In zijn autobiografie GoodFella herinnert Craig Bellamy zich de speler die twee jaar zijn ploegmaat was bij Liverpool FC. ” Steven Gerrard was alles wat ik van hem verwachtte en nog meer. Het was een fantastische voetballer die altijd zijn verantwoordelijkheid opnam. Er waren wedstrijden waarvan we wisten dat Stevie op zijn best moest zijn om te kunnen winnen. Dan was hij ook onze beste speler. Hij wilde altijd dat hij de motor van de ploeg was. Wij als spelers wilden dat ook, iedereen die betrokken was bij de club wilde het. Die verantwoordelijkheid, dat is een enorm gewicht op iemands schouders.”

Die druk dreef Steven Gerrard tot grote successen. In zeventien seizoenen speelde hij niet minder dan tien finales, waarvan hij er zeven won. Hij scoorde in die finales vijf keer. Dit alles bij een Liverpool dat veel minder sterk was dan in het verleden. Heel opvallend is ook dat Engeland geen enkele wedstrijd verloor waarin Gerrard scoorde (21 doelpunten in totaal). Veertien keer won Engeland, vier keer speelde het gelijk. Op belangrijke afspraken stond hij er altijd.

In 2005 werd Gerrard verkozen tot man van de wedstrijd tijdens de finale van de Champions League. Ook in de poulefase maakte hij het verschil voor de Reds. Liverpool moest in eigen huis met twee doelpunten verschil winnen van Olympiacos om zich als tweede van de poule te kwalificeren voor de knock-outfase. In de 86e minuut zorgde Gerrard, die net terugkwam na een blessure die hem twee maanden aan de kant had gehouden, met een krachtige halfvolley voor de verlossende 3-1. Het was een van de belangrijkste doelpunten uit zijn carrière. Op het einde van het seizoen werd Gerrard uitgeroepen tot beste speler van Europa en bij de verkiezing van de Gouden Bal eindigde hij als derde.

Zijn 100e Champions Leaguewedstrijd vierde hij in 2009 met twee doelpunten in de achtste finales tegen Real Madrid. Liverpool won met 4-0 en schakelde de Koninklijke uit. Acht jaar eerder scoorde hij met een gekruist schot in de knotsgekke finale van de UEFA Cup tegen Alavés (5-4-winst na verlengingen). Op 13 maart 2012 vierde hij zijn 400e wedstrijd in de Premier League met een hattrick, in de derby tegen Everton nog wel. Tegen die andere historische rivaal Manchester United opende hij in 2003 de score in de met 2-0 gewonnen finale van de League Cup.

Een van zijn knapste prestaties leverde hij in de finale van de FA Cup in 2006 tegen West Ham. Liverpool kwam al snel 2-0 achter, maar iets voorbij het halfuur zonderde Gerrard Djibril Cissé af, die voor de aansluitingstreffer zorgde. Met een volley maakte Gerrard zelf de gelijkmaker in de tweede helft. Nadat de Hammers opnieuw op voorsprong waren gekomen, was het alweer de kapitein van Liverpool die zijn ploeg redde. En hoe! In de 91e minuut trof hij raak vanop 30 meter. De goal werd verkozen tot doelpunt van het jaar. Liverpool won uiteindelijk na strafschoppen. Uiteraard zette Gerrard zijn strafschop feilloos om.

Steven Gerrard is nog altijd de enige voetballer die scoorde in de finale van de FA Cup, de League Cup, de Champions League en de UEFA Cup. Ook daarom plaatsen velen hem boven andere Liverpoollegendes als John Barnes, Ian Rush, Kevin Keegan en Kenny Dalglish. “Het verschil met Kenny en al die anderen is dat zij met tien wereldspelers rond zich voetbalden”, aldus John Aldridge (spits bij Liverpool van 1987 tot 1989). “Steven Gerrard droeg de ploeg, hij tilde ons naar een hoger niveau en won wedstrijden op zijn eentje. Daarom plaats ik hem boven Kenny als beste speler van Liverpool ooit.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content