Luigi Pieroni is de revelatie bij Excelsior Moeskroen. Met dank aan Mbo Mpenza, want : ‘Zijn aanwezigheid is heel belangrijk voor mij.’

In de spelersruimte van Excelsior Moeskroen bladert Mbo Mpenza de kranten door. Om daarin te ontdekken voor welke ploeg hij straks voetbalt ? Over zijn bestemming wordt dagelijks gespeculeerd in de kolommen, maar zelf blijft hij er filosofisch bij. Op het moment dat dit interview plaatsvindt, wijst hij vooral op zijn nog tot juni 2006 doorlopende contract.

Blijven of weggaan ? Zulke vragen stelt Luigi Pieroni zich niet. Hij heeft zich bij Moeskroen geëtaleerd als de revelatie van de heenronde. Telkens als Marcin Zewlakow onbeschikbaar was – wegens een schorsing in het begin van het seizoen en een blessure in december -, greep Pieroni zijn kans. Acht goals flikkeren er al achter zijn naam, en er gaapt een enorme progressiemarge voor hem. Voor een vertrek van Mpenza is Pieroni geen vragende partij. “Ik steek zoveel van hem op, hij moet zo lang mogelijk bij Moeskroen blijven.”

Lou Pieroni en Mbo Mpenza zijn de twee spelers van Moeskroen die nog voor Standard hebben gespeeld. “Ik ben zelfs nog kampioen geworden met Standard”, grapt Lou. “Vijf keer op zes jaar zelfs. Maar dat was wel bij de jeugdploegen.” Zaterdag gaat Moeskroen op bezoek bij Standard. Maar eerst :

Onze beste wensen voor 2004 ! En wat mogen we jullie wensen ?

Mbo Mpenza : “Nog beter doen dan in de heenronde. Dat klinkt ambitieus, want we hebben in de eerste helft van het seizoen dertig punten gepakt. Maar waarom niet ? Je moet altijd ambitieus zijn en de lat hoger leggen, zij het wel in redelijke mate. Europees voetbal afdwingen zal voor Moeskroen wellicht iets te hoog gegrepen zijn, maar dicht bij een Europese plaats eindigen moet tot de mogelijkheden behoren. Vooral omdat Georges Leekens de groep nog probeert te versterken. Zo hoort het ook. Wie niet met concurrentie kan leven, moet ophouden een collectieve sport te beoefenen. Dat geldt ook voor mezelf. Ik heb geen enkel privilege bij Moeskroen. Als de trainer beslist om me op te stellen, komt dat omdat hij meent dat ik goed speel en goed train. Het is geen verworven recht, bedoel ik. Hard werken wordt altijd beloond, Lou is daarvan een goed voorbeeld. Van bij het begin heeft hij enorm zijn best gedaan en daar plukt hij nu de vruchten van. Hij hoeft zich niet ongerust te maken over de eventuele komst van een extra aanvaller.”

Luigi Pieroni : “Een ambitieuze ploeg heeft vier aanvallers nodig. Dat zal ook bij Moeskroen het geval zijn. Ik heb de heenronde sterk beëindigd, maar nu begint iedereen weer van nul. Dus zal ik de inspanningen moeten verdubbelen, maar dat schrikt me niet af. Ik besef dat ik nog niet op het niveau van de anderen sta. Ik kom uit de tweede klasse, ik heb dus een achterstand goed te maken. Mijn wens voor 2004 is dan ook : vooruitgang blijven boeken. Ik heb hier nog een contract voor twee en een half jaar, ik heb nog tijd genoeg om aan de toekomst te denken.”

Ben je verrast door het niveau dat je nu al bereikt ?

Pieroni : “Hadden ze me vooraf gezegd dat ik na de heenronde al acht doelpunten op mijn conto zou hebben, dan zou ik daar natuurlijk voor getekend hebben. Ik had me niet aan zo’n vlugge aanpassing aan de eerste klasse verwacht. Niet vergeten dat ik vier seizoenen met Luik in de tweede klasse achter de rug heb. Bij Luik trainde ik vier keer per week, telkens ’s avonds. In de periode van de voorbereiding trainde ik bij Moeskroen twee keer per dag. Dan heb je het toch over een totaal andere arbeidsintensiteit. Daar begin ik nu pas aan te wennen. Uithouding was nooit mijn sterke punt, mijn troeven liggen meer op het vlak van de snelheid. In het begin heb ik dus wel afgezien.

“Ik was 23 jaar, voor mij was het een kwestie van nu of nooit, er viel geen tijd meer te verliezen. Georges Leekens heeft me trouwens al gezegd dat ik beter twee jaar eerder in de eerste klasse was beland. Hij spoorde me aan om hard te werken om die achterstand in te halen. Dat heb ik gedaan. In de eerste wedstrijd tegen Standard speelde ik mijn eerste minuten in eerste klasse, ik ben toen een half uur voor tijd ingevallen. Sindsdien gaat het met hoogten en laagten, maar ik heb geprobeerd om elke kans die ik kreeg te grijpen.”

Mpenza : “Lou is op alle vlakken wat je een opportunist zou kunnen noemen. Op alle vlakken, dus ook voor het doel. Zijn doorbraak verwondert me niet. Hij is een jongen die luistert. Dat is belangrijk. Er wordt op training wat afgescholden tussen de spelers, maar Lou is iemand die altijd kritieken aanvaardt, net zo goed de negatieve als de positieve. Hij beschouwt kritiek als wijze raad, en de fouten waarop men hem wijst, probeert hij te corrigeren. Als hij zo doorgaat, heeft hij straks zijn plaats bij om het even welke eersteklasser.”

Wat moet hij nog verbeteren ?

Mpenza : “Hij moet nog beter zijn kalmte bewaren wanneer hij in balbezit is. Maar dat is normaal gezien zijn tekort aan ervaring in eerste klasse. Voorts moet hij nog iets sterker worden, al loopt hij enorm veel tijdens een wedstrijd. En in tactisch opzicht zijn er nog enkele tekortkomingen, maar die verdwijnen naarmate hij speelt. Het zijn kleine dingen, die kan hij gemakkelijk bijsturen. Maar voor zijn leeftijd is hij ongelooflijk sterk voor het doel. Dat is niet iedereen gegeven. Als hij zo doorgaat, steekt hij me straks zeker voorbij in de stand van de doelschutters. Hij volgt nu al op amper één doelpuntje, terwijl hij veel minder gespeeld heeft dan ik en bovendien geen enkele keer heeft gescoord op strafschop. Ik zal blij zijn als hij me inhaalt. Ik ben er ook om hem te helpen.”

Pieroni : “De aanwezigheid van Mbo aan mijn zijde is heel belangrijk. Tijdens een match praat hij enorm veel tegen me, zonder ophouden corrigeert hij mijn positie. Dankzij hem lever ik minder nutteloze inspanningen.”

Mpenza : “Lou had de neiging om te veel te lopen. Dat is logisch op zijn leeftijd : in het begin wil je altijd te veel doen, wil je je bewijzen voor je trainer en je ploegmaats. In mijn eerste seizoen in eerste klasse maakte ik dezelfde fout. Soms zie ik Lou op de plaats van Steve Dugardein staan. Dat is zijn rol niet, zijn plaats is voor het doel. Hij begint dat stilaan te begrijpen. Veel trainers verkondigen dat aanvallers in het moderne voetbal de eerste verdedigers zijn. En oké, natuurlijk mag je niet passief blijven als de tegenstander de bal heeft. Maar je moet als aanvallers ook niet in alle hoeken van het veld de longen uit je lijf lopen om te verdedigen.”

Moeskroen begint de terugronde met een uitwedstrijd tegen Standard. Is dat voor jullie een speciale wedstrijd ?

Mpenza : “Natuurlijk. Ik heb nog bij Standard gespeeld en ik ken er nog altijd veel mensen, zowel op als naast het veld. En dat mijn broer Emile in het andere kamp loopt, geeft uiteraard ook kleur aan die match. Ik heb nog nooit tegen hem gespeeld in een officiële wedstrijd.”

Pieroni : “Ik ben bij Standard opgeleid, bij de jeugdploegen heb ik samengespeeld met jongens als Jonathan Walasiak, Onder Turaci, Joseph Yobo en Rabiu Afolabi. Toen was ik nog niet de aanvaller die ik nu ben. Bij de junioren heb ik ongeveer op alle plaatsen gespeeld : verdedigende middenvelder, stopper, rechterback… Om te leren verdedigen, zegden ze.

“Dit seizoen had ik naar Standard kunnen terugkeren, maar met de komst van Alexandros Kaklamanos en Sambegou Bangoura zag ik dat niet zitten. Ik had niet het gevoel dat ik veel zou kunnen spelen. En ook : als ik zaterdag speel, zou ik de mensen van Standard graag tonen – met daden, niet met woorden – dat ik meer waard ben dan het contract dat ze me voorstelden. Scoren op Sclessin zou me een intense vreugde verschaffen. Maar het is aan de trainer om te beslissen of ik speel.”

Hebben jullie nog veel herinneringen aan Standard ?

Pieroni : “Uiteraard, ik heb er zes seizoenen gespeeld, van mijn twaalfde tot mijn achttiende. Mijn beste herinneringen, dat zijn natuurlijk die vijf titels in zes jaar tijd. Jammer genoeg, nadat ik alle jeugdreeksen had doorlopen, lieten ze me bij Standard verstaan dat ik niet goed genoeg was om bij de invallers te spelen. Ik zou de vierde aanvaller van het B-team worden. Daar bedankte ik voor, dan ging ik liever bij Luik in tweede klasse spelen.”

Mpenza : “Ik bewaar zeer goede herinneringen aan mijn periode bij Standard, maar ook een paar slechte. Ik denk met spijt terug aan de blessures die ik er had en die me vaak verhinderd hebben om het beste van mezelf te geven. En niet alleen Emile en ik raakten geregeld geblesseerd. De ploeg stond bijna nooit compleet. Waren de trainingen wel goed gedoseerd ? Ik weet het niet. Ik was nog jong toen, ik deed wat men mij vroeg. Nu ken ik mijn lichaam veel beter, kan ik veel beter inschatten wat goed en slecht voor me is. Sommigen beweren dat ik fragiele spieren heb. Ik heb in mijn hele carrière nog maar twee of drie keer een contractuur gehad en één spierscheur. Daarentegen heb ik al veel met mijn enkels gesukkeld.”

Kan Standard nog kampioen worden ?

Mpenza : “Als Anderlecht geen steken laat vallen, wordt het kampioen. Maar voor de tweede plaats is Standard zeker kandidaat. Dat zou hen in de Champions League brengen : doel meer dan bereikt, zou ik zeggen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het bestuur van Standard het team volgend seizoen nog zal versterken.”

door Daniel Devos

‘Met Standard ben ik in zes jaar tijd vijf keer kampioen geweest.’ (Luigi Pieroni)

‘Lou is op alle vlakken wat je een opportunist zou kunnen noemen.’ (Mbo Mpenza)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content