Die Igor toch. ‘In het begin sliep ik hier met een muts op en handschoenen aan.’ Maar inmiddels, zegt De Camargo, is hij wel gegroeid bij Heusden-Zolder. ‘Ik heb bijna alles met het hoofd gescoord.’

Blank, zwart en een beetje gek

Wat mogen we weten over de roots van Igor De Camargo ? En waarom heet een Braziliaan Igor ?

De Camargo : “Waarom ik Igor heet, dat moet je aan mijn moeder vragen (lacht). In mijn familie is het toch een beetje gek : mijn moeder is blank, mijn vader is zwart, maar ze zijn allebei Braziliaans. Igor is Russisch en mijn zus heet Hayle, wat Afrikaans is. Helemaal anders, hé (lacht).

“In Brazilië woonden we in een stadje op vierhonderd kilometer van de zee. Daar, in Porto Feliz, zie je net als overal in Brazilië op elke vrije vierkante meter een voetbalplein en er is ook een profclub. Met de junioren van Ponte Preta speelde ik in eerste klasse. Maar ik heb ook op straat gevoetbald, met de ambitie om prof te worden. Ik kon moeilijk anders : mijn grootvader was voetballer, mijn vader ook, die speelt nu nog altijd bij de veteranen. Dan moet je zelf ook wel voetballer worden, hé (lacht).

“Mijn vader is nu van beroep leraar biologie en ook mijn moeder heeft gestudeerd om les te geven, maar doet nu boekhouding. Misschien komen ze volgend jaar met mijn zus naar hier. Want elke dag mis ik mijn ouders en missen zij mij. Elke dag bellen ze ook. Vroeger, zie je, had ik altijd mijn moeder nodig om mijn kleren terug te vinden, maar nu lukt dat toch al alleen (lacht). Maar zonder je familie leven is niet altijd makkelijk, hoe goed de Belgische mensen ook zijn die mij hier opvangen. Familie en jeugdvrienden achter moeten laten, is altijd erg. Ik ben niet getrouwd, maar mijn ring is een aandenken aan mijn vriendin Giovanna in Brazilië. In januari komt ze naar hier en dan zullen we zien hoe goed ze zich kan aanpassen. Het zou goed zijn voor mij ook.”

Met de steun van Hem

Hoe is Igor De Camargo uit Brazilië bij Genk terechtgekomen ?

De Camargo : “Dat is drie jaar geleden gebeurd via PaulStefani hier en FranciscoLopez ginder. Ik was 17 en ik mocht testen bij Racing Genk. Ander land, andere cultuur én helemaal alleen. Maar ik had niks te verliezen, alleen alles te winnen. Mijn Braziliaanse manager is meegekomen tot in Parijs, daarna stond ik er alleen voor. Hierboven hebben Ze mij in die dagen ook geholpen. De man die mij van Zaventem naar Genk bracht, Domenico Lasalle, sprak alleen Italiaans. Ik was zeventien jaar, nooit in het buitenland geweest of gevlogen. Mijn ouders hebben mij gelukkig ook altijd gesteund en dat is heel belangrijk voor mij. Want de eerste maanden had ik het niet zo makkelijk, omdat alles nieuw was, maar ook door de kou (lachje). Ik hou niet van kou. Ik haat het zelfs. Echt, ik kan er niet tegen. In het begin dat ik hier was û het vroor elf graden û sliep ik met een muts op en handschoenen aan, want mijn kamer had geen verwarming (grijnst).

“Ik ben opgevangen bij LucienneJanssens. Ze heeft nog drie eigen kinderen, maar ze woont alleen. Haar man is tien jaar geleden gestorven. Ik ben daar schitterend opgenomen in de familie. Ondertussen kan ik op feestjes ook al wat praten tegen de rest in plaats van daar maar wat te zitten kijken of in een woordenboek te bladeren zoals vroeger (lachje). Ik ben ook al veel bij EddyPepels, onze verzorger, thuis geweest om te eten en ik zit ook in de kleedkamer veel met hem te praten en te lachen of een kop koffie te drinken. Fijne gast, goeie verzorger. Ik probeer net als hij altijd vroeger dan de rest op de club te zijn. Dan kan ik ook de kranten nog wat lezen. Ik voel me daar goed bij. Net in de dagen voor de wedstrijd tegen Anderlecht stuurde Eddy mij een bericht om te zeggen dat hij in de kerk een kaars voor mij aan het branden was. Toen ik in die wedstrijd de eerste goal maakte voor Heusden-Zolder ben ik dan ook direct naar hem toe gelopen.

“Daarom probeer ik ’s zondags ook nog altijd zelf naar de mis te gaan. Voor mij is dat ook in mijn leven naast het voetbal een steun. Ik vraag altijd om niet geblesseerd te raken en mijn tegenstanders ook niet. Jezus heeft zoveel gedaan voor ons dat ik het jammer vind dat veel mensen Hem niet kennen. Maar met Hem is het soms ook moeilijk : ik had voor het seizoen zoveel gebeden, maar het lukte niet. Maar ik ben blijven geloven en praten met Hem. Als je dan geduld hebt, komt het zeker in orde. Weet je, er zijn weinig Brazilianen die zo’n kans krijgen als ik, want er lopen zóveel voetballers dat je niet zomaar elke dag iemand tegenkomt die zegt dat je in Europa mag gaan spelen. Ik heb die kans dan ook met twee handen gegrepen.”

Van de vloer naar het plafond

Hoe kijkt Igor De Camargo aan tegen Racing Genk en Heusden-Zolder ?

De Camargo : “Ik behoor nog altijd toe aan Genk, maar ik werk nu voor Heusden, ik scoor voor hen – maakt niet uit tegen wie, dus ook tegen Genk, zoals in de beker. Genk stuurde mij naar Heusden-Zolder en voor mij is dat goed geweest : zo kan ik elk weekend spelen, want bij Genk zaten vorig seizoen Sonck en Dagano in bloedvorm. Het was hún jaar, ik kon niks doen. Ik probeer nu mijn best te doen om te kunnen terugkeren naar Genk. Dat ik na het vertrek van Sonck en Dagano geen kans kreeg bij Genk, daardoor was ik wel een beetje teleurgesteld. Maar het was uiteindelijk ook goed voor mijzelf : ik kon bij een kleinere club ervaring opdoen. Een huis bouwen begin je bij de vloer, niet bij de tegels van het plafond. Genk is wat te snel geweest voor mij : van de eerste keer een topploeg om zonder ervaring in eerste klasse te spelen. Nu zit ik bij een goeie ploeg om beter te worden.

“Van de voorbereiding heb ik een deel gemist door de laterale band van mijn knie die gescheurd was en door een ingegroeide teennagel. De dokter zei dat ik geen lange afstanden mocht lopen, dus ik kon alleen met de bal mijn conditie opbouwen. Dat ik er nu toch sta, heb ik aan PeterBalette te danken. Mij laten spelen zonder conditie, dat zou waarschijnlijk geen enkele andere trainer doen. Hij praat niet alleen op het veld met mij, hij probeert ook naast het veld te zorgen dat ik bijleer.

“De tactiek van Peter Balette was met één centrale spits en twee aanvallende flanken. Op papier was dat heel aanvallend, maar het lukte gewoon niet. Pech. Nu hebben we de weg gevonden. Hoe dat komt weten Ze hierboven (lacht). Geluk en geduld heeft er ook mee te maken, denk ik. Met vijf middenvelders en mij alleen voorin, wordt het zeer moeilijk voor de tegenpartij. Tegen Genk zag je dat ze er met twee middenvelders tegen drie bij ons niet doorkwamen. Eigenlijk vraagt Peter Balette geen andere dingen van mij dan SefVergoossen. Alle twee vragen ze altijd om simpel te spelen en acties te maken in de zestien.

“Ik ben, vind ik, al enorm gegroeid dit seizoen : ik leer voortdurend bij, ik ben sterk geworden met het hoofd û ik heb al bijna alles met het hoofd gescoord (lacht), ik kan de bal vasthouden. Toen ik bij Genk zat, viel ik gemakkelijk ; nu is mijn lichaam sterk geworden, blijf ik ook meer voorin in plaats van mij telkens te laten terugzakken. Een spits, heb ik geleerd, moet dichter bij het doel blijven. Een doelpunt is alles voor een spits en als je dan een tijd niet scoort, voel je dat. Maar de champagne die ik na de wedstrijd tegen Anderlecht kreeg voor de eerste goal van Heusden-Zolder, heb ik daarna niet meer gezien (lacht). Ik heb hem op de club achtergelaten. Ik weet niet of iemand hem opgedronken heeft. Of misschien staat hij bij de trainer (lacht).

“Je ziet dat alle ploegen inzien dat ze moeten oppassen tegen Heusden-Zolder. Tegen grote ploegen hebben we al goed gespeeld. Nu moeten we bewijzen dat die motivatie er ook tegen de kleinere is, want ik vind dat daar toch een verschil

in motivatie in zat. De uitspraken van de voorzitter dat de kern uitgedund zou worden, was gewoon de tik die we nodig hadden. Als je ziet welke namen er bij Heusden zitten, dan moest het gewoon beter. In het begin hadden we geen collectief ; nu een zeer sterke ploeg. Dat er aanvankelijk geen collectief stond, heeft te maken met het andere systeem, met de andere spelers. Ik had voordien alleen met die jongens van Genk gespeeld. Nu kennen we elkaar, weten we hoe we lopen als een ander de bal heeft.

“Dat er versterking uit Scandinavië zou komen, was wel een extra tik voor mijzelf. Maar ik blijf gewoon mijn werk doen, dus zorgen maak ik mij daar niet over. Ik zie het ook als een signaal voor de groep om beter te worden. Nu, vind ik, is dat niet meer nodig. We trainen nu meer ontspannen, zonder druk. Het voetbal dat wij brengen, is zeker niet slecht, mooi zelfs. Maar als je dan ziet dat dit stadion leeg zit, is dat wel iets minder leuk. Met Anders Nielsen zijn we van bij het begin van het seizoen wel wat van onze creativiteit verloren. Pech voor ons, maar we hebben zeker nog kwaliteit genoeg om te laten renderen. Heusden-Zolder kan zich dit seizoen zeker redden.”door Raoul De Groote

Door Raoul De Groote

‘De champagne die ik na Anderlecht kreeg, heb ik niet meer teruggezien.’

‘Het is niet onmogelijk dat ik ooit voor de nationale ploeg speel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content