Volgt wereldkampioen Lewis Hamilton zondagnamiddag zichzelf op als winnaar in Francorchamps? Of kan Nico Rosberg de kloof met zijn ‘ploegmaat’ verkleinen en het wereldkampioenschap nieuw leven inblazen?
‘Heb ik een voorsprong van 19 punten? Echt? Gek!’, schreeuwde Lewis Hamilton oprecht verbaasd toen hij eind juli in Hockenheim als eerste over de streep kwam. De Britse wereldkampioen pakte er zijn zesde zege in zeven grand prixs, waarin hij 62 punten meer had gescoord dan Nico Rosberg. ‘Een paar weken ervoor, voor de GP van Barcelona, had Nico 43 punten voorsprong en dacht ik: hopelijk worden dat geen 50 punten. Ik zag het niet meer zitten, dacht dat de wereldtitel al na de vijfde race buiten handbereik was, maar ik bleef toch in mezelf geloven. Ooit moest er licht aan het einde van de tunnel zijn.’
Rosberg had de eerste vier races van het seizoen gewonnen, in Barcelona verbaasde Max Verstappen (Red Bull Racing – TAG Heuer), waarna Hamilton in de volgende zeven GP’s alleen in Bakoe de zege aan Rosberg moest laten. Hockenheim werd dé afknapper voor Rosberg, Hamiltons enige concurrent voor de wereldtitel, die vijf seconden straftijd kreeg toen hij Verstappen van het circuit reed en nog eens meer dan acht seconden in de pitlane geparkeerd stond. ‘Alles ging verkeerd’, zuchtte de Duitser, al het hele seizoen verwikkeld in een nijdige concurrentiestrijd met de Britse rijder van Mercedes, met wie hij in Spanje en Oostenrijk zelfs crashte. Ik heb enorm veel respect voor Lewis, maar ik kan niet zeggen dat we goede vrienden zijn’, klonk het bij de zoon van Keke, de wereldkampioen van 1982.
‘Even goed doen dan als mijn vader is het ultieme doel, natuurlijk. Dit is een bijzondere periode, bijna uniek in de geschiedenis van de F1, want ons team domineert de sport al sinds 2014. En binnen dat team heb ik het gevoel dat ik elke keer vanop de pole zou kunnen starten en de wedstrijden winnen, maar blijkbaar ligt het momentum bij Hamilton. Ik moet in de eerste plaats aan het team denken, maar anderzijds wil ik óók wereldkampioen worden’, klonk het in The Guardian.
Hamilton (217 punten) en Rosberg (198) tegen de rest, herleid tot figuranten: Daniel Ricciardo (133), Kimi Räikkönen (122), Sebastian Vettel (120) en Verstappen (115). Bij de constructeurs is het verschil tussen Mercedes (415 punten), Red Bull Racing – TAG Heuer (256) en Ferrari (242) zo mogelijk nog duidelijker en kan een derde wereldtitel het team niet meer ontsnappen.
Rosberg voelt zich niet altijd gesteund door de Mercedesdirectie, die nog voor het seizoen zes mecaniciens tussen zijn en Hamiltons garage verplaatste. ‘Daar had ik het heel moeilijk mee. Plots moeten samenwerken met mensen die een jaar ervoor nog in het andere kamp zaten en die ik als opponenten beschouwde. Het kwam de sfeer in het team ten goede, want we hadden allemaal het gevoel dat er een soort muur tussen de twee rijders stond. We hebben getoond dat het werkbaar is. Soms toch…’
DOOR CHRIS TETAERT
