U-Bahn-Station Olympia-Stadion in Westend, ooit een residentiële wijk ten westen van Charlottenburg. Op het perron zijn de pilaren op verzoek van het Herthabestuur in het blauw geschilderd. Aan de loketten waar ooit tickets werden verkocht, hangen foto’s. Van Jesse Owens, die op de Spelen van 1936 vier gouden medailles pakte. Van Usain Bolt, die in de zomer van 2009 drie keer goud won en de wereldrecords op de 100 en 200 meter scherper stelde. Van juichende Herthaspelers, die sinds de oprichting van de Bundesliga (1963) Die Plumpe voor het Olympiastadion ruilden.

“Een vreemd stadion. Groot, koud en open, waardoor alle sfeer uit de tribunes wordt gezogen. Als ik dat vergelijk met de energie die tweewekelijks in Alte Försterei, de thuishaven van Union, hangt… Een van de mooiste stadionervaringen die je kunt hebben”, zegt Glennon.

Hertha Berliner Sport-Club is de meest succesrijke club van de stad, speelde 32 van de in totaal 52 seizoenen in de Bundesliga, maar de erelijst is mager. Twee Duitse titels begin de jaren dertig, twee keer finalist in de DFB-Pokal, halve finale in de UEFA Cup, slechts een keer geplaatst voor de poules van de Champions League.

En toch: dit seizoen een gemiddelde van bijna 50.000 toeschouwers – slechts zes clubs doen beter -, vooral geboren Duitsers. Geen enkele club slaagt erin alle Berliner – geboren of ingeweken – te verenigen. Berlijn en topvoetbal: een moeilijk huwelijk. “Na de scheiding in 1961 was West-Berlijn een eiland waar niemand wilde zijn. Ook voetballers niet. Om spelers toch te overtuigen begon de club hen illegaal te betalen, waardoor ze in 1965 zelfs uit de Bundesliga werden geschopt.”

Maar: ook sinds de val van de Muur is Hertha een meeloper in de Bundesliga. “Af en toe werd een investeerder gevonden, maar het geld droogde heel snel op. De club wordt niet goed geleid.” Een voorbeeld. Lucien Favre leidde Hertha in 2004 naar een vierde plaats, werd een paar maanden erna ontslagen en is nu de grote man bij Borussia Mönchengladbach, dat straks naar de Champions League mag. Te weinig stabiliteit. Hertha is een jojoclub, die dit seizoen maar nipt de degradatie kon vermijden.

We verlaten het stadion. Op de parking van de Olympischer Platz staan tientallen bussen, aan een klein kraampje probeert een oudere man sjaals en vlaggen aan de bezoekers – 300.000 per jaar – te slijten. De graffiti op de twee donkere tunnels die naar het U-Bahn-Station leiden, wordt (nog maar eens) verwijderd. Op de talrijke vuilnisbakken hangen kleine affiches: fans die op zoek zijn naar tickets voor de Champions Leaguefinale. Zonder Duitse teams.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content