Nepotisme en Philippe Collin maakten een zootje van het transferbeleid van Anderlecht. Het resultaat: veel geld over de balk, een onevenwichtige selectie en zijn slechtste resultaat in tien jaar. Anderlecht heeft besloten weer rekening te houden met het sportieve oordeel van zijn scouts.

Transfers zijn geen exacte wetenschap. Of een speler het maakt of niet, valt meestal niet te voorspellen. In het beste geval proberen clubs het risico op een mislukking in te dijken door zo’n speler vooraf een paar keer te gaan bekijken. Daartoe nemen ze scouts in dienst die de halve wereld afreizen, op zoek naar de ontbrekende schakel in het elftal (sportieve insteek) of de best te verhandelen parel (mercantiel argument), en liefst nog beide samen.

Bij Anderlecht staat het scoutingapparaat onder leiding van Rik Vande Velde. De Waregemnaar trad dik drie jaar geleden in dienst nadat eerdere contacten het jaar voordien waren afgesprongen. Anderlecht zocht een club waar het enkele van zijn jonge talenten ervaring kon laten opdoen en dacht die met toenmalig tweedeklasser Union te hebben gevonden. Voorwaarde was dat het zelf de hoofdtrainer in het Dudenpark kon aanstellen, iets waarvoor het zo goed als rond was met Vande Velde. Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck kende hem nog van hun gemeenschappelijke tijd bij Lierse, waar hij anderhalf jaar assistent was van Emilio Ferrera. Vande Velde zou op de paars-witte loonlijst komen, ’s ochtends in Neerpede de jonge talenten bijschaven en in de vooravond de trainingen op Union leiden. Toen de Unionaanhang zich met spandoeken achter het aanblijven van de populaire Alex Czerniatynski schaarde, trok hij zich terug.

Van Holsbeeck echter was hem niet vergeten. In maart 2008 belandde de gewezen videoanalist van Francky Dury dan toch bij Anderlecht om er het scoutingapparaat te versterken. Vande Velde begon als rechterhand van Werner Deraeve en klom na een reorganisatie een jaar later zelf op tot de functie van hoofdscout. Tot dan was er van alle aangeworven spelers geen enkele door hem gescout, op Nemanja Rnic na, die hij één keer aan het werk zag. Vreemd genoeg kwam daar na zijn promotie nauwelijks verandering in. Sinds hij hoofdscout is, werden slechts drie spelers op basis van een gunstig advies van Vande Velde en zijn team aangeworven: Ondrej Mazuch, Lukas Marecek en Jan Lecjaks, drie Tsjechische U21-internationals. Eén speler werd zelfs aangetrokken ondanks een uitdrukkelijk negatief advies: Dalibor Veselinovic. Met alle overige in kaart gebrachte spelers ving de club niets aan.

Geen goud opgedolven

Het vertrouwen van de Anderlechtdirectie in Deraeves advies bleek een pak groter te zijn. Deraeve ging na de reorganisatie exclusief de Zuid-Amerikaanse en de Afrikaanse markt afspeuren en verblijft zo’n maand of vier per jaar op een van beide continenten. Veel goud werd daar door de Anderlechtscout nog niet opgedolven. Toch kregen dertien spelers de voorbije drie jaar op basis van zijn advies een contract. Slechts twee daarvan kunnen als geslaagde transfers worden beschouwd: Matías Suárez en in mindere mate Kanu. Een derde, de 19-jarige Braziliaan Fernando Canesin, kondigde zich bij zijn onverwachte debuut tegen Lokeren, een week geleden, aan als uiterst beloftevol. Hij forceert deze zomer de deur naar de A-kern.

Van de overige tien haalden er vijf niet eens de A-ploeg: Silva Bueno Guilherme, Renan Boufleur, Mario Martínez, Pier Barrios en de in de Belgische eerste provinciale ‘ontdekte’ Paul Taylor. Alleen Boufleur ligt nog onder contract in Brussel. Hij wordt sinds afgelopen winter verhuurd aan Union, een derdeklasser. Een terugkeer is uitgesloten. Van de andere vijf zijn er vier uitgeleend: Nemanja Rnic, Víctor Bernárdez, Pablo Chavarría en Reynaldo. Alleen Ablaye Seck draagt nog het paarse shirt. Ondanks een ongelukkig debuut tegen Standard werd de optie in zijn contract inmiddels toch gelicht. Van het verhuurde kwartet lijkt alleen Reynaldo nog op een toekomst in het Vanden Stockstadion te mogen hopen. Eensgezindheid over zijn meerwaarde voor Anderlecht is er echter niet.

Voor zijn activiteiten in Zuid-Amerika kan Deraeve rekenen op een lokaal netwerk van tipgevers én op Gérard Witters. Witters, een van Ukkel afkomstige Brusselaar, is een oude bekende van de Vanden Stocks. Van 1984 tot 1991 werkte hij bij Belle-Vue als bediende van Charles Demey. Demey was de zwager van ConstantVandenStock, met wiens zus hij was gehuwd. Zoals wel meer werknemers in de familiebrouwerij werd ook Witters in grote en kleine Anderlechtdossiers ingeschakeld. Zo was hij dertig jaar geleden betrokken bij de ingrijpende verbouwing van het stadion.

Vertaler Spaans-Engels

Toen René Trullemans in 2007 afhaakte als financieel directeur van Anderlecht, volgde Witters hem op als de nieuwe rechterhand van Van Holsbeeck. Zijn aanstelling was een manoeuvre van Philippe Collin, zoals bekend een neef van voorzitter Roger Vanden Stock en zelf ook opgegroeid in de brouwerij. Witters had in de zomer van 2005 opnieuw contact gezocht met Collin en hem een plan ontvouwd om de Argentijnse spelersmarkt te ontginnen. Deraeve was net een eerste keer naar Argentinië gereisd, maar omdat niemand op Anderlecht Spaans sprak noch het land kende, werd Witters’ uitgestoken hand snel in dank aanvaard. Het eerste resultaat van de samenwerking heette Nicolás Frutos, al zijn er die nog altijd betwisten dat Witters Anderlecht op zijn spoor zette. Na Frutos volgden nog Lucas Biglia, Nicolás Pareja en Cristian Leiva.

Witters’ bekendheid met Argentinië dateerde van zijn jarenlange loopbaan in de biersector. Toen de Vanden Stocks Belle-Vue aan Interbrew verkochten, verliet hij het bedrijf en ging werken voor een verpakkingsfirma. Toen die in 1997 een order kreeg van Quilmes, de grootste brouwerij in Argentinië, mocht hij wegens zijn diploma vertaler Spaans-Engels – zijn schoonvader was een Spanjaard – naar Buenos Aires om de transactie te begeleiden. Het werd het begin van een grote passie voor het land, die niet verminderde toen hij later zijn eigen business opstartte in het Groothertogdom Luxemburg.

Na achttien maanden werd een einde gesteld aan Witters dienstverband als assistent van Herman Van Holsbeeck. Hij wierp zich al te zeer op als de persoonlijke begeleider van de Argentijnen van Anderlecht, wat ten koste ging van zijn andere taken. Hij besloot zich helemaal toe te leggen op zijn spelersactiviteiten in Argentinië, waar hij ook een tijd woonde. Met zijn bureau sloot hij een exclusiviteitscontract met Anderlecht. Hij mag dan niet meer in dienst zijn van de club, zijn kaartjes dragen nog steeds het paars-witte embleem en de titel Manager South America.

Vier handen, één buik

Net als Witters kan ook Werner Deraeve bogen op een bevoorrechte relatie met Philippe Collin. Deraeve was in de jaren zestig de eerste jeugdspeler van Anderlecht die onderdak kreeg onder de tribunes van het oude Emile Verséstadion. Van 1969 tot 1974 maakte hij deel uit van de A-kern, maar tot volwaardig titularis schopte hij het niet. Na zijn spelerscarrière keerde hij terug naar Anderlecht, waar hij tot 2007 aan het hoofd stond van de jeugdwerking in Neerpede. Daar ontstond zijn nauwe band met Collin, behalve secretaris-generaal ook jeugdvoorzitter van de club. Beide mannen delen vele geheimen en zijn vier handen op één buik.

Op wat het trio Collin-Deraeve-Witters de voorbije jaren uitspookte, heeft nooit de minste controle bestaan. Als echte sterke man in het naar zijn oom genoemde stadion is Collin onaantastbaar. Met hoofdscout Vande Velde was er geen enkel overleg, noch met trainer Ariël Jacobs. Bovenop de reeds genoemde namen werd ook nog eens een klein dozijn spelers op eigen houtje door de directie aangetrokken. Het resultaat was een incoherent transferbeleid waarvan zeker mensen beter zijn geworden, maar niet het elftal.

Tot dat besef schijnt men na de teleurstellende derde plaats van dit seizoen ook te zijn gekomen. De enige nieuwkomer van de laatste drie jaar die onbetwist basisspeler werd, is Ondrej Mazuch, het resultaat van een doorgedreven scouting. Die weg wil Anderlecht deze zomer opnieuw inslaan. Twee spelers werden reeds vastgelegd: Denis Odoi (duur betaald, maar Belg en polyvalent) en Diogo Silvestre Bittencourt (kortweg: Diogo), een Braziliaan maar voor één keer ook gezien én goed bevonden door hoofdscout Vande Velde.

DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN: REPORTERS

Op wat het trio Collin-Deraeve-Witters de voorbije jaren uitspookte, heeft nooit de minste controle bestaan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content