezig. Toen ik hem pas kende, vond ik dat die soms overdreef. Maar als je hem beter leert kennen, merk je dat hij geen pose aanneemt, dat hij er echt mee bezig is.”

Met twee supportersbussen trok Bettens onlangs naar Standard, de club waar hij ooit zelf een contract kon krijgen. “Elke week denken we : nu is het afgelopen. Maar wéér wonnen we daar. Het was zeker tien jaar geleden dat ik zo van een wedstrijd genoot als daar. Geen minuut lagen we onder. Roeselare doet het ook goed, maar die liggen meer voor eigen doel en sluiten daar de boel af. Waregem niet. Waregem speelt altijd zijn eigen spel, voetbalt steeds hoog. Daar ben ik fier op.”

Dromen van Europees voetbal

Vier jaar na de overname lééft Waregem weer. Prudent Bettens : “We zijn weer aan het dromen.” Van wat ? “Van Europees voetbal ! Vier jaar geleden waren we dood, maar nu is iedere wedstrijd in Waregem weer een feest. Alle cafés zitten op wedstrijddagen vanaf ’s middags vol, dat is zeker twintig jaar geleden. Ik zie ook veel oude bekenden, mensen die jaren wegbleven. Na de wedstrijd zie je ook de spelers in de cafés, meestal in groep, niet één of twee. Het zijn jongens uit de streek. Met Vlaams en Frans kan je hier met iedereen praten. Om bij andere ploegen te werken, moet je universitaire studies gedaan hebben om al die talen te spreken. Als je daar tactisch iets uitlegt, begrijpen ze je niet.”

Dat de semiprofs stilaan dromen van een profcarrière, vindt Bettens normaal. “Bij een topclub kunnen ze tien keer meer verdienen. Maar als je daar niet speelt, vergeet je dat geld snel, dan ben je alleen nog ongelukkig.”

Als Zulte Waregem Europees voetbal haalt, is dat voor het eerst sinds september 1999. Toen liet de dubbele confrontatie met de Finse amateurs van Lahti een bittere nasmaak. Wat vooraf als een opstapje naar een mooie campagne werd gezien, eindigde in een drama. Na de heenmatch (4-0-verlies) was het kalf al verdronken. Thuis werd de vernedering compleet. Waregem verloor met 1-2, Benny de Kneef scoorde de laatste Europese goal.

Lahti, zegt Bettens, was het doodvonnis van het grote Essevee. Die vernedering rechtzetten, dat zou pas mooi zijn. Tot Naessens : “Voorzitter, als we naar de Heizel gaan voor de bekerfinale, ga je er toch een nieuw dak op zetten ?” Naessens, droog : “Da’s niet nodig, ik zal maar direct een nieuw stadion bouwen, want als wij naar Brussel gaan, is de Heizel veel te klein.”

Het lijkt wel alsof Waregem weer hulp van hierboven krijgt. Gods vertegenwoordiger bij SV heet nog steeds André Vannecke. Van 1978 tot 1994 was hij deken van Waregem. Vijftig jaar geleden werd hij op het college (“Germain Landsheere is een oud-leerling van mij”) besmet met het Waregemvirus. Hij blijft bij de thuiswedstrijden geestelijke steun bieden, net zoals hij dat als een van de weinigen nog deed toen het oude SV in vierde klasse wegkwijnde. Hij gaf voorzitter Willy Naessens een dubbele raad. “Financieel onafhankelijk blijven en met Vlaamse spelers blijven werken. Als ze het plaatselijke dialect verstaan, kunnen ze met iedereen babbelen. Als onze keeper de bal uitgooit, moet hij niet eerst een kwartier nadenken in welke taal hij een ploegmaat moet toeroepen.”

Dat de nieuwe deken geen voetbalfan is, stoort Prudent Bettens niet. Hij is er gerust in. “God ziet Waregem graag. Moest hij kwaad zijn op ons, hij had ons in de hel gestopt. Nu haalde hij ons vanuit het vagevuur weer naar de hemel.”

GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content