Tijdens wedstrijden van de jeugdteams van paars-wit verdringen makelaars elkaar langs de zijlijn, op zoek naar die ene witte raaf.

Het waait hard en de temperatuur flirt met het vriespunt. Toch staat er veel volk rond het veld in Neerpede om de U17 en de U19 te bewonderen. Zij die roepen en aanmoedigen, zijn de ouders. Hoewel ze in de meerderheid zijn, kunnen ze de aanwezigheid van enkele andere bovenmatig geïnteresseerde omstanders niet verhullen. “Eigenlijk is negentig procent van de aanwezigen hier spelersmakelaar”, grapt Mohamed Ouahbi, coach van de U17. “We zien hier elke week weer dezelfde mensen verschijnen. Ik snap wel waarom, want onze jeugdopleiding heeft nu eenmaal een uitstekende reputatie.” De Brusselse technische staf heeft al snel geteld dat er vandaag een tiental spelersmakelaars op Neerpede rondlopen. Eentje wil absoluut niet gezegd hebben dat hij een makelaar is, ook al filmt hij de hele wedstrijd lang elke beweging van één bepaalde speler en bevestigen zijn collega’s dat de man in kwestie er wel degelijk een is. De Engelse makelaars laten geen twijfel bestaan over de reden van hun aanwezigheid: “In België worden heel goede en vooral polyvalente middenvelders gevormd.”

Slagen onder de gordel

Zowel makelaars als bedrijven spotten jonge voetballertjes op steeds jongere leeftijd. Die mogen een officieel contract pas ondertekenen wanneer ze zestien zijn, maar dat weerhoudt de spelersmakelaars er niet van om al veel vroeger te gaan praten met spelertjes en hun ouders. Er is geen wet die hen dat verbiedt. “Een heleboel van mijn U17-spelers hebben al een makelaar”, vervolgt Ouahbi. Een ervaren Belgische makelaar die anoniem wil blijven, vult aan: “Wat is het eerste dat je als ouder doet wanneer Herman Van Holsbeeck tegen jouw 14-jarige zoon zegt dat er hem een profcarrière wacht? Een makelaar onder de arm nemen!” Sommige makelaars vinden het een waar plezier om met jonge spelers te werken. “Ik geniet daar echt van”, zegt Patrick De Koster, manager van onder meer Kevin De Bruyne. “Wij leveren goed werk voor die jongeren, die in het huidige voetbal zo belangrijk zijn geworden. Ik vind het fantastisch dat ik hen kan helpen op belangrijke momenten in hun carrière.” Tijden veranderen en jongeren worden steeds beter omringd. Vaak is het vooral voor de ouders een geruststelling te weten dat hun kind een goede begeleider bij zich heeft. “Wat nu bij Anderlecht gebeurt, zie je anno 2013 overal”, zegt Alain De Nil, zelf al jaren gepokt en gemazeld in het vak. “Ouders zoeken zelfs voor heel jonge kinderen al een makelaar. Niet het minst omdat dat hun kind er alleen maar interessanter en gewilder op maakt.”

Het voetbalwereldje is sowieso al een weinig transparant milieu en al zeker niet wanneer het over contracten en spelersmakelaars gaat. De meeste makelaars willen dan ook alleen anoniem getuigen, sommigen weigeren simpelweg te praten. “Eerlijk zijn is in deze wereld zowat een synoniem van slagen onder de gordel kunnen incasseren en ook weten hoe je daarop moet reageren”, meent José De Médina, makelaar van Michy Batshuayi en dienst broer Aaron, die opgeleid wordt bij Anderlecht. Elke makelaar beseft maar al te goed dat een van zijn cliënten op eender welk moment benaderd kan worden door een concurrent. Patrick De Koster: “Het gebeurt wel vaker dat een andere makelaar een speler probeert af te snoepen en mij vervolgens wil doen geloven dat de speler in kwestie vragende partij was.”

Die concurrentiestrijd beamen ook de andere makelaars. “Er zijn altijd kapers op de kust”, weet ook Kismet Eris, de makelaar van Christian Benteke. “Een speler mag uiteraard een andere makelaar nemen, maar vaak is de aanpak van de concurrerende makelaars weinig gepast. Ik heb de indruk dat gemene streken en slagen onder de gordel schering en inslag zijn bij de strijd om jonge spelers. Soms wordt het werk van jaren ongedaan gemaakt door een agent die plots uit het niets opduikt.”

Geen enkele makelaar wil kwijt hoe lucratief de jongerenbusiness is, maar de meerderheid noemt inzetten op jongeren een gewaagde gok, hopend dat een financiële meerwaarde op het juiste moment geïnd kan worden. Patrick De Koster: “Ik zou niet willen dat mijn verloning een impact heeft op het salaris dat mijn speler verdient, maar ik weet heel zeker dat bepaalde spelersmakelaars zonder licentie of scrupules tot zelfs de helft van het tekengeld van hun spelers opstrijken.”

Snel cashen

Onder de benaming spelersmakelaar vallen zowel de makelaars mét licentie als de makelaars zonder het benodigde diploma. Die laatste groep noemt zichzelf liever raadgever of begeleider.

Makelaars met een licentie hebben het gevoel dat zij het toch net iets meer verdienen om een speler te vertegenwoordigen. “Wij beschikken over de nodige kwalificaties en de mensen weten dat ze probleemloos met ons kunnen samenwerken”, zegt een anonieme agent. “Wij werken volgens de regels van de kunst.” De meerderheid van de gelicentieerde agenten heeft een heleboel spelers in portefeuille en werkt samen met specialisten uit verschillende sectoren om die spelers zo goed mogelijk te begeleiden. “Ik werk liever met wat minder spelers, die ik stuk voor stuk goed kan begeleiden”, vindt Patrick De Koster. Vandaar ook de kritiek op de grote makelaarsbedrijven die zo veel mogelijk spelers aantrekken om vervolgens alleen de besten goed te begeleiden.

José De Médina beschikt evenmin over een makelaarslicentie van de FIFA, maar begeleidt wel tal van jongeren op hun weg naar de top. “De officiële makelaars geven minder goede raad dan wij”, vindt De Médina. “Ik doe hun werk, maar heb niet hun statuut. Ik weet wanneer ik een beroep moet doen op een officiële makelaar – in bepaalde situaties kan die meer gewicht in de schaal leggen – maar ik kan ook zelf een onderhandeling voeren. Toch word ik vaak gehekeld en zelfs richting uitgang geduwd door makelaars mét een licentie.”

Hun visie op het officiële en het officieuze statuut mag dan wel verschillen, toch zijn alle makelaars het erover eens dat het tegenwoordig mode lijkt om je snel even in het voetbal te storten met maar een doel: zo snel mogelijk cashen. “Zulke makelaars noemen we dealmakers“, legt De Koster uit. “Ze fixen een transfer en verdwijnen nadat ze hun percentage hebben geïnd. Veel te vaak laten ze die spelers een zogoed als illegaal contract ondertekenen waardoor die het gevoel hebben dat ze geen kant meer op kunnen.”

Sommige clubs – het wordt echt een probleem – scheppen genoegen in een samenwerking met agenten zonder licentie en zelfs investeringsgroepen allerhande. Bij Anderlecht trachten ze dat te vermijden, maar “het is niet altijd even gemakkelijk om het kaf van het koren te scheiden”, geeft communicatiedirecteur DavidSteegen toe. “Toch proberen we de families van onze spelers steeds zo goed mogelijk te informeren.”

De jeugdwerking van Anderlecht is een ware goudmijn. Geen wonder dus dat men naar Neerpede komt om talentjes af te snoepen. “We kunnen ons daar op financieel vlak niet tegen wapenen”, weet Steegen. “Het gebeurt dus weleens dat er ons een toptalent door de vingers glipt.” Het grote nadeel voor de Belgische clubs is het feit dat ze hun jeugdspelers pas een profcontract mogen aanbieden zodra ze zestien zijn. “We doen ons uiterste best om elk talent te behouden door in te zetten op een goede omkadering, zowel op sportief als op sociaal en educatief vlak.”

DOOR ROMAIN VAN DER PLUYM – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Het is niet altijd even gemakkelijk om het kaf van het koren te scheiden.”

David Steegen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content