“Heb een beetje geduld met ons.” Met die bede klampte de voorzitter Gaston Vets de verslaggevers op de persconferentie voor het seizoen aan. Voor het eerst sinds jaren werd in Lier niet gepraat over Europees voetbal als objectief. Een plaats in de linkerkolom, bij de eerste negen dus, en af en toe een uitschieter voor eigen publiek : het volstond als ambitie. Op het Lisp waren de nog steeds talrijke supporters de voorbije twee jaar vooral ontgoocheld geweest over het vertoonde spel. Daarom, én om de lening voor de bouw van de nieuwe tribune af te betalen, was ook in één klap een talentvolle lichting eigen jongeren verkocht.

Opmerkelijk is dat Lierse nauwelijks één jaar later al opnieuw grote kuis houdt. Niet alleen een deel van de overblijvers van vorig jaar mag/moet weg, ook een paar van de nieuwkomers. Zoals libero Nikolovski en aanvaller Frigaard, twee ervaren spelers van wie trainer Regi Van Acker hoopte dat zij het elftal zouden gaan leiden. Ondanks veel goeie wil slaagden zij daar nauwelijks in. Te weinig kon het Lierse new look overtuigen. Thuis stuntte het één keer : tegen Anderlecht (2-0). Maar zodra het team in de rangschikking wegzakte en met degradatievoetbal geconfronteerd werd, viel er ook steeds meer faalangst te bespeuren.

Het pleit voor het Lierse bestuur dat het in moeilijke omstandigheden trouw bleef aan de keuze voor het sportieve project onder leiding van Van Acker. Ook al kon die de vrije val niet stoppen en zag hij zijn ploeg dezelfde fouten maken als vorig jaar : doelkansen de nek omwringen, achterin de individuele fouten opstapelen, op het middenveld veel inzet en goeie wil aan de dag leggen, maar weinig ideeën.

Ook drie opeenvolgende thuismatchen tegen Beveren, RWDM en La Louvière volstonden niet om zich definitief uit de gevarenzone weg te werken (1 op 9). Pas toen Beveren moegestreden afhaakte en Aalst door de extra-sportieve perikelen nauwelijks nog aan voetballen dacht, kon het enigszins opgelucht adem halen. De beslissende wedstrijd tegen Eendracht Aalst was een perfecte illustratie : voor de rust werd Lierse weggevoetbald, maar eens het in de slotfase op voorsprong kwam en het degradatiespook verdween, lukte plots weer alles. Dat Lierse zonder druk wel degelijk kan voetballen, bewees het een week later uit bij Gent. Het waws niet een ervaren speler die zich tot de moter van de ploeg ontpopte, maar de nog steeds jonge en bijna afgeschreven Stein Huysegems. Die werd na een bleke periode weer voetballer en etaleerde op zijn jonge leeftijd méér durf en persoonlijkheid dan de oudere spelers rond hem.

Van Acker zag nog lichtpunten. De jonge keeper Cliff Mardulier bijvoorbeeld. Of de ontwikkeling van Archie Thompson, een publieksspeler die zijn naam van wereldrecordhouder doelpunten in één interland als een zware last op de schouders torste, aanvankelijk te licht woog in de duels en pas in de slotfase bevrijd ging voetballen. En scoren.

Voor de derde opeenvolgende keer moet Lierse genoegen nemen met minder dan het minimum waarop het rekende. Dat heeft één voordeel : tenzij het straks degradeert, is de kans groot dat Lierse volgend seizoen – voor het eerst sinds het in 1999 de beker won – beter presteert dan verwacht.

door Geert Foutré,

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content