Nog een snotaap was Igor de Camargo toen KRC Genk hem in de Limburgse grond zijn eerste kiemen liet steken voor een florissante Europese carrière. Nu keert de Braziliaanse Belg terug naar de club waar het voor hem allemaal begon. Langs soms hobbelige wegen pikte hij intussen bagage op die hij in 2000 nog miste.

Het nieuwe schooljaar is nog aan het ontluiken als in die nazomer van 2000 Igor de Camargo bij KRC Genk neerstrijkt. Hij is een dan nog onbekende spits uit Porto Feliz. Naar verluidt is De Camargo dribbel- en kopbalsterk, zeer snel en hard in de duels. Met die woorden in een piepklein krantenbericht maakt België kennis met hem. Paul Stefani, al vijftien jaar de makelaar van De Camargo, vertelt: ‘Igor belandde bij mij via een Nederlandse meneer die ik kende, Domenico La Sala. Hij had een restaurant in Eindhoven. Daar kwamen Romário en Ronaldo over de vloer in de tijd dat ze bij PSV speelden. Zo rolde La Sala een beetje in het voetbal. Iemand uit Brazilië zette op een dag Igor bij hem neer. Maar La Sala kon niet voor ploegen zorgen. Dus kwam hij met Igor naar mij. Ik liet hem testen bij Patro Eisden en Fortuna Sittard. Daar maakte hij 26 goals in 6 wedstrijden. Maar Nederlandse clubs moesten spelers van buiten de Europese Unie een heel hoog minimumloon geven. Dat ging Sittard niet op tafel leggen voor een snotaap van 17. Dus trok ik met hem naar Genk, een club die geweldig aan het opkomen was. Hij mocht al vlug eens meespelen met de invallers, tegen Beveren. 3-2 werd het. Igor maakte twee goals en gaf de assist voor de derde. Johan Boskamp, toen de trainer van Genk, zei: ‘Direct nemen.’ Maar Genk wilde hem eerst nog een keer aan het werk zien. Ik zei tegen Jos Vaessen, in die tijd de voorzitter, dat de dollar aan het stijgen was. Hoe langer Genk wachtte, hoe duurder De Camargo werd. Maar Vaessen antwoordde: ‘Als hij goed is en we willen hem, dan betaal ik dat wel bij.’ Igor speelde nog eens mee tegen Charleroi. Genk won met 2-5. Igor scoorde weer twee keer en gaf twee assists. Toen was het in orde.’

1. Onderdak bij ‘moeke’ KRC Genk (2000-2003)

‘Op dat moment deed ik een van de belangrijkste zaken die ik in de carrière van Igor gedaan heb’, gaat Stefani door. ‘Sommigen wilden hem in een pleeggezin in Genk onderbrengen, maar ik wilde hem in een pleeggezin dat ík kende. Ik bracht hem naar een weduwe. Lucienne was haar naam, maar we noemden haar altijd moeke. Zij verzorgde Igor als een koning. En via haar en haar kinderen pikte Igor al vlug wat Nederlands op. Hij heeft een onvoorstelbare talenknobbel.’

KRC Genk ziet in dat De Camargo nog wat moet rijpen, maar schuift hem toch al een meerjarig contract onder de neus in november 2000. Later die maand verdwijnt De Camargo even van het Belgische toneel. Voor de uitleg achter die vreemde kronkel wijst Stefani naar politicus Jean-Marie De Decker, eind 2000 senator voor VLD. ‘Niet EU-spelers moesten 18 jaar oud zijn en De Decker opende de jacht. Igor was 17 jaar en 6 maanden. Dus stuurden we hem voor alle zekerheid een halfjaar terug naar Brazilië.’

In mei 2001, na zijn achttiende verjaardag, meldt De Camargo zich weer bij KRC Genk, waar hij blijft tot 2003. Tijdens die periode, waarin trainer Sef Vergoossen de club aan zijn tweede landstitel helpt, komt De Camargo maar in tien matchen in actie. Hij kan zich moeilijk doorzetten. ‘Geen wonder’, zegt Stefani. ‘In de voorste linie van Genk liepen toen Wesley Sonck en Moumou Dagano.’ De Camargo houdt aan die eerste periode wel een mooie herinnering over: zijn debuut in de Champions League, in 2002. Tien minuten op het veld van Real Madrid. ‘6-0, maar dat moment pakken ze me nooit meer af.’

2. Vonken op het veld Heusden-Zolder (2003-2004)

In de zomer van 2003 stuurt KRC Genk zijn Braziliaan naar Heusden-Zolder, een satellietclub die even komt piepen op het hoogste niveau. Heusden-Zolder slaagt er in de eerste klasse maar niet in om een goal te maken, zes matchen lang. Stefani: ‘Toen zei de VRT dat de eerste die zou scoren naar de studio zou mogen komen. En wie was dat? Igor natuurlijk.’

Peter Balette, indertijd de trainer van Heusden-Zolder, nu assistent bij KRC Genk, zegt: ‘Toen ik Igor in 2003 onder mijn hoede kreeg, was hij nog een jong veulen. Op het veld schoten de vonken van hem af. Wat was die gast gretig. Op een bepaald moment kwamen zelfs spelers bij mij om te zeggen: ‘Coach, je moet Igor wat intomen, anders houden we geen volk over voor zondag.’ (lacht) Ik geloof dat de huidige sportief directeur van KRC Genk daarbij was, Dimitri de Condé. Igor wou de mensen van KRC Genk heel graag bewijzen dat hij wél belangrijk kon zijn voor hen. Maar in die tijd had hij natuurlijk nog een hele progressiemarge: op het vlak van techniek bijvoorbeeld, zijn linkervoet ook. En zijn lichaam was nog niet uitgegroeid. Hij was wel al groot, maar ook rank. Pezig, maar nog niet musculair gevormd. Ik herinner mij dat ik hem op training soms eens tegenover Eric Matoukou zette. Zo kreeg Igor een tegenspeler aan wie hij niet alleen moest uitdelen.’

Bij Heusden-Zolder speelt De Camargo bijna elke match. De degradatie kan hij niet afwenden, maar hij kroont zich met tien goals wel tot de topschutter van het team.

3. Ruzie met Vaessen KRC Genk (2004-2005)

Na zijn terugkeer naar KRC Genk maakt De Camargo in de zomer van 2004 twee belangrijke goals voor KRC Genk, tijdens de Intertotomatch tegen Borussia Dortmund. Die treffers leidden de Limburgers naar een 1-2-zege. Het team van René Vandereycken mag voort voetballen in Europa. ‘Die match was een belangrijke stap in de verdere toekomst van de club’, vindt Stefani. ‘Dortmund kloppen, weet je wel wat dat wil zeggen? Vlak na die match zei de grote Jos Vaessen tegen Igor: ‘Volgende week heb je een nieuw contract.’ Vier maanden later was dat er nog niet. Toen kregen we ruzie.’

Naarmate het seizoen vordert, komt De Camargo ook almaar minder vaak aan de bak. Stefani: ‘Igor vroeg me dringend een nieuwe club te zoeken voor hem. Vaessen had hem gezegd dat hij niet meer zou spelen. Ik stapte naar Emilio Ferrera, die toen trainer was bij FC Brussels en die ik goed ken.’

4. In de schaduw van de Basiliek FC Brussels (2005-2006)

‘Hier voel ik wel vertrouwen’, laat De Camargo zich in de winter van 2005 al snel ontvallen in de hoofdstad, waar hem weer de degradatiestrijd wacht. Een stap achteruit, denkt de buitenwereld. Maar De Camargo wil reculer pour mieux sauter. Meteen na zijn overgang wordt hij basisspeler bij Brussels. Hij maakt 5 goals in 13 matchen. En in de eerste helft van het volgende seizoen gaan zijn statistieken pas echt blinken. Ook bij Albert Cartier, de nieuwe trainer, is hij een certitude. In de tweede helft van 2005 treft De Camargo 9 keer raak in 15 matchen.

In september 2005 scoort hij tegen Zulte Waregem. Dat doelpunt noemt De Camargo achteraf een ommekeer: ‘Ik kreeg vanop rechts een pass en ik pláátste de bal binnen. Ik had nooit gedacht dat ik ooit zo’n doelpunt zou maken. Vanaf dat moment ben ik anders gaan denken. Vroeger trapte ik gewoon: boem! Als je een wedstrijd van bij Genk herbekijkt, zie je mij links lopen, rechts, terugzakken. (…) Mijn plaats is in de zestien. Ik ben een afwerker.’ Het sluit aan bij opmerkingen die Cartier hem geeft. ‘Hij drukt erop dat ik me minder moet uitsloven tijdens een match’, vertelt De Camargo ook nog in die periode. ‘Vorig jaar was ik vaak uitgeput tegen de tijd dat ik voor doel kwam.’

Intussen leeft De Camargo in de schaduw van de Basiliek van Koekelberg, waar hij als bijzonder gelovig man vaak naar de mis gaat. Daarnaast is muziek heel belangrijk voor hem; hij neemt regelmatig een gitaar ter hand. Hij vertelt eens: ‘Wanneer ik op een veld sta, hoor ik constant muziek in mijn hoofd. Ik speel op dat ritme.’ Ook is zijn vriendin Giovanna overgekomen uit Brazilië. De twee gaan een leven opbouwen in België. En De Camargo blijft barsten van de ambitie. ‘Na FC Brussels trek ik naar een grotere club’, zegt hij in januari 2006. Zijn woorden zijn nog niet koud als de kranten berichten over interesse van Club Brugge. Maar competitieleider Standard gaat met hem aan de haal. De kranten verbinden aan de overgang een transfersom van 1 à 1,5 miljoen euro.

5. Een praatzieke François Standard (2006-2010)

Zijn start in de Vurige Stede ligt al vlug aan diggelen. Begin maart 2006 komt hij slecht neer in een bekermatch. Pas medio 2006 kan zijn Luikse avontuur echt beginnen. Intussen heeft hij een procedure om Belg te worden in gang getrokken. Eerst motiveert hij die beslissing door te zeggen dat het voor EU-burgers makkelijker is om een transfer te versieren; gaandeweg neemt hij ook almaar vaker de term Rode Duivels in de mond.

Het duurt in de tweede helft van 2006 even vooraleer hij zich echt in de ploeg kan knokken, maar dat lukt vanaf november. En de twee volgende seizoenen komt De Camargo telkens zo’n 20 keer aan de aftrap en legt hij er iedere keer 8 in het mandje. Zo heeft hij zijn aandeel in de titels van 2008 en 2009, al blijft hij toch altijd in de schaduw van zijn spitsbroeders Milan Jovanovic en Dieumerci Mbokani.

Pierre François, voormalig algemeen directeur van Standard, reageert enthousiast op de vraag om herinneringen op te halen aan De Camargo. ‘Met plezier’, zegt hij, waarna hij een minutenlange monoloog afsteekt. ‘Het was in 2006 voor ons een prioriteit om Igor te overtuigen. We wisten dat hij veel potentieel had. Maar hij is een nog betere speler geworden dan je kon voorspellen op basis van zijn intrinsieke voetbalkwaliteiten. Dat dankt hij aan zijn gemoed, aan zijn drang om het goed te doen, aan zijn oog voor het collectief en aan zijn verantwoordelijkheidszin in de kleedkamer. Hij integreerde zich onmiddellijk in de geest van Standard. En op sportief vlak was hij erbij op grote momenten. Ik herinner me de zestiende finale in de Europa League tegen Salzburg. In onze thuismatch stond Salzburg bij de rust 0-2 voor. Nadien werd het 1-2 en toen maakte Igor de 2-2. Met de voet, van bijzonder ver. Een schot van een magnifieke zuiverheid. Geloof me, ik ben normaal niet zo praatziek en ik zwaai niet gauw met complimenten, maar voor Igor maak ik graag een uitzondering. Als je kijkt naar de spelers die vandaag rondlopen in België, is hij een van de tien meest opmerkelijke.’

In 2010 heeft De Camargo, intussen Belg én Rode Duivel, dan zijn toptransfer beet, een overgang naar Borussia Mönchengladbach. Stefani: ‘Toen fluisterden Duitse journalisten dat ik een mirakel had verricht door hem voor 5,4 miljoen euro te verkopen. ‘Zoals De Camargo lopen er tienduizenden in Duitsland rond’, zeiden ze.’

6. ‘Altijd relaxed’ Borussia Mönchengladbach (2010-2013)

De Camargo vindt bij Gladbach zijn Standardploegmaat en landgenoot Dante terug. En er is ook Anderson Bamba, nog een Braziliaan. ‘Maar Igor trok niet specifiek met die jongens op’, vertelt Filip Daems, die de voorbije tien jaar de kleuren van Gladbach verdedigde. ‘Igor komt met iedereen goed overeen. Een sympathieke gast, een open jongen ook, met dat typisch Zuid-Amerikaanse tintje: altijd relaxed. Hij pikte bij Gladbach snel wat Duits op en trok zijn mond open als hij iets te zeggen had.’ Stefani zegt: ‘Igor is geen wereldklassespeler, maar hij bouwde toch een schitterende carrière op. Waarom wilden altijd zo veel ploegen hem? Omdat hij een belangrijke jongen in de kleedkamer is. Ik kan me niet herinneren dat Igor ooit met een speler ruzie maakte.’

14 Gladbachgoals in 58 matchen prijken er op het cv van De Camargo. Daems: ‘In het begin speelde hij heel vaak, naar het einde toe iets minder. Maar op zich had hij wel een prima tijd in Mönchengladbach en deed hij het er goed. En Igor zal ginder altijd bekend blijven voor zijn heel belangrijke goal in 2011, in de dubbele confrontatie tegen VfL Bochum voor het behoud. Tijdens de heenmatch maakte Igor de 1-0 in de 93e minuut. We redden ons toen. Zoiets vergeten de fans niet. Het betekende voor de club een ommekeer; het jaar nadien werden we vierde.’

7. De Duitse degradatiestrijd TSG 1899 Hoffenheim (2013)

In de winter van 2013 gaat De Camargo op zoek naar meer speelgelegenheid bij TSG 1899 Hoffenheim, een club die tegen de degradatie strijdt. Maar Hoffenheim wordt geen succesverhaal voor De Camargo. De club kan de degradatie wel afwenden, maar de Braziliaanse Belg speelt er dan toch niet vaak. ‘Bij Hoffenheim liep het minder’, geeft hij achteraf toe. ‘De ploeg draaide niet, de kern was niet zo sterk.’

8. ‘Hulpje bij ongevallen’ Standard (2013-2015)

Medio 2013 keert De Camargo dan terug naar Standard, dat intussen in de handen is van Roland Duchâtelet. De Braziliaanse Belg legt uit dat hij het WK wil halen dat in 2014 plaatsvindt in zijn geboorteland. Hij is 30 jaar en beseft dat het zijn laatste kans is. De Camargo denkt dat hij in Duitsland te weinig aan spelen toekomt om kans te maken op een selectie. Hij heeft op dat moment al 9 caps verzameld, maar kon nog nooit scoren bij de nationale ploeg.

Op Sclessin maalt trainer Guy Luzon het Duivelsplan van De Camargo in mootjes. Hij kiest in de spits steevast voor het duo Michy BatshuayiImoh Ezekiel. De Camargo moet knokken om af en toe ook wat te mogen laten zien. Hulpje bij ongevallen, zo omschrijft een journalist hem eens. Toch blijft De Camargo zich onberispelijk gedragen, ook al ziet hij het WK aan zijn neus voorbijgaan. In die zomer van 2014 lijkt Standard toe te werken naar een vertrek van De Camargo, maar hij blijft uiteindelijk en in het seizoen 2014/15 wordt hij weer basisspeler. Het levert in de winter interesse uit Qatar op. De Camargo mag van Duchâtelet ginder eens gaan rondneuzen. ‘Maar toen we in Qatar waren,’ vertelt Stefani, ‘vroeg de voorzitter mij plots om terug te komen met Igor. Hij zei dat hij hem had laten gaan zodat hij kon zien waar hij in juli naartoe kon. Ik antwoordde: ‘Voorzitter, je gaat mij toch niet wijsmaken dat je hem naar hier hebt laten komen om naar de vogeltjes te kijken?’ Hij zei dat hij voorbarig was geweest.’

Igor blijft nadien even weg van de trainingen. ‘Hij was toen heel boos’, aldus Stefani. Maar als De Camargo enkele dagen na het debacle de draad bij Standard weer oppikt, laat hij zich op geen enkel moment verleiden tot een uithaal naar de directie. Hij werkt de rest van het seizoen keurig af en staat uiteindelijk in 35 van de 40 competitiematchen aan de aftrap. Hij pikt nog eens 11 goals mee.

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO BELGAIMAGE / LUC CLAESSEN

“Igor is geen wereldklassespeler, maar hij bouwde toch een schitterende carrière op.” makelaar Paul Stefani

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content