De opmerkelijkste FC Utrecht-speler van het afgelopen seizoen is zonder enige concurrentie Stijn Vreven (27). De stoere verdediger werd van een gangster op voetbalschoenen een cultfiguur.

Met zijn inzet en mentaliteit was Stijn Vreven het afgelopen seizoen de aanjager van de ploeg. Toch kan hij nog steeds niet geloven met FC Utrecht Europees voetbal te hebben behaald. “Dat Vitesse het op de slotdag zo weggeeft, verwacht toch niemand. Als je met één been in Europa staat, laat je het toch niet meer glippen ? Dan sterf je toch op het veld ? Niemand geloofde er bij ons nog in, behalve de trainer. Toen bleek dat we het alsnog hadden gehaald, was de ontlading enorm. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Ik heb mannen van zestig jaar zien huilen, met hun knieën op de grond. Volwassen kerels die je duizendmaal bedanken alsof je net hun leven hebt gered. En dan die tienduizenden die langs de gracht stonden, zo onwezenlijk… Het leek wel dat we de Champions League gewonnen hadden. Jongens die in de gracht sprongen en er door het slijk weer onherkenbaar uit kropen, geweldig.

“Je kon aan alles merken dat de supporters hier echt jaren naar hebben gesnakt. Het was alleen jammer dat het feest later op de avond in de stad niet voortgezet kon worden. Alles was gesloten omdat men bang was voor vandalisme. Wij hebben nog wel een etentje gehad, maar dat was het eigenlijk. Maar het echte mooie gevoel zit toch van binnen, tenminste bij mij wel. En reken maar dat de jongens dat op Gran Canaria wel goedmaken. Dat doen ze dan vooral van mijn geld. Want we gaan van de boetepot op vakantie en omdat ik altijd te laat kom, sponsor ik die halve trip.”

Voor Vreven was het afgelopen seizoen er één van uitersten. “Ik heb het gevoel dat ik hier op tien graden onder nul ben begonnen en ben geëindigd op 35 graden boven nul. Toch speel ik nog steeds niet anders dan in mijn eerste maanden. Laten we het er maar op houden dat iedereen moest wennen aan mij en mijn manier van spelen. Ik heb inmiddels wel iedereen overtuigd, geloof ik. Want van doodschopper nummer één ben ik ineens een begenadigd voetballer geworden, die een voorbeeld is voor veel profs. Nu zijn de mensen lyrisch over me. Het komt vooral doordat oud-voetballers positief over me spreken. De mensen geloven toch wat Wim Kieft zegt.”

Ook de talrijke interviews die Vreven heeft gegeven, hebben ongetwijfeld bijgedragen aan zijn imago-verbetering. De Belgische gangster op voetbalschoenen werd een cultfiguur die het ook nog eens schopte tot Speler van het Jaar van FC Utrecht. “Ik vind het mooi, maar bij mij gaat het teambelang altijd boven het belang van Stijn Vreven. Wie ben ik zonder die tien anderen ? Daarom kon ik ook zo goed met de kritiek omgaan die ik in het begin kreeg. Ik ben niet belangrijk, de club wel. Maar het klopt wel dat door interviews het beeld van mij is veranderd. De mensen zagen dat de persoon Vreven heel anders is dan de voetballer. Voordat ik die interviews gaf, kreeg ik zelfs brieven van mensen die bang voor mij waren. Ze dachten dat ik een Belgische boef was die ’s nachts op rooftocht ging om auto’s te stelen. Maar door de verhalen zagen ze een hele andere, menselijke kant van mij.

“Ook op het veld merkte ik dat die verhalen doorwerkten. Nu mag ik tot op het randje en soms eroverheen spelen, doorgaan waar anderen stoppen om een wedstrijd te winnen. Nu ben ik ineens niet meer die gevaarlijke gek, maar een goede prof met een voorbeeldige instelling. Ook scheidsrechters behandelen me nu anders. In het begin kreeg ik eerst een gele kaart en pas daarna praatten ze tegen me; nu is het andersom. En zeg nou eerlijk, vier gele kaarten in mijn eerste seizoen en zes in mijn tweede, dat valt ook wel mee. En geen enkele rode kaart. Bovendien kan ik buiten het veld ook met iedereen goed opschieten. Maar ik weet inmiddels heel goed hoe de voetbalwereld in elkaar steekt, dus kan ik alle positieve kritieken aardig relativeren. Want vandaag ben ik de hero en morgen ben ik weer zero.”

Bang om op zijn bek te gaan is Vreven allerminst. Hij is ook zeker niet het prototype van de schuchtere en bescheiden Belg, integendeel. “Als ik dit seizoen met één woord moet omschrijven, dan is het succes. Voor mij, de club en de supporters. Vier maanden geleden riep ik al dat we Europees voetbal zouden halen en dat we daar vol voor moesten gaan. Toen was ik weer die domme naïeve Belg met een te grote mond. Maar je moet als voetballer toch een doelstelling hebben, je speelt toch ergens voor ? Daar ontbreekt het hier nog weleens aan. Ze zeggen hier dat we moeten proberen in het linkerrijtje te komen. Dat vind ik zó triestig. Zo zit ik niet in elkaar, ik ga voor het hoogst haalbare. Er zijn 34 wedstrijden en die wil ik allemaal winnen. Het maakt me niet uit of ik tegen Ajax, PSV of Fortuna Sittard speel. Daar moet je dus echt schijt aan hebben.”

Alle aandacht voor Vreven komt ook voor uit het gebrek aan kleurrijke Nederlandse figuren in het voetbal, dat barst van de grijse muizen en ideale schoonzonen. Nee, neem dan Stijn Vreven met zijn hartstochtelijke passie voor indianen. “Eerst werd er heel erg hard om gelachen, pas daarna gingen de mensen erover nadenken.” Vreven las op zeventienjarige leeftijd een boek over Geronimo, hoofd van de Apache-indianen. Hij ontdekte in het leven van de krijger, die altijd voor zijn land, volk en waardigheid heeft moeten vechten, veel overeenkomsten met zijn eigen leven en carrière en hij besloot zich er verder in te verdiepen. Vrevens huis is nu dan ook een museum waar louter authentieke indianenspullen uit Canada en Amerika zijn terug te vinden. Het is Vreven echter niet te doen om materiële zaken, hij maalt niet om geld en luxe. Waar het de Belg om gaat, is de leefwijze en het spirituele gedachtengoed van de indianen: eenvoud in optima forma. Het is dan ook zijn grootste wens ooit met zijn vriendin en dochterje Cheyenne naar Amerika te gaan en daar een tijd te leven zoals de indianen dat deden.

Vreven : “Iedereen weet het nu van me en zo is het ook goed. Ik heb het er nu verder in interviews niet meer over. Het is iets van mij, waaraan ik mijn kracht ontleen. Achteraf is het veel te ver gegaan, ik had nooit moeten poseren in indianenkledij en dergelijke. Zo wordt iets misschien in het belachelijke getrokken en dat kan ik niet toestaan. Ik doe het nu niet meer. Er was een buitenlandse club die interesse had, maar die coach zei : “Die man leeft als een indiaan, die is gek”. Dat soort dingen krijg je dan. Aan de andere kant ben ik er rijper door geworden, het heeft me verrijkt. Doordat mensen ervan af wisten, lieten ze me weten wanneer en waar er interessante dingen over indianen te zien waren. Zo heb ik een hele exclusieve tentoonstelling over indianen in Alkmaar kunnen bijwonen. En ik kreeg brieven van mensen die het geweldig vonden dat voetballers van nu zich nog bezighouden met spirituele zaken. Dat soort dingen heeft me erg gesterkt, maar ik heb het nu voor de buitenwereld afgesloten.”

door Marco Timmer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content