In januari werd Mushaga Bakenga van het oefenkamp van Rosenborg Trondheim met de privéjet van Bart Verhaeghe overgevlogen om voor Club Brugge te tekenen. Maar die transfer schonk de Noorse belofte-international met Congolese roots nog maar weinig voldoening. Intussen zit hij op de bank bij Cercle Brugge. Hoe beleeft hij dat?

M ushaga Bakenga: “Toen ik naar Club Brugge kwam, zag het er mooi uit. Maar het probleem was: ik kwam als centrumspits, maar werd op de rechterflank gezet – op de plaats van de naar Monaco vertrokken Nabil Dirar. Ik scoorde weliswaar in mijn eerste wedstrijd, tegen Beerschot, maar ik voelde mij opgesloten tegen de lijn. Mijn beste wedstrijd was mijn derde, tegen Kortrijk. Maar daarna moesten we naar Hannover, in de Europa League, en daar kon ik niet meedoen ( hij was niet speelgerechtigd voor Europese wedstrijden, omdat Club hem niet op de spelerslijst zette die het bij de UEFA moest indienen, nvdr). Thomas Meunier kwam in de ploeg, deed het goed en ik kwam er niet meer in. Dus op het moment dat ik dacht dat het voor mij zou beginnen, was het voorbij. ( grijnst)

“Bij Rosenborg speelde ik ook weleens op de flank, zij het vooral vanaf links, maar daar was het de bedoeling dat ik in de ruimte dook om op doel af te gaan en te scoren. Ik dacht dat desnoods ook hier te kunnen doen, maar dat kon hier dus niet. Hier willen ze technische flankspelers die voorzetten trappen. Dat ben ik niet, dus kon ik mij niet van mijn beste kant laten zien. Mijn kwaliteit is: snelheid, diepgang en afwerking.

“Het klopt dat ik bij mijn aankomst bij Club Brugge in de gang Christoph Daum tegenkwam en dat hij mij vroeg: ‘Wie ben jij?!’ Wanneer je als jonge speler voor het eerst naar het buitenland gaat, is dat natuurlijk niet de comfortabelste situatie, maar ik trachtte het als een joke te beschouwen. Na mijn eerste training kwam hij trouwens naar mij toe om te zeggen dat ik hem al overtuigd had, dat ik een heel goeie speler was en dat hij in mij geloofde. Dat betekent toch iets, vooral omdat mij gezegd was dat hij heel weinig met spelers spreekt en dat het misschien een paar maanden zou duren alvorens hij het woord tot mij zou richten. Hij zag waarschijnlijk ook snel dat ik mij in dat systeem niet op mijn gemak voelde op de rechterflank. Toen hij vertrok, zei hij mij dat als ik zou blijven werken er op een dag… iets groters zou gebeuren.

“In zulke omstandigheden kan je natuurlijk beginnen te twijfelen aan de keuze die je maakte en denken: wat als… Rosenborg akkoord was gegaan met het bod van Hannover? Want normaal zou ik daar naartoe zijn geweest. Pas op het allerlaatste moment sprong het af en werd het Club Brugge. Maar zo denk ik niet. Het spijt mij niet dat ik hierheen ben gekomen. Fouten die ik maak, beschouw ik als lessen; en ik moet zeggen dat ik sinds januari al veel bijleerde, over mezelf, over anderen en over hoe het er in het buitenland aan toegaat.”

Geloven

“Toen ik voor Club Brugge tekende, wist ik dat Joseph Akpala in de zomer zo goed als zeker zou vertrekken. Maar ik wist wel niet dat net voor mij al Carlos Bacca was aangetrokken. En toen in de zomer ook nog Mémé Tchité kwam en bleek dat ze mij weer als een rechterflankspeler beschouwden en dat mijn speelkansen minimaal waren, vroeg ik om uitgeleend te worden om te kunnen spelen en mijn vertrouwen te kunnen terugwinnen. Want ik was intussen alles kwijtgeraakt.

“Daarop volgde een goed gesprek met Bob Peeters. Hij wou mij omdat ik een met Igor Vetokele vergelijkbaar type ben: explosief, werkkrachtig, voor verdedigers vervelend om tegen te spelen. Bij Cercle kon ik in Brugge blijven wonen en het is toch een team dat vorig seizoen bewees dat het beter is dan de laatste plaats waarop het momenteel staat. Ik voel dat het hier nu almaar beter begint te gaan.

“Ik moest mezelf weer helemaal terugvinden in de manier waarop ik in Noorwegen voetbalde: genieten op het veld en goals maken. Wanneer je verwachtingen groot zijn en je voelt dat alles gedurende een lange tijd niet in jouw voordeel verloopt, dan verlies je je geduld en ga je forceren. Ik wou diep in de spits spelen en er ging geen dag voorbij zonder dat ik dacht: I want to play striker, striker, striker,…

Bij Club Brugge verloor ik alles. Wanneer je in vorm bent en blaakt van vertrouwen, dan kan je alles. Iedere voetballer weet dat. Dan moet je niet nadenken over je eerste balcontact en weet je wat je moet doen wanneer er een tegenstander op je af komt. Maar ben je niet in vorm, dan is je zelfvertrouwen minder groot en denk je: wat zal ik doen? Dan gaat het niet zoals je gewoon bent als vanzelf. Dan denk je: ik mag de bal nu niet verliezen! Dan ben je bang om fouten te maken. Dat is wat er met mij is gebeurd. Ik kijk ernaar uit om Cercle en Club te laten zien dat ik wel degelijk kan voetballen. Belangrijk daarvoor is het geloof in mezelf te bewaren, niet te vergeten tot wat ik in staat ben wanneer ik op mijn best ben en niet gestresseerd te raken.

Bacca is een voorbeeld voor mij. Na lang wachten kreeg hij toch zijn kans, hij scoorde en voor een spits gebeuren dan doorgaans andere goeie dingen. In vergelijking met januari is hij een totaal andere speler geworden. Nu doet hij alles wat hij wil. Zijn evolutie geeft mij een extra impuls, in die zin dat ik tegen mezelf zeg: Mush, blijf werken, blijf gewoon jezelf en dan… gebeurt misschien hetzelfde met jou. Er is toch altijd tijd nodig om je aan te passen aan een ander voetbal en een andere manier van denken. De grootste shock na mijn komst naar België kreeg ik op de eerste training toen ik de enorme balvaardigheid van veel spelers zag. Hier wordt er ook meer op balbezit gespeeld. In Noorwegen fluiten ze wanneer je niet snel genoeg naar voren voetbalt.”

Bidden

“Het is niet voor het eerst dat ik geblokkeerd word, ik ben vertrouwd met zo’n situatie. Twee jaar geleden bij Rosenborg sleepten de besprekingen voor een nieuw contract lang aan, kwam er een nieuwe coach en die zette mij uit de ploeg terwijl ik vond dat ik verdiende te spelen. Dat was hard, maar ik ben blijven werken en ik ben teruggekeerd. Harde tijden maken mij sterker. Wanneer je down bent, word je je bewuster van wat je zwakke punten zijn en kan je daar rekening mee houden op training en in de wedstrijden. Daar word je beter van. Mijn laatste seizoen in de Noorse competitie scoorde ik twaalf keer. Met nog één wedstrijd te gaan, stonden we pas zevende, maar op de laatste speeldag waren alle resultaten in ons voordeel en dankzij twee goals van mij verzekerden we ons nog van de derde plaats en van Europees voetbal. Dat vergeet ik nooit meer, want ik droomde er altijd al van om belangrijke doelpunten te maken.

“Ik ben heel ambitieus, ja, ik vind: als je niet in jezelf gelooft, ga je beter ergens gewoon in vijfde klasse spelen. Wanner ik iets doe, wil ik het voor honderd procent doen. Mijn ouders beweren dat toen ik jonger was ik ooit zei dat ik de beste voetballer ter wereld wou worden. ( lacht) Maar als kind was ik wel niet iemand die altijd voetbalde. Ik deed het omdat mijn vrienden het deden. Het was een manier om mijn vrije tijd door te brengen. Ik speelde bij een kleine club en ben pas beginnen te focussen op voetbal nadat ik door Chelsea voor een stage was uitgenodigd. Ik ben daar met mijn vader voor tien dagen naartoe geweest, ik trainde er, speelde er een wedstrijd en van dan af aan wist ik: ik wil alles geven voor het voetbal. Kort daarna ben ik naar Rosenborg gegaan.

“In Trondheim ben ik geboren en getogen. Mijn ouders kenden mensen in Noorwegen en verlieten Congo om er te gaan studeren. Beiden zijn ze afkomstig van Bukavu, een stad nabij de grens met Rwanda. De vader van mijn vader is er een belangrijker priester – en de vader van mijn moeder ook. Toen ik zes jaar geleden bij hem op bezoek ging, zei hij: ‘Mush, wat zal je doen in je leven?’ Ik antwoordde dat ik het nog niet wist. ‘Maar wat zou je het liefst doen?’, vroeg hij. ‘Voetballer worden misschien, dat lijkt me wel leuk’, zei ik. ‘Oké,’ zei hij, ‘laten we dan voor jou bidden.’ Er kwamen nog enkele andere priesters naar mijn grootvaders huis, ik moest op mijn knieën gaan zitten, zij legden een hand op mij en baden een halfuur opdat God mij de kracht zou geven om te kunnen doen wat ik wil doen. Kort daarna werd ik vanuit het niets opgeroepen voor een selectie van de beste talenten van Noorwegen, wat later werd ik tijdens een selectiewedstrijd opgemerkt door een scout en uitgenodigd naar Chelsea. Dat gebeurde allemaal binnen de twee maanden. Dat vergeet ik nooit.

“Zelf bid ik ook, meestal gewoon om dank u te zeggen voor het fantastische leven dat ik nu leid. Wat ik het liefst doe, is mijn job geworden, ik leef in het buitenland, heb een mooie vriendin en een geweldige familie. Natuurlijk, wanneer je niet speelt, begin je te denken: my life is shit! Maar zodra je tot rust bent gekomen en de geest zich opent, besef je weer hoe goed je het eigenlijk wel hebt. Het zou perfect zijn, mocht ik ook nog beginnen te scoren.” ( lacht)

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Bij Club Brugge verloor ik alles.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content