Alexandre Teklak is de beste voetbalanalist van Wallonië. Elke maand neemt de ex-verdediger een thema onder de loep. Deze week: AA Gent.

OPRUKKENDE VERDEDIGERS

In het 3-4-2-1-systeem van Vanhaezebrouck zijn de twee spelers achter spits Depoitre erg belangrijk, en dan vooral Milicevic. Verklaring: Foket, die tegen de lijn geplakt staat, ontvangt de bal van Rafinha en ziet Milicevic, die van buiten naar binnen trekt. Zo wordt dus een driehoek, een van de sleutels in het systeem-Vanhaezebrouck, gecreëerd. Wat doet de linksachter van de tegenstander? Volgt hij Milicevic of blijft hij in positie? Bij de eerste optie kan Foket in zijn rug duiken. Bij de tweede staat Milicevic vrij.

In functie van de door Vanhaezebrouck ‘geactiveerde flank’ (Asare kan op links hetzelfde doen als Foket op rechts), berusten de combinatiemogelijkheden op hetzelfde principe: verplaatsingen zonder bal en zoeken naar de vrije man in de vrijgekomen ruimte. De flank die geactiveerd wordt, is afhankelijk van de tegenstander (kwaliteiten, zwakheden) en van de keuze van de spelers.

HOGE PRESSING DOOR DE TEGENSTANDER

Als de tegenstander hoog speelt en druk legt op de drie verdedigers, zijn de rol van Sels en de plaatsing van de flankspelers essentieel. Concreet moet Sels, die een heel goeie lange pass in de voet heeft, een diagonale bal versturen over de hoofden van de hoog druk zettende tegenspelers heen, richting Foket of Saief/Soumahoro/Dejaegere.

Ook hier kan de oordeelkundige positionering van spelers zoals Milicevic, Raman en zelfs Simon en Pedersen de backs van de tegenstander doen twijfelen. Moeten ze Foket/Dejaegere dekken of in positie blijven? Als de actie onderbroken wordt (slechte controle, verloren duel, slechte diagonale pass), dan is er geen man overboord, want alles speelt zich ver af van het doel.

HERORIËNTATIE NAAR DE ‘ZWAKKE’ FLANK

Als de optie-Foket (veld 1) gekozen wordt, dan probeert de tegenstander vaak hem te blokkeren door de winger heel laag te laten terugzakken (nummer 11 in dit geval). De steun van Depoitre is dan essentieel (zijn kwaliteiten met de rug naar doel, zijn kaatswerk, het vasthouden van de bal), net als die van een of meerdere te hulp snellende spelers.

Want met Kums en Neto beschikt Vanhaezebrouck over profielen die een flankspeler aan de andere kant (Dejaegere in dit geval) kunnen gaan opzoeken. De bedoeling is de tegenstander massaal naar één kant te bewegen en daar zijn ‘zwakke’ flank uit te buiten.

Daarnaast wordt ook steevast gebruikgemaakt van driehoekjes om de tegenstander te ontwrichten. Dat schema wordt vaak herhaald, wat ook de veelvuldige diagonale passes in een wedstrijd verklaart.

CONCLUSIE

Het is u wellicht opgevallen dat de offensieve invulling van het systeem van AA Gent berust op de principes van beweging en interactie van de spelers met het doel driehoekjes te creëren. Bij het rekruteren van spelers wordt daar trouwens op gelet. Profielen die minder aansluiten bij de tactische keuzes worden aan de kant geschoven (Habibou, Lepoint, Belhocine, Pollet,…).

Een fundamenteel aspect is natuurlijk de seizoensvoorbereiding, waar de nadruk ligt op een grote fysieke paraatheid. Daar hecht Vanhaezebrouck erg veel belang aan. Gezien het hoge energieverbruik bij deze manier van spelen (en we hebben het dan nog niet eens gehad over de hoge pressing bij balverlies…), is lang en met een hoge intensiteit kunnen lopen een essentiële parameter!

Gent is een proactieve ploeg die altijd zijn spel probeert op te leggen, er kunnen wel kleine veranderingen doorgevoerd worden om de zwakte van de tegenstander beter te exploiteren. Dat verklaart waarom veel tegenstanders (zelfs grote ploegen) zich defensief aanpassen aan het systeem-Vanhaezebrouck en zo de specifieke kwaliteiten van hun eigen spelers verloochenen…

Gent kan trouwens moeilijkheden ondervinden als het er niet in slaagt de zware inspanningen in doelpunten om te zetten. Dat was vorig seizoen vooral het geval in wedstrijden waarin talrijke kansen verkwanseld werden. De inwisselbaarheid van de offensieve middenvelders is een bijkomende troef (maar er wordt nooit te veel gewisseld).

De ploeg beschikt over snelle, kwieke, heel beweeglijke spelers (ze staan zelden stil wanneer ze de bal krijgen), die in staat zijn om op verschillende posities te spelen in functie van de omstandigheden. Bovendien zijn het excellente passeurs en zoeken ze altijd diepgang.

DOOR ALEX TEKLAK

‘Het doel is om driehoekjes te creëren.’ ALEX TEKLAK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content