Met het publiceren van de transferinkomsten en uitgaven deze zomer liep Club Brugge vooruit op een streven naar meer transparantie. En op het clearing house dat er in december kan komen, als de clubs dat willen.
Velen denken dat een licentiedossier iets is van februari, als clubs hun hele boekhouding aan de controleurs van de licentiecommissie van de Pro League moeten overmaken om groen licht te krijgen voor het seizoen daarop. Niets is minder waar. Er zijn voortdurend tussentijdse controles: een stuk of vijf à zes, signaleert een clubleider uit 1A. Daarbij zijn er steeds nieuwe deadlines die moeten worden gehaald en cijfers die moeten worden meegedeeld. Onder meer over gedane uitgaven tijdens de verschillende transferperiodes.
Het zijn die cijfers die Arthur Lesaffre, de compliance manager van Club Brugge, onlangs meedeelde aan het auditcomité van de raad van bestuur van zijn ploeg, waarna de West-Vlamingen ze ook op hun website publiceerden, in het kader van meer transparantie naar het grote publiek. Bedragen over inkomende transfers, uitgaande transfers én vergoedingen aan de betrokken makelaarskantoren. De cijfers voor inkomende transfers (tijdelijke + definitieve) bedroegen 31.069.897 euro, die voor de uitgaande transfers (opnieuw tijdelijke + definitieve) 54.970.062. De zomertransferperiode leverde met andere woorden een bonus op van 23.900.165 euro. Daar moeten wel nog de commissielonen aan tussenpersonen worden afgetrokken. De totale som aan vergoedingen uit bemiddelingsovereenkomsten bedroeg 7.867.000 euro (excl. btw). Gemiddeld bedroeg deze vergoeding 5,27 procent van de waarde van een overeenkomst.
Gevraagd naar een reactie bij andere ploegen bleek dat die met gemengde gevoelens keken naar het initiatief van Club Brugge. Niemand bleek op voorhand op de hoogte. De ene juichte het toe en pleitte ervoor om alle profclubs te verplichten die cijfers openbaar te maken. Veel problemen zou die openheid overigens niet mogen opleveren, want elke ploeg is verplicht aan de licentiecommissie die cijfers mee te delen. Publiceren van die gegevens op de eigen website is een fluitje van een cent, al is Club Brugge ‘daarmee het snelste, wellicht omdat ze over het meeste personeel beschikken’, lachte één van de gecontacteerden.
Een andere toonde zich minder enthousiast. Zeker als het gaat om het bekendmaken van de totale som aan bemiddelingsvergoedingen. Club gaf geen openheid over alle deals afzonderlijk, signaleert hij. Dat gemiddelde van 5,27 vond hij weinig zeggend. ‘Echt transparant zou zijn om mee te delen wie hoeveel verdiende bij welke deal.’ Nog te veel makelaars spelen clubs tegen elkaar uit. Als ze zes procent krijgen bij de ene, gaan ze naar een andere voor een procentje meer.
Een makelaar die betrokken was bij een van de zomertransfers in Brugge aarzelt even bij de vraag of hij dat allemaal in de openbaarheid wil. ‘In andere landen is dat wel zo: wie het eerlijk speelt, kan daar weinig op tegen hebben. Van mij mag dat dus. Maar móét het in de media? ( lacht) U publiceert uw loon toch ook niet in het blad? Mensen weten niet wat u daar allemaal voor doet. Bij ons is dat ook zo. Zij zien bij zo’n cijfer alleen de inkomsten. Niet onze uitgaven vooraf.’
Hoe dan ook, de stap die Club zet, is een eerste in de richting van een echt clearing house, dat alle transfers moet gaan regelen in de hoop het aantal wanpraktijken (betalingen onder tafel, wilde bemiddelingspercentages) te verminderen. Dat clearing house kan er in principe dit najaar nog komen. De raad van mededinging veegde een eerste ontwerp van tafel, maar gaf onlangs haar fiat aan een gecorrigeerde versie. Op de volgende algemene vergadering van de Pro League, halfweg december, kan groen licht worden gegeven. Dan kunnen ook de regels worden bepaald, ook over openheid naar het publiek. Het clearing house zou onafhankelijk gaan werken, los van de Pro League.
Wat percentages betreft, wil ook de FIFA zich mengen, signaleert een bestuurder. Hij heeft al weet van een aanbeveling die vanaf eind deze maand in voege zou treden. De FIFA schuift een som van drie procent op het loon van de speler naar voor als billijke vergoeding voor geleverde prestaties. Gebruiken club en speler dezelfde makelaar, dan mag dat zes procent worden. Let wel: dat is maar een aanbeveling, geen verplichting. Clubs kunnen dat nog altijd naast zich neerleggen.
