De Major League Soccer bestaat twintig jaar. Na moeilijke beginjaren is de machine nu goed gerodeerd en gaat het met het voetbal in stijgende lijn in de Verenigde Staten, waar nu al 25 miljoen voetballers rondlopen.

Afgelopen weekend ging de Major League Soccer opnieuw van start: de New York Red Bulls van Sacha Kljestan openden het bal tegen het FC Toronto van Sebastian Giovinco voor de 21e editie van de Noord-Amerikaanse voetbalcompetitie. Vandaag telt de MLS twintig ploegen uit heel de Verenigde Staten en zelfs uit Canada, maar dat is niet altijd zo geweest. In de beginperiode, twintig jaar geleden, werd het kampioenschap beslecht door tien deelnemers en was de competitie nog lichtjaren verwijderd van het huidige professionalisme.

Voor het ontstaan van de MLS moeten we terug naar 1988. Op 4 juli van dat jaar duidt de FIFA in Zürich de Verenigde Staten aan als organisator van het WK 1994. De FIFA-leden verkiezen de Amerikaanse kandidatuur boven die van Brazilië en Marokko en hopen zo het voetbal in het land van Uncle Sam een boost te geven. Er wordt ook een voorwaarde aan de toekenning gekoppeld: de oprichting van een professionele liga.

Dat is ook nodig, want het land kende geen officiële competitie meer sinds in 1984 de North American Soccer League opgedoekt werd. Ook dat kampioenschap slaagde er overigens in om topspelers op hun retour aan te trekken, zoals Pelé, Johan Cruijff, Franz Beckenbauer, George Best, Gerd Müller, Eusébio, Robbie Rensenbrink en François Van Der Elst.

De Amerikanen, inclusief WK-directeur Alan Rothenberg, zijn er als de kippen bij om de deal te beklinken, maar bij de Amerikaanse voetbalbond is er weinig enthousiasme om aan de voorwaarde van de FIFA te voldoen. De hoop is hoogstens dat een geslaagd WK eventuele ondernemers naar het land zal lokken. Maar de FIFA heeft het zo niet begrepen en tijdens de loting van de WK-groepen wordt aan de Amerikanen duidelijk gemaakt dat ze actie moeten ondernemen.

AMERIKANISERING

Rothenberg neemt daarop contact met heel wat ondernemers om te proberen hen te overtuigen om een franchise te kopen voor 5 miljoen dollar (4,6 miljoen euro). Sommigen bijten direct in het hen voorgehouden aas, maar anderen weigeren categorisch of hebben bepaalde eisen. Zo aanvaardt Phil Anschutz, die later een hoofdrolspeler zal worden in de competitie, pas om zich in het project te storten op één voorwaarde: hij wil in zijn ploeg ‘die kerel die op het WK met de VS een omhaal deed tegen Colombia’ – Marcelo Balboa.

Na enkele maanden zijn het geld en de nodige mensen eindelijk bij elkaar geschraapt, maar de pioniers vinden dat het voetbal nog aantrekkelijker gemaakt moet worden voor het Amerikaanse volk. Met de voet inspelen in plaats van inwerpen, de doelen groter maken… Er zijn talrijke voorstellen, waarvan er uiteindelijk twee weerhouden worden. De traditionele wedstrijdklok wordt vervangen door een countdown die de resterende speeltijd aangeeft en die buzzt wanneer de negentig minuten rond zijn. En vooral, er worden shoot-outs ingevoerd: bij een gelijkspel komt er een speciale penaltysessie (de speler vertrekt alleen op 32 meter van het doel en krijgt vijf seconden om te scoren). De winnaar daarvan krijgt het punt dat normaliter aan de twee ploegen toegekend wordt bij een gelijkspel.

We schrijven dan oktober 1995 en het grote debuut van de MLS, dat oorspronkelijk gepland was voor februari van dat jaar, wordt uitgesteld naar 1996.

WYNALDA DE REDDER

Toch duikt er nog een serieuze hinderpaal op: een gebrek aan spelers. De competitie zal over enkele maanden aanvatten en de MLS heeft nog maar 53 van de nodige 180 voetballers onder contract. Sunil Gulati, de huidige voorzitter van de Amerikaanse voetbalbond, moet dus voor de rekrutering van een aantal vedetten zorgen boven op de Amerikaanse topspelers die zich al engageerden, zoals Tony Meola, Alexi Lalas en Eric Wynalda. De bondsvoorzitter reist daarvoor naar alle uithoeken van de wereld. Carlos Valderrama en Roberto Donadoni laten zich verleiden, maar anderen, zoals Andreas Brehme, leggen het aanbod naast zich neer. De strafste stoot van Gulati is misschien nog dat hij Jorge Campos, de Mexicaanse keeper met de bonte outfits, naar de MLS haalt. Aangezien de spelers door de League gecontracteerd worden, is het daarna nog aan de clubbestuurders om hen te verdelen. Bijkomend criterium is het salarisplafond dat tijdens het eerste jaar vastgelegd wordt op één miljoen dollar (920.000 euro). Uiteraard worden bij de verdeling van de spelers de commerciële belangen niet uit het oog verloren. Zo wordt Campos bijvoorbeeld naar Los Angeles gestuurd, waar veel Mexicanen wonen, en belandt Valderrama in Florida.

Om de kernen verder aan te vullen worden grote rekruteringssessies georganiseerd en de spelers die daar bovendrijven, vormen de eerste draft van de MLS. Net zoals in de NBA mag elke club om de beurt één speler uit die lijst kiezen. Het enige nadeel is dat de meesten van hen nobele onbekenden zijn, de keuze van de clubs is dus vaak willekeurig. Heel wat van die spelers worden na enkele weken dan ook al wandelen gestuurd en de coaches halen vervolgens jongens die ze goed kennen.

De eerste officiële wedstrijd van de MLS is voorzien voor 6 april 1996: San Jose versus DC United in het Spartan Stadium, waar normaliter American football gespeeld wordt. Er staat veel op het spel. Wordt die eerste match een mislukking, dan zou het eerste seizoen ook meteen het laatste kunnen zijn. Er worden veel uitnodigingen verstuurd en op D-day is het publiek massaal aanwezig. João Havelange, destijds voorzitter van de FIFA, neemt ook plaats in de tribune en de wedstrijd wordt uitgezonden door ESPN. De zender heeft geen dollar moeten betalen voor de rechten, maar er is wel overeengekomen met de League dat de inkomsten uit de reclamespots verdeeld worden. De spelers op het veld zijn extreem zenuwachtig. De meesten van hen zijn nog nooit op tv geweest en het niveau van de wedstrijd is dan ook bedenkelijk. De twee ploegen spelen behoudend en alles lijkt erop te wijzen dat de wedstrijd op 0-0 zal eindigen, een nachtmerrie voor de organisatoren. Gelukkig denkt de Amerikaan Wynalda er anders over en beslist hij in de slotminuten de wedstrijd. San Jose wint met 1-0 en het fiasco is vermeden.

EEN STRIPCLUB EN EEN ROSSE BAARD

De rest van het seizoen verloopt zonder problemen, hoewel het amateurisme nooit ver weg is. Zo beschikt geen enkele ploeg over haar eigen stadion en speelt iedereen in een infrastructuur die eigenlijk voor andere sporten gemaakt is. Sommige terreinen zijn heel klein, andere zijn in slechte staat. De spelers zijn verplicht om zelf hun outfits te wassen na de match, zo legt Charles Stillitano, algemeen manager van de New York MetroStars, uit in Sports Illustrated: ‘Ik had Roberto Donadoni in de ploeg en ik moest hem vragen om zelf zijn was te doen. Na het einde van de eerste training zei hij: het is alsof ik met mijn vrienden in het park ga spelen op zondag.’ In Tampa ligt het hotel waar de bezoekende spelers verblijven recht tegenover een stripclub. Echt stijlvol is het niet, maar de lokale club hoopt wel dat de tegenstanders er een deel van de nacht zullen doorbrengen.

Dat soort logistieke problemen zorgde voor gefronste wenkbrauwen bij de vedetten die in de States waren neergestreken. Maar iemand als Alexi Lalas kon een en ander wel appreciëren. De verdediger met de lange, rosse baard was de ster van de nationale ploeg na het WK. Hij had zijn franchise zelf mogen kiezen en opteerde voor New England Revolution, met Boston als uitvalsbasis. Lalas hield van de cafés in Boston en kon zich er ook uitleven in de muziek. Ook als het op de regeltjes aankwam, was de MLS best cool. Toen hij op een keer een rode kaart kreeg, werd Lalas niet onmiddellijk geschorst. Zijn ploeg speelde immers twee matchen na elkaar in Californië en de lokale supporters moesten kunnen genieten van de sterspeler van de tegenstander.

Aan het einde van het kampioenschap spelen de eerste vier van de Eastern conference play-offs en de eerste vier van de Western conference ook. De winnaars van elke play-off nemen het dan voor de titel tegen elkaar op in de zogeheten MLS Cup. In die eerste editie staan Los Angeles Galaxy en DC United tegenover elkaar op een doornat veld. Na negentig minuten staat het 2-2, maar uiteindelijk haalt United het met een golden goal van toekomstig international Eddie Pope.

WET-BECKHAM

Ondanks een eerste geslaagde seizoen is de MLS verlieslatend en komt er de seizoenen daarop steeds minder volk naar de stadions. Na vijf seizoenen klokt de League af op 230 miljoen euro verlies. Erger nog, de Verenigde Staten gaan volledig de mist in op het WK 1998. Twee factoren zorgen echter voor nieuwe energie: de verrassende kwartfinale van Team USA op het WK 2002 en de constructie van zes nieuwe voetbalstadions tussen 2003 en 2008. Maar de MLS krijgt echt een boost in 2007, met de komst van David Beckham naar Los Angeles Galaxy. Om een speler van zo’n allure te strikken wordt de regel van de designated player in het leven geroepen. Die ene speler mag een onbeperkt salaris krijgen waarvan slechts een deel in rekening wordt gebracht van de salary cap, die dus wel nog steeds van kracht blijft.

Later zal die regel uitgebreid worden naar drie spelers. Anders hadden Amerikaanse clubs nooit voetballers kunnen aantrekken van het kaliber van Freddie Ljungberg, Denilson, Rafael Márquez of Thierry Henry, om over de huidige vedetten (zie kader) nog maar te zwijgen.

EXPANSIE

Ondertussen blijft de League zich uitbreiden en telt ze nu twintig clubs, waarvan drie Canadese: FC Toronto, Montréal Impact en Vancouver Whitecaps. Tegen 2020 moet dat aantal naar 24 gestegen zijn met de komst van Atlanta United, Los Angeles FC, Minnesota United en een ploeg in Miami. Don Garber, de CEO van de MLS, verklaarde dat hij op termijn een competitie met 28 ploegen wil.

Het publiek heeft ondertussen de weg naar het stadion teruggevonden. Terwijl de gemiddelde opkomst rond de 15.500 toeschouwers draaide in het tijdperk voor Beckham, komen er nu gemiddeld 21.600 fans kijken. Dat is net minder dan in de Ligue 1 of in de Serie A. Eén ding staat dus vast: de bal zal blijven rollen in de MLS.

DOOR JULES MONNIER – FOTO GETTY

De MLS krijgt pas echt een boost in 2007, met de komst van David Beckham naar Los Angeles Galaxy.

‘Ik had Roberto Donadoni in de ploeg en ik moest hem vragen om zelf zijn was te doen.’ CHARLES STILLITANO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content