Hij speelde een EK-finale, een halve finale op het WK, verzamelde 55 caps en kreeg een standbeeld op Standard: Michel Renquin spreekt dus met gezag wanneer hij de Rode Duivels van nu vergelijkt met die van de jaren tachtig.

Michel Renquin (57) is samen met Jean-Marie Pfaff, Erik Gerets en Jan Ceulemans verantwoordelijk voor de twee mooiste pagina’s uit de Belgische voetbalgeschiedenis. Renquin was basisspeler tijdens de finale van het EK in 1980 en de halve finale van het WK 1986. “Ik ben daar best trots op”, bekent de Ardennees die na twintig jaar Zwitserland weer om de hoek van Sclessin woont. Standard is nog steeds de club van zijn hart, ook al was zijn derde en laatste passage bij de Rouches in 2006 een eerder pijnlijke ervaring (zie kader). Vooraleer hij van wal steekt met een even pertinente als heldere analyse van de huidige Rode Duivels wil Renquin deze amusante anekdote over zijn leven als ‘voormalige Belg’ nog even meedelen: “Die terugkeer naar Luik was voor mij geen echte noodzaak. Ik heb er zelfs aan gedacht om nooit nog terug naar België te keren. Ik heb destijds de Zwitserse nationaliteit aangenomen, ook omdat dat makkelijker was als voetballer. Aangezien je toen nog geen twee nationaliteiten mocht hebben, ben ik dus gestopt met Belg te zijn. Bij mijn terugkeer heb ik een nieuwe aanvraag tot naturalisatie ingediend. Nu ben ik een Belgische Zwitser.”

Doet het enthousiasme dat er nu rond de nationale ploeg heerst je denken aan momenten uit je eigen internationale carrière?

Michel Renquin: “Zeker. Het is geweldig wat er nu gebeurt. De jeugd van tegenwoordig mag zich dan wel bezighouden met dingen die we in mijn tijd minder deden – zoals uitgaan, drinken en misschien zelfs wat ambras maken – maar als de Rode Duivels spelen komen ze en masse naar de Heizel alsof het carnaval is. De huidige euforie doet denken aan de sfeer bij onze terugkeer uit Mexico. Toen hadden we wel de halve finale op het WK gespeeld, nu zijn we nog niet eens gekwalificeerd. Wat gaat dat geven als we effectief naar Brazilië gaan? En wat als we daar ook nog eens een paar wedstrijden zouden winnen?”

Wat is op Kroatië na de grootste bedreiging op weg naar Brazilië?

“Zelfoverschatting. Te zeker worden van ons stuk. Maar Marc Wilmots doet het goed wat dat betreft. Hij kalmeert de spelers indien nodig en zet ze geregeld weer met hun voetjes op de grond. Wilmots heeft het perfecte profiel voor een bondscoach. Nu, we staan nog nergens natuurlijk. Kroatië zal een harde noot om te kraken zijn. We zullen zeer alert moeten blijven want het gevaar loert altijd om de hoek. Tijdens de thuiswedstrijd tegen Macedonië vielen me trouwens een paar dingen op die me zorgen baren. Als ik hoor dat Dries Mertens na de wedstrijd tegen de journalisten zegt dat hij zich afvraagt waarom hij werd vervangen ’terwijl hij toch goed speelde’, dan gaat mijn alarm af. Zo moeten ze niet beginnen, hé!”

Denk je dat sterren zoals Simon Mignolet, Romelu Lukaku, Marouane Fellaini en Steven Defour eeuwig geduldig en kalm zullen blijven op de bank?

“Eeuwig niet natuurlijk, maar nu kunnen ze niet anders dan kalm blijven. Ze moeten zich in deze context wel brave dienaars van het vaderland tonen.”

Het zou wel kunnen dat ze dit nog twee, drie of misschien vier wedstrijden volhouden, maar langer…

“Het zal op termijn steeds moeilijker worden om iedereen rustig te houden, inderdaad. Tijdens de kwalificaties voorzie ik nog geen problemen. Wilmots zal ook niet twijfelen. Met de cijfers die hij kan voorleggen, kan hij het zich permitteren om de eerste die moeilijk doet gewoon naast de selectie te zetten. Het spreekt voor zich dat dat geen gemakkelijke situatie is voor jongens die in een grote competitie bij een topclub spelen en bij de Rode Duivels telkens de bank moeten verwarmen. Maar ze zullen toch moeten volhouden. Ze zijn nu nog maar 20. Wacht tot ze 28 zijn… Nu weten ze in ieder geval dat ze zich koest moeten houden als ze – gesteld dat we ons kwalificeren – mee naar Brazilië willen.”

Mentale sterkte onzeker

Wilmots windt er geen doekjes om. Wat een verschil met Georges Leekens. Die leek er wel plezier in te scheppen om zo lang mogelijk rond de pot te draaien.

“Voorlopig slaagt Wilmots erin om zelfs de invallers tevreden te stellen. Ergens is dat ook normaal. Met 16 op 18 kúnnen de spelers gewoon niet mopperen. Ze hebben alleen maar het recht om blij te zijn dat ze opgeroepen worden. Degene die nu moeilijk begint te doen zal zowel ploegmaats en coach als supporters en media tegen zich in het harnas jagen. Misschien verandert dat als we eens verliezen. Het is pas dan dat we zullen zien hoe sterk de Rode Duivels op mentaal vlak zijn. Ik kan niet goed inschatten hoe dat zal uitdraaien. Staan ze sterk genoeg om de nodige mentale weerbaarheid te tonen?

“In mijn tijd hadden we één grote troef: de angst om belachelijk gemaakt te worden. We wisten dat we meestal minder talent hadden dan de tegenstander en we waren dan ook bang om vernederd te worden. Wat gaat de bakker zeggen als we terugkeren na een verloren interland? Wat gaan mijn jeugdvrienden zeggen? Met die dingen in je achterhoofd loop je eens zo snel en knok je eens zo hard. Na het WK 2002 had ik evenwel de indruk dat de meeste internationals een wedstrijd met de Rode Duivels als het ideale excuus voor een midweek rust zagen. De meesten wilden zich zowel letterlijk als figuurlijk niet pijn doen. Tegenwoordig zijn de Rode Duivels zo goed omdat ze supergetalenteerd zijn. Het is hun talent dat hen vooruitbrandt. Bij de eerste tegenslagen zal blijken of onze Rode Duivels nog iets anders in huis hebben dan alleen technische kwaliteiten. Ik ben daar in ieder geval nog niet van overtuigd.”

Wat talent betreft, is er zelfs geen vergelijking mogelijk tussen de huidige spelersgroep en de Rode Duivels van de jaren tachtig. Jullie schopten het tot de halve finale van het WK. Mogen we van deze groep dan minstens hetzelfde verwachten?

“De huidige Duivels spelen 65 tot 70 procent van de tijd op de helft van de tegenstander. We spelen dominant voetbal. Ik zie vrijwel geen enkele Europese ploeg die beter is dan onze nationale ploeg. Nu ja, Spanje en Duitsland misschien, maar daar blijft het dan ook bij. Frankrijk, Italië, Engeland en Nederland zijn heus niet beter. Dat was in mijn tijd compleet anders. Toen werd er minstens een uur lang op onze helft gespeeld en was het voor ons knokken geblazen, in de hoop dat we er dan af en toe eens konden uitkomen. Wij werden gedomineerd. We hadden ook geen type zoals Eden Hazard in het team. Hij combineert de techniek, de vista en de laatste pass van Enzo Scifo met het torinstinct van Jan Ceulemans. Hazard is zo’n speler bij wie alles aangeboren lijkt. Men heeft hem misschien wat basistechniek bijgebracht, maar al de rest heeft hij zichzelf aangeleerd. Vergelijk het met Lionel Messi: die heeft ook zichzelf gemaakt, eerder dan dat er een bepaalde trainer hem in grote mate gevormd zou hebben. Zulke spelers zijn van nature uit geweldig.”

Was je verrast door de clashes tussen Leekens en Hazard?

“Ik vond die polemiek erg jammer. De kranten hebben ervan gesmuld, maar dat is niet wat de mensen willen lezen. De fans willen Hazard gewoon zien voetballen.”

Denk je dat Wilmots die situatie anders aangepakt zou hebben dan Leekens?

“Bij Wilmots zou het nooit zover gekomen zijn. Die zou een goed gesprek met Hazard gehad hebben en dat zou meteen ook het einde van de hele polemiek geweest zijn. Wilmots heeft het voordeel dat hij dichter bij de spelersgroep staat. Hij begrijpt de jongeren beter en dat is echt wel nodig. Wie heeft er nooit eens een stommiteit begaan? Het beste dat je kunt doen, is ervoor zorgen dat zulke zaken niet uitlekken in de pers. We hadden nooit mogen weten van de escapades van Michy Bat-shuayi en Ibrahima Cissé bij de beloften. Toen ik de Zwitserse U21 trainde, heb ik in een vergelijkbare situatie twee spelers naast de ploeg gezet en er een draai aan gegeven zodat de pers de ware toedracht van hun verwijdering niet kende. Het ging trouwens om Johann Vogel en Patrick Müller. Toch niet de minsten van hun generatie.”

Flankverdedigers

We hebben zowat de sterkste verdediging van Europa, terwijl we enkele maanden geleden nog problemen hadden om een goeie flankverdediger te vinden. De jongens die die posities nu invullen (Vertonghen, Gillet of Alderweireld) zijn dan nog niet eens echte backs. Dat is toch opvallend?

“Zeker, maar je mag niet vergeten dat er achter die verdediging iemand als Thibaut Courtois staat. Die is nu beter dan Piot, Pfaff en Preud’homme destijds op die leeftijd waren. De jongens die de backposities invullen, surfen mee op de golf van euforie en goede resultaten. Het zijn natuurlijk ook gewoon goeie voetballers, maar met minder goeie aanvallers voor hen zouden ze wel vaker in de problemen komen. Dan zouden we immers vaker onder druk komen te staan en dat wreekt zich vooral op de flankverdedigers.”

Jij was indertijd ook een rechtsback, vooraleer Robert Waseige je van flank veranderde…

“Dat klopt, maar in die tijd speelde ene Erik Gerets op de rechtsback, dus wat doe je dan? Ofwel verander je van club omdat je per se op de rechtsbackpositie wilt spelen, ofwel verander je van positie. Waseige deed me al snel inzien dat ik linksvoetig was zonder dat ik het zelf wist. Ik at zelfs als een linkshandige. Ik ben mijn linker dan meteen beginnen te trainen en zes maanden later maakte het me niet meer uit of ik nu met links of rechts moest trappen. Al moet ik wel toegeven dat ik altijd iets minder kracht in mijn linker heb gehad.” ?

DOOR PIERRE DANVOYE BEELDEN: JONAS HAMERS/IMAGEGLOBE

“In mijn tijd hadden we één grote troef: de angst om belachelijk gemaakt te worden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content