Een en ander moest nog op papier vastgelegd worden, maar op zijn weg naar een meer professionele omkadering heeft Club Brugge met Jan Van Winckel een hulptrainer voor het conditionele werk aangetrokken. Van Winckel is onder andere voormalig assistent-trainer van Aad de Mos bij Al-Hilal (Saudi-Arabië) en de nationale en olympische ploeg van de Verenigde Arabische Emiraten, is als wetenschapper verbonden aan het Leuvense departement biomedische kinesiologie van Werner Helsen, was directeur van de Vlaamse zaalvoetbalbond en hij werkte bij KV Mechelen, waar hij kort met Emilio Ferrera, die er meteen weer vertrok, kennismaakte.

Hij kreeg aanbiedingen uit Swaziland en Japan en ziet mogelijkheden bij Club. “Deze club heeft tijdens de eerste contacten op mij een heel professionele indruk nagelaten.” Zijn taak bij Club Brugge omvat het conditionele, de integratie van de wetenschap in de spelersbegeleiding, onder andere wat blessurepreventie betreft en de voorbereiding van videoanalyses. Hij zal, ter ondersteuning van Gert Verheyen, actief ingeschakeld worden bij de beloften. “Dat laatste omdat ik het zelf gevraagd heb”, zegt Van Winckel. “Ik werk graag met beloften omdat je ze op conditioneel vlak nog kan vormen zodat ze makkelijker de stap naar de eerste ploeg kunnen maken.”

Wat zijn werk qua blessurepreventie en conditie in concreto zal inhouden, verduidelijkt Van Winckel in twee voorbeelden.

“Voetbal is bij uitstek een ploegsport, maar toch heeft elk van de spelers een specifiek activiteitenprofiel dat afhankelijk is van de positie en de kenmerken van de speler. Middenvelders en flankspelers leggen beduidend meer afstand af tijdens een wedstrijd dan verdedigers en aanvallers. Aanvallers zullen tijdens een wedstrijd dan weer meer sprinten dan andere spelers. Conditietraining is daarom geen groepsproces, maar een individueel proces waarbij elke speler individueel in functie van zijn activiteitenprofiel moet trainen.”

Een ander voorbeeld is het werken aan de verhouding tussen onder andere de quadriceps en de hamstrings om blessures te voorkomen of te verminderen. “Traumatische blessures zoals een beenbreuk kan je moeilijk voorkomen, maar spierblessures kan je op basis van testen voorspellen. Dan kan je daar iets aan doen door aan de balans tussen de spieren te werken, want topsport doet je lichaam uit balans raken omdat bepaalde spiergroepen zich beter ontwikkelen dan andere. De quadriceps zijn bij voetballers bijvoorbeeld sterk ontwikkeld, waardoor de verhouding van de spieren in het bovenbeen niet meer in evenwicht is.”

Van Jan Van Winckels hand verschijnt half juni bij uitgeverij Acco ook het boek Voetbalconditie, waarin prof- en amateurcoaches wegwijs worden gemaakt in de basisprincipes om op een wetenschappelijke manier een seizoen in te delen .

l

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content