Tot in het diepste van zijn krachtenvoorraad putte Club Brugge afgelopen vrijdag in Bergen om zichzelf met het kampioenschap te bevrijden. Maar het geplande volksfeest groeide uit tot een kater. Club – dat duidelijk klasse in de aanval ontbeert – wrong een hele hoop kansen de nek om en dompelde zichzelf achteraf onder in een zee van ontgoocheling. Als de teleurstelling is verdreven, moet de realiteit terugkeren. Deze partij moet nog maar eens tot bezinning leiden : zelfs tegen het verbeten ploeterende Bergen miste Club Brugge het vernuft om via fraaie combinaties de tegenstander te ontgrendelen. Er was te weinig tempo in de eerste helft, te weinig inventiviteit na de rust. Met power probeerde Club Brugge zich – zoals zo vaak dit seizoen – naar de overwinning te werken. Maar hoe ontroerend dat hard labeur ook is, het volstaat niet. Door zijn engagement, kracht en conditie maakt Club Brugge vaak het verschil in de tweede helft, maar telkens weer wordt het uiterste van de spelers gevraagd. De roep om verfijning en techniek klinkt niet alleen bij sportleider Marc Degryse steeds luider. Of de naar Belgische normen spectaculaire verhoging van de televisiegelden de club op dat vlak wat meer mogelijkheden zal geven, blijft af te wachten.

Club Brugge blonk nooit uit door frivoliteit. Dat is verweven met de aard van de vereniging, die zich nimmer ontdeed van zijn Angelsaksische invloeden : inzet en loopvermogen waren zelfs in de legendarische periode van Ernst Happel belangrijker dan fantasie en gratie, al stonden er toen sterke persoonlijkheden in het elftal. Onder Trond Sollied, de kille schematicus, werd de collectieve spirit nog meer aangescherpt. De ingeoefende looplijnen zijn heilig voor de Noor, bij wie alles rond het positiespel draait. Zijn aanpak leidt wel eens tot monotonie en weinig verrassing. Zeker als Club geen ruimte krijgt, is het spel angstwekkend stroef. Steeds weer valt Club Brugge terug op engagement en de hechte band van solidariteit die als het ware in deze groep vastgeankerd zit. Dat ook de zogenaamde vedetten, Timmy Simons voorop, zich telkens ondergeschikt maken aan het team is en blijft opmerkelijk in een (sport)maatschappij die langzamerhand verstikt dreigt te worden door individualisme en egotripperij. Het maakt van Club Brugge het eeuwige bolwerk van het collectief. Dat Club bij de genomineerden voor de Profvoetballer van het Jaar, die volgende maandag in Knokke wordt georganiseerd, slechts één speler telt (Timmy Simons) en Anderlecht twee ( Vincent Kompany en Christian Wilhelmsson) onderstreept dat nog maar eens.

Precies in het ongetwijfeld bloedstollende duel met Anderlecht moet Club Brugge volgende zondag alsnog proberen de dertiende titel binnen te halen. Anders dreigt er een doemscenario en is er de verplichting om de week daarop in de Hel van Sint-Truiden een punt te pakken. Uitgerekend Anderlecht legde tijdens de heenronde de pijnpunten van Club bloot : als de druk te hoog is, zakt het systeem in mekaar en drijven de beperkingen van een aantal spelers boven. De manier waarop Anderlecht in die wedstrijd vooral in de tweede helft wervelde, behoort ongetwijfeld tot de uitschieters van deze competitie.

Het moet met het oog op de kraker van zondag een les zijn voor Club Brugge. Qua voetballend vermogen – zo bewees een sprankelend Anderlecht onlangs ook tegen Standard – kan niemand in België aan de Brusselaars tippen. Door een belabberde mentaliteit en veel interne onvrede slaagde de nog altijd regerende kampioen er nooit in stabiliteit in de prestaties te leggen. Ook hierin zit hem het verschil met Club Brugge, waar alles binnenskamers blijft. Het gegeven dat bijvoorbeeld Marc Degryse en Trond Sollied in totaal verschillende richtingen denken, blijkt niet remmend te werken.

Het is trouwens opmerkelijk hoe de komst van Marc Degryse (nog) niet tot een andere sportieve signatuur heeft geleid. De sportleider, die door Michel D’Hooghe wordt geprezen om zijn beleidswijsheid, toeft in de luwte. Dat moet een nieuwe ervaring zijn voor iemand die het als voetballer gewoon was op het podium te staan. Wellicht profileert zich Degryse pas dan als Sollied is vertrokken. Daarvoor moet hij wel wachten tot diens contract medio 2006 afloopt. Wat onnodig liet de trainer vorige week weten dat hij zijn overeenkomst dan niet wil verlengen. Dat dit ook absoluut niet de intentie van het bestuur is, moet Sollied nochtans al langer weten.

door Jacques Sys

Precies Anderlecht legde de pijnpunten van Club bloot.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content