Nieuwsgierig naar onder meer het talent van Hassan zakte Jan Mulder af naar Anderlecht-Standard. Hij was niet onder de indruk van wat een topper had moeten zijn : ‘Dit was onthutsend zwak.’

Voor de aftrap van Anderlecht-Standard wandelt Jan Mulder (61) nog eens door het Astridpark. Op weg naar het stadion passeert hij voorbij een restaurant met een bordje ‘Commerce à remettre’. Mulder snapt het niet. “Erg vind ik dat, als club je geboorteplaats verlaten. Voor vijf miljoen euro per jaar aan meerinkomsten ? Van dat bedrag ben ik niet onder de indruk. Dat is de prijs van een hele goeie voetballer.”

Voor het eerst sinds hij Anderlecht verliet, ziet hij Anderlecht-Standard live : “Hoor ik Standard, denk ik spontaan aan die rode shirts. Je zag meteen : daar loopt de vijand !”

Mulder is benieuwd om Ahmed Hassan, over wie hij veel goeds hoorde, te zien. Jaren geleden is het dat hij Anderlecht nog eens live aan het werk zag. Hij komt ook niet meer zo vaak naar Brussel. “Vorig seizoen was ik te gast op de Fandag. Vraagt iemand me : ‘Hebt u Roland Garros gewonnen, mijnheer ?'”

Twee weken geleden maakte hij tijdens een spelersreünie kennis met trainer Frank Vercauteren. “Heb ik zien spelen toen hij tien was. In het Club House zeiden Polyte Vanden Bossche en Michel Van Vaerenbergh , twee ex-spelers die de jeugd trainden : ‘We hebben ne goeie.’ Ik ben toen gaan kijken.”

Wat Vercauteren zei, vond Mulder wel oké klinken : “Het viel beter mee dan wat ik verwachtte. Al die trainers tegenwoordig zijn een beetje bedrijfsblind. Terwijl voetbal een simpel spel is. Ook de analisten snappen dat soms niet. Vorige week hoor ik : ‘fantastische wissel’. Een goeie wissel, dat bestaat niet. Zijn doelpunt is gewoon toeval. Maar het wordt gezien als goeie coaching. Terwijl zo’n coach net het publiek op zijn eigen onkunde wijst, hij had die wissel van het begin af moeten opstellen.”

Vercauteren spiegelt zich wel aan de grote ploegen, hoorde Mulder : “Hij zegt : ‘We moeten eerst de nul houden, doen Chelsea en Milan ook.’ Ja, maar die hebben wél Drogba ! Dat is nog wat anders dan Frutos. Anderlecht moet collectief de boel afbluffen. Vol de aanval in ! Niet anders spelen tegen Standard dan tegen Lierse !”

Alsof hij naar Mulder geluisterd heeft, gebeurt dat ook. Toch is de wedstrijd maar een afkooksel van een topper. Mulder kijkt bezorgd wanneer hij de tribune af stapt. Tegenover oudere supporters die hem warm aanklampen (“Het was niet goed, hé, Jan ?”) houdt hij zich nog kranig. Maar zijn gezicht verraadt wat hij er écht van vond. Een koffie voor deze man ! Gauw ! En nog één !

Bijten zonder tanden

Jan Mulder : “Dit was onthutsend zwak. Standard dat niet één keer op doel schiet, dat is toch een hele zeldzaamheid. Je ziet dat ze een keeper als trainer hebben : die vindt zijn eigen doel véél belangrijker dan dat aan de andere kant. Hilarisch toch ? Verbijsterend dat ze het niet anders aanpakten, als ze met winst nog een kans op de titel hadden. Je kunt zo nog honderd dagen voetballen zonder dat je die wedstrijd wint. Die hadden iets meer risico moeten nemen. Het ging allemaal zo traag ! De wil om met vier, vijf man in het strafschopgebied te duiken ontbrak daar volledig. Die supporters hadden hun ploeg moeten uitfluiten, maar nee hoor ! Ze vieren kermis na die nederlaag. Die supporters van Standard moeten in therapie ! Naar het Milan Lab ermee !”

Dit was een Belgische topwedstrijd, Jan.

Jan Mulder : “Het eerste halfuur vond ik Standard beter, ze waren balvaster op het middenveld. Na de rust niet meer. Ze voetbalden zo plichtmatig, keurig volgens het boek van het positiespel. Terwijl je juist buiten de paden moet treden. Dingen aan je laars lappen, dat is voetbal, daar win je mee. Een onnavolgbare individuele actie. Raadgevingen, patronen, dat werd allemaal netjes nageleefd. Alleen : de bal kwam niet in de zestien meter. Bijten zonder tanden was het.

“Dat middenveld van Standard wilde wel, maar het gebrek aan klasse voorin breekt elke ploeg zuur op. Op een gegeven moment denk je als middenvelder : we kunnen hier nog tot vannacht voetballen, we moeten een spits hebben ! Standard voelde : we zijn te zwak voorin, wij gaan deze wedstrijd verliezen, want het is al één-nul. Maar de fans bleven maar doortrommelen. Erg is dat, de ten hemel schreiende adoratie van de eigen fans voor geklungel. Fluit ze een keer uit. Waar moet je anders kritiek op hebben dan op je eigen ploeg ? Daarom ben ik ook zo streng voor Anderlecht. Ik houd van Anderlecht, maar ik zie het donker in, internationaal gezien. Het is overduidelijk wat daaraan mankeert : fysieke kracht, gepaard aan uitstraling.”

Je keek uit naar Hassan. Wat vond je van hem ?

Hassan is een aardige voetballer, maar het ontbreekt hem aan allure om een wedstrijd naar zijn hand te zetten, zeker internationaal . Hij gaf twee, drie goeie passes op Tchité, maar ook minder goeie, waarbij je denkt : daar staat iemand van Standard in de weg, zie je dat niet ? Hij straalt geen présence uit. Het is een groot speler in niet al te grote omstandigheden. Hij doet best moeite, terwijl zijn techniek die moeitedoenerij zou moeten doen verdwijnen. Hij doet zo aandoenlijk zijn best, dat je hem bijna aanmoedigt : ‘goed zo jongen !’ Dat is niet wat je een groot speler toewenst. Hij moet mij, toeschouwer of analist, het zwijgen opleggen, ons de bek stil open laten vallen van bewondering, minachten ! Hij verricht te veel werk. Voor zijn niveau is dat ook wel nodig, want de pure, grote klasse toonde hij niet.”

Dit is niet de man die ze absoluut moeten houden voor de Champions League ?

“Zoals hij tegen Standard speelde niet. Hassan was vrijdag wél Anderlechts beste speler, maar het is niet de man die Anderlecht naar de Europese top brengt, zoals Rensenbrink dat deed.”

Zijn toppers in Nederland beter ?

“Absoluut niet. Ajax was de laatste keer sterker. PSV was een klasse slechter dan dit, hoor. Ajax heeft iets meedogenlozer, AZ ook. Die worden in de goeie zin van het woord nerveus als ze bij de zestien meter komen. Standard en Anderlecht niet. Je ziet hier ook geen schot uit de tweede lijn vanop twintig meter. Alsof die bal een beetje te zwaar is voor hun benen. Het werd niet eens geprobeerd. Terwijl soms wel iemand in de positie was. Ik had een paar keer moeten roepen : schiet !

“Neem nu een speler als Sneijder van Ajax. Die vond ik altijd een beetje in de schaduw staan van Van der Vaart. Maar toch heeft die zich ontwikkeld. Ik zou Sneijder niet willen ruilen voor Hassan. Maar voor deze wedstrijd twijfelde ik heel erg, hoor. Ik dacht dat de klasse meer van Hassan zou afdruipen, maar dat is niet het geval. Er zit nog een restje Deschacht in Hassan. Dat moet hij zien kwijt te raken.”

Dat het niet lukte, had niet met de aanpak van Standard te maken ?

“Nee. Het niveau was dubieus. Ik vond het vrij beperkt aanvalsspel. Daarom is het verontrustend dat Hassan of Boussoufa dit niet makkelijker naar hun hand konden zetten. Die hobbelden mee, moeilijk. Zweetdruppels plengen was hun hoofdtaak in plaats van uitblinken. Wat Boussoufa betreft, dacht ik na een kwartier : allemaal wel leuk, maar dit is profvoetbal, grotemannenvoetbal. Die was aan het freewheelen. Daverend applaus voor hem toen hij vervangen werd ? Absurd. Boussoufa speelde zwak, gemeten aan zijn eigen talent. Hij moet er meer uit halen, vind ik. Pas op : ik vergelijk heus niet met vroeger, want het is allemaal veel beter dan toen ik speelde. Maar dit is niet genoeg !”

In welke zin ?

“Ik probeer door deze wedstrijd te zien wat Anderlecht internationaal voorstelt. Dat drong zich steeds meer aan me op : te weinig. Nu begrijp ik waarom ze zo snel uitgeschakeld waren. Het tempo was niet eens hoog, het combinatievermogen niet zo sterk. Op dat vlak vond ik Frutos nog wel wat hebben : goeie voetballer, volwassen internationale speler. Die beviel me nog het meest, samen met de keeper, Zitka. Alles daartussen heeft een analyse nodig. Naar het Milan Lab met ze !”

Stumperds met een bal

Wat vond je van Biglia ?

“Die vond ik ook redelijk spelen, hij is robuuster dan Boussoufa en Hassan. Biglia kan in een dienstverlenende rol nuttig zijn. Eigenaardig dat Biglia op een hoger niveau meekan en Hassan niet, terwijl Hassan wel de betere voetballer is. Ze moesten te veel kracht investeren om het doel te raken. Tchité heeft snelheid, maar net niet genoeg om een absolute topspeler te zijn. Ik ben streng, ik meet het af aan de wedstrijden die ze net niet winnen van Milan en Chelsea : dat zal met deze spelers ook zo blijven.”

Op zich is dit ongeveer de ploeg waarmee Anderlecht volgend jaar de Cham- pions League in wil gaan.

“Dan moeten we niet al te veel verwachten. Daar kan je de trainer niet op afrekenen. Het ligt niet aan hem dat Anderlecht zich Europees niet plaatste voor de volgende ronde. Vercauteren haalt er redelijk uit wat erin zit.”

Volstaat het om daar één nieuwe speler tussen te plaatsen ?

“Nee. Er was te weinig dreiging vanuit het hele elftal. Ik miste flitsen, snelle één-twees. Ik zag weinig elektriciteit, niet één geslaagde één-twee, toch het wapen om door het midden te komen. Dat strafschopgebied van Standard moet branden ! Deed het niet. Dit was klein voetbal. Hassan ziet het wel, dat is al iets, maar de dodelijke steek ontbreekt, die exclusieve, onverwachte bal door het midden. Het duurt allemaal net één seconde te lang. Het was allemaal getelefoneerd. Je kon die aanvalspatronen, net niet snel genoeg uitgevoerd, doorzien. De spelers die techniek hebben, missen kracht. Die die wél kracht hebben, zijn stumperds met een bal.”

Heeft het te maken met de intenties of met onvermogen ?

“De intenties zijn goed. Anderlecht probeerde op zoek te gaan naar die tweede goal in plaats van de 1-0 te verdedigen. Ook al lag dat mee aan de machteloosheid van Standard. Weet je wat me opviel ? De verdediging en de verdedigende middenvelders nemen nul risico. Die rukken zelden op. Verrassing voor de tegenstander : nul ! Dan krijg je statisch spel, het beweegt niet genoeg. Het is een monotoon ritme, vrij ouderwets spel. Stuur mij een dag langs de amateurvelden en ik haal ook zo’n Juhasz. Daar moet je toch niet in investeren ? Spaar dat geld voor een echte topper.”

Heeft Anderlecht geen goeie verdediging ?

“Eigenlijk kan ik die niet beoordelen, want Standard is niet gevaarlijk geweest. Maar erg stevig vond ik Anderlechts verdediging niet, vooral opbouwend niet. Net als die van Standard was ze ook niet helemaal waterdicht. Beetje onhandig, nu en dan. Europese tegenstanders straffen dat af.”

Martens : een edelsteen

Het centrale middenveld van Standard wordt ook dat van de Rode Duivels.

“Afgezien van de collectieve prestatie moet je ook een keer alleen iets kunnen forceren. Een actie van Defour die beslissend kon zijn, heb ik niet gezien. Een kansloze pion was hij op dat middenveld. Die Fellaini deed het niet slecht, tot de middenlijn. Daar voorbij, naar voren toe, moet je echt wel iets meer kunnen dan achter de middenlijn. Daar is het makkelijker, hoor !”

Kan Tchité in de spits de Rode Duivels redden ?

“Nee. De Rode Duivels kunnen gered worden door Maarten Martens en Moussa Dembele. Zo’n Martens moet je alle verantwoordelijkheid geven. Da’s het grootste talent. Een klasse beter dan Defour. Het ben ik maar die dat zegt, hoor. Ik zou me, Defour zijnde, niets van dit gesnater aantrekken. Maar Martens, da’s een edelsteen.”

Die speler heeft Anderlecht laten gaan.

“Onbegrijpelijk. Dat is een raadsel dat onderzocht moet worden. Welke argumenten werden er gegeven om Martens te laten gaan ? Doodzonde. Dat is nou een klassieke Anderlechtspeler pur sang. Dat is té lichtzinnig gedaan. Weet je wat het is ? Ook in de jeugd letten ze tegenwoordig op de balans, vindt men sommige jongens te arrogant. Allemaal van die onzintaal die coaches bezighoudt, die quasi-weten- schappelijke benadering. Dan zien ze het geniale talent voor het gemak maar even over het hoofd : de taakstelling is veel belangrijker. Men had bij Anderlecht dat grote talent moeten koesteren.”

Meer dan bij Soetaers ?

“Soetaers heeft minder klasse dan Martens, in Nederland keek hij een beetje op tegen die andere spelers van Ajax, maar hij heeft zich goed ontwikkeld. Ik vind Soetaers een goeie voetballer. Maar Martens heeft iets ballerina-achtigs over zich. Prachtige speler !”

Misschien kon Anderlecht hem niet betalen wat Roda JC bood.

“Misschien wilde Anderlecht dat niet betalen. Want Anderlecht moet toch met RKC kunnen concurreren. Geef zo’n supertalent het geld. Maar dat wil men niet, je hebt altijd mensen die jongeren klein willen houden : ‘ Een contract ? Wil jij hier een contract ?’ Meestal kost dat soort zuinigheid je op termijn veel geld.”

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content