Van 26 tot 29 juli vindt in München het WK judo plaats. Harry Van Barneveld, judoka op rust, schreeuwde Inge Clement naar een Europese titel. Doet hij dat ook op het WK ?

Inge Clement en de grote toernooien, het leek nooit wat te zullen worden. Alleen in 1997 op het EK in Oostende kon ze haar talent in een hoofdprijs omzetten. Ze was amper 19 en al Europees kampioene. Sindsdien voer de frêle Oostendse meermaals met neergelaten zeilen huiswaarts. De Olympische Spelen in Sydney vormden het dieptepunt. “Ik was mij al een heel jaar op die Spelen aan het fixeren”, blikt ze een jaar later terug. “Ik was zo nerveus… Het was mijn slechtste kamp ooit.” Ze besloot niet langer alles op de sport te zetten en kroop terug achter de schoolbanken.

Een tweede ingrijpende verandering voltrok zich toen Harry Van Barneveld besloot om er na Sydney mee te kappen. Hij koos voor een modaal bestaan als bureaubediende. Met als hobby : Inge Clement. De privécombinatie wierp meteen zijn vruchten af. Met Harry aan haar zijde zette Inge, nog steeds maar 23, zich weer op het hoogste schavotje in de Europese judohiërarchie.

Is de ban nu gebroken ?

Inge Clement : Bwah, ik zie wel. Sinds ik terug ben beginnen studeren, voel ik veel minder druk. Judo is nu puur een hobby geworden.

Harry Van Barneveld : Bij haar is de druk weg, maar bij mij leeft hij meer dan ooit. Je moest mij zien op dat EK. De koninklijke familie zat voor mij in de tribunes en zelfs zij vroegen mij om wat stiller te zijn. Ik ben zenuwachtiger dan toen ik zelf nog vocht.

Hoe heb jij je voorbereid ? Ik neem aan dat het niet makkelijk moet zijn met die studies.

Inge : Op 18 juni had ik mijn laatste examen en dan ben ik meteen mee naar Neerpelt op stage vertrokken met de selectie. Om op mijn competitiegewicht te komen, komt er veel loopwerk aan te pas. Ik denk dat ik vroeger conditioneel iets sterker stond, die indruk had ik althans op het EK. Maar anderzijds ben ik nu veel rustiger op de tatami. Dat compenseert.

Harry : Vroeger vloog ze er als gek in en dat is meestal een slechte keuze. Je moet eerst observeren en dan toeslaan.

Inge : Harry heeft daar zeker toe bijgedragen, maar het heeft even veel te maken met het feit dat ik ondertussen een beetje ouder ben. Mensen zeggen ook dat ik mondiger ben geworden. Dat is duidelijk de invloed van Harry. Nu zeg ik gewoon wat ik denk. Als ik nu afkom, zie je ze al denken : “Ai, nee, daar is ze weer”.

Vormen die stages geen probleem voor je studies ?

Inge : Toch wel. De trainer, Sasja Jatskevitch, verklaarde al dat iedereen volgend jaar elke stage moet meemaken, of dat je anders geen selectie krijgt. Nu al weet ik dat ik er maar één of twee stages bij zal kunnen zijn. Mijn studies komen op een eerste plaats, dat moeten de bond en de trainer maar aanvaarden. Trouwens, als je presteert, kun je je iets meer veroorloven. Ik moet wel nog eens aan tafel gaan zitten met Jatskevitch.

Harry : Het zou stom zijn van hen als ze daarover lastig gaan doen.

Inge : Mij stoort het niet. Als ze niet akkoord kunnen gaan, dan stop ik gewoon. Dan hoeft het voor mij niet meer.

Harry : Wacht maar. Als ze jou uitsluiten, gaan ze nog iets beleven !

Raak je, doordat je nog weinig tijd vindt voor je judo, niet geïsoleerd van de selectie ?

Inge : Ik ben altijd al een beetje anders geweest. Trouwens, de eendracht binnen de ploeg is sowieso geslonken. Ik sta daar niet bij stil. Ze doen maar. Ik heb mijn leven, zij het hunne.

Harry : Je kan niet vergelijken met de sfeer van een aantal jaar geleden. Alles is veel professioneler geworden, koeler ook. Dat komt ook omdat het verwachtingspatroon zo hoog ligt. Behaalde je een podiumplaats, was je vroeger een held; nu is iedereen ontgoocheld als je mààr zilver haalt. Inge heeft bovendien serieuze problemen met de Waalse judokringen. Dat dateert nog van de periode dat ze duelleerde met Nicole Flagothier. Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen liever Ilse Heylen mee naar het WK in München zagen gaan.

Inge : Ik trek mij dat allemaal niet zo erg aan. Het is wel zo dat de strijd tussen Vlamingen en Walen weer hoog oplaait in de judowereld.

Harry : Dedecker deed er altijd alles aan om zijn Vlaamse judoka’s mee te krijgen naar de grote toernooien. Jatskevitch is daar veel gematigder in. Daardoor ontspoort het nu een beetje. Ik denk dat ze om die interne problemen op te lossen, iemand anders nodig hebben. Ik krijg nu ook al reacties te horen van : “Sinds jij weg bent, is er niemand meer die voor de ploeg opkomt”.

Inge : Er is niemand meer die de ploeg samen houdt. Omdat ik er minder bij ben, heb ik er ook minder last van. Maar op die schaarse momenten, voel ik het wél. Vroeger werd er al eens om te zeveren op elkaar geslagen, vooral met Jean-Marie. Dat is er nu niet meer bij. Die sponsorproblemen zijn daar volgens mij de voornaamste oorzaak van. Jatskevitch voelt zelf ook wel dat hij de ploegsfeer niet kan aanzwengelen.

Het lijkt wel alsof de Belgische judofederatie een bijkomende coach kan gebruiken. Iets voor jou, Harry ?

Harry : Ik wou wel, maar de mensen van de bond dachten daar duidelijk anders over. Zelfs in de raad van beheer moesten ze me niet. Net als Dedecker overigens, die lieten ze daar ook niet toe.

Wringt dat nog steeds, dat oneervolle afscheid ?

Harry : Dat is iets dat ik nooit zal vergeten. Pas op, als ik de mensen van de federatie tegenkom, zal ik ze een hand geven, maar… ( Geërgerd:) Moet je daarvoor veertien jaar vechten ? Om dan als afscheidsgeschenk een fles champagne te krijgen ? En dan durven ze dat nog met veel trots te verkopen. Nee, dat gaat er bij mij niet in. Van de Walle en Berghmans kregen destijds nog een afscheidspremie. Dat hoefde voor mij zelfs niet, simpelweg iets persoonlijk was al voldoende. In ieder ander bedrijf zou je na veertien jaar dienst toch wel iets krijgen van je werkgever, nee ?

Inge : Ze hadden hem niet eens uitgenodigd voor de nieuwjaarsreceptie. Of voor het EK. Ze wilden hem daar huldigen en vroegen aan mij : “Harry komt toch ?” Terwijl wij van niets wisten. Ze kunnen hem toch een briefje sturen ? Niets van. Erger nog, hij moest zelf aan tickets zien te geraken.

Ook op de Olympische Spelen in Sydney lukte het niet te best. Het had nochtans een waardige afsluiter van je carriére kunnen zijn.

Harry : Pff. De Spelen waren eigenlijk het spreekwoordelijke toernooi te veel. De motivatie was weg. Bovendien moest ik toen tegen David Douillet ( tweevoudig olympisch kampioen, nvdr) en meteen daarna tegen die Turk. Ik zat stikkapot. Nadien barstte ik in tranen uit en zei iedereen achteraf dat ik weende om mijn verlies. Welnu, het was gewoon een samenloop van omstandigheden. Ik had een rotjaar achter de rug, mijn moeder was gestorven, mijn afscheid… Het kwam er allemaal uit.

Hoe ben je tot het besluit gekomen te stoppen ?

Inge : Op een avond kwam hij thuis en zei hij tegen mij : “Nu stop ik !” Zomaar, ineens.

Harry : Niemand wou nog tegen mij vechten op de training. Uit angst zeker ? De laatste trainingen liet ik me soms zelfs doen. Dan liet ik me bij een mooie worp van mijn tegenstander gewillig vloeren. Op een bepaald moment stond ik daar in het midden van die zaal en niemand die met mij wou sparren. Toen dacht ik bij mezelf : “Wat sta ik hier nu in godsnaam nog te doen ? In zo’n stom pyjamake ?” Ik ben aan de bar gaan zitten en ben daar niet meer weggeraakt ( lacht). Ondertussen zijn we zes maanden verder en heb ik me toch laten verleiden om nog eens aan een toernooi deel te nemen. Dat was in Frankrijk, om een vriend uit de nood te helpen. Wel, dat was de laatste keer dat ik zoiets doe. Het publiek tracteerde mij daar op een gigantisch fluitconcert. En waarom ? Omdat mijn tegenstander ging lopen, die gast deed geen enkele moeite om een duel aan te gaan met mij. Tja, en dan begint het publiek mij te viseren… Daar snap ik niets van. Op het BK is het net hetzelfde.

Inge : Niemand van de topjudoka’s vecht graag op een BK. We hebben ook niets te winnen. Als je wint, is dat normaal en als je verliest, staan ze allemaal klaar om je neer te sabelen. Kijk maar naar wat Ulla Werbrouck overkwam twee jaar geleden.

Harry : Het Belgische publiek fluit je uit. Dat is volgens mij ook weer zo’n typisch Belgisch fenomeen : altijd supporteren voor de underdog. Op een BK vechten is echt niet leuk.

Inge : Maar we zijn verplicht om mee te doen.

Is er een verschil qua beleving tussen een WK, een EK en de Spelen ?

Inge : Oh ja. De Olympische Spelen zijn veruit het leukst. Op de mat zelf merk je weinig verschil tussen die drie evenementen, maar erbuiten… In het olympisch dorp vorm je echt een kliek met de collega-judoka’s. Als je iemand tegenkomt, dan zeg je goeiedag. Op een BK wordt alleen maar gezaagd.

Harry, mis je de aandacht ?

Harry : Niet echt. Ik sta nu meer in de belangstelling dan toen ik nog actief was. Ik mis wel de sfeer van de stages. Of wanneer we na de training nog gezellig samen een pint gingen drinken.

Inge studeert voor sociaal assistente en jij bent consulent in een interimkantoor. Twee functies die sociaal getint zijn, terwijl we van topsporters vaak denken dat ze eenzaten zijn.

Harry : In de sport moet je af en toe egoïstisch zijn. Het is mogelijk dat ik misschien meer medailles had gewonnen als ik egoïstischer was geweest, maar wat ben je daarmee ? Wat maakt het nu uit of ik elf dan wel twaalf medailles verzamelde ? Niets. Nee, ik ben tevreden met wat ik bereikt heb. Oké, ik ben geen Robert Van de Walle geweest, maar Robert was een gek op de mat.

Ondanks jullie sociale activiteiten zijn jullie twee uitersten. Harry zoekt de media meer op, terwijl Inge eerder persschuw is.

Inge : Mij stoort dat helemaal niet. Ik vind het wel lastig als de mensen ons tijdens het eten om een handtekening komen vragen.

Harry : Inge heeft al die aandacht niet nodig. Soms voel ik wel een zekere gêne in haar plaats. Onlangs waren we bijvoorbeeld op een feest in een tent, de speaker riep rond dat er twee BV’s aanwezig waren : Harry Van Barneveld en Dina Tersago. Inge werd niet eens vernoemd. Terwijl ze juist Europees kampioene was geworden ! Niemand kent haar.

Inge : Ik vind dat niet erg.

Harry : Nee, zij niet, voor haar is judo bijkomstig. Trouwens, als het van haar afhing, was ze al met judo gestopt.

Inge : Het is Harry die mij blijft motiveren om verder te doen.

Je haalt toch nog wel de Olympische Spelen van 2004 in Athene ?

Inge : Jaja. Het is de bedoeling dat ik Athene nog doe – als ze mij selecteren – en dan te stoppen. Maar eerst staat er nog een trouwfeest op het programma.

Harry : Volgend jaar stappen Inge en ik in het huwelijksbootje !

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content