Na een slopend toernooi verloren de Belgen in de halve finale van Argentinië. ‘Na de zege tegen Spanje was het eigenlijk over. Typisch Belgisch, het was al mooi genoeg geweest.’ Het laatste deel van onze zomerserie rond het WK ’86.

Wat voorafging. 19 mei 1978 was een van de zwartste dagen uit de toen nog prille carrière van Diego Armando Maradona. Die dag maakte César Menotti de selectie voor het WK in eigen land bekend. Maradona, 17 en al meer dan een jaar international, was de voornaamste afwezige. Hij verdween uit de preselectie, keerde terug naar Argentinos en speelde tegen Chacarita alle frustratie van zich af, met twee goals en twee assists. Een jaar later leidde hij jong Argentinië in Japan naar winst op het WK.

In 1982 nam Menotti Maradona wél mee naar Spanje, waar Argentinië de openingswedstrijd tegen België verloor (1-0 via Erwin Vandenbergh). Maradona, toen speler van de Boca Juniors, zou na het toernooi in Spanje blijven en voor Barcelona gaan voetballen. Een succes werd het WK voor de 22-jarige evenwel niet. Tweede in de groep achter de Rode Duivels, kwam Argentinië in de tweede fase terecht in een poule met Italië en Brazilië. De uittredende wereldkampioen verloor beide partijen en tegen Brazilië werd Maradona zelfs uitgesloten.

Vier jaar later is hij dé ster van de Mundial in Mexico. Diego Maradona, 25 en door de opvolger van Menotti, Carlos Salvador Bilardo, aanvoerder gemaakt in opvolging van Daniel Passarella. Een hongerige aanvoerder, want na de rode kaart op 2 juli 1982 bleef hij drie (!) jaar weg uit de selectie. Pas op 10 mei 1985 keerde Maradona terug bij de albiceleste, ter gelegenheid van een kwalificatie-interland tegen Paraguay. In topvorm reisde hij af naar het toernooi in Mexico.

“Siempre Maradona! íGenio! íGenio! íGenio! Ta-ta-ta-ta-ta-ta-ta-ta… Gooooool… Gooooool… íQuiero llorar! íDios Santo, viva el fútbol! íGolaaazooo! íDiegoooool! íMaradona! Es para llorar, perdónenme.”

Het was inderdaad para llorar, om te huilen, zoals Victor Hugo Morales deed op Radio Argentina tijdens het live verslag van het geladen duel tegen Engeland. Vier jaar na de oorlog om de Falklands/Malvinas stonden de twee landen in Mexico in de kwartfinale tegen elkaar. Twintig jaar lang zal Maradona volhouden dat één van zijn twee goals in die wedstrijd gescoord werd met de hulp van de hand van God. Het huilen van Morales gebeurde evenwel na goal nummer twee, een solo vanaf de middellijn, waarbij Maradona de halve Engelse ploeg in de wind zette. Die tweede goal werd later door de FIFA uitgeroepen als doelpunt van de eeuw. Drie dagen later zat Morales weer in het stadion, voor de halve finale tegen de Belgen. Drie dagen waarin Guy Thys zich het hoofd had gebroken over die ene vraag: hoe stoppen we dat wonderkind?

Argentinië-België 2-0

– Mexico, 25 juni

– Toeschouwers: 110.000

– Scheidsrechter: Marquez Ramirez (Mex)

– Doelpunten: 52′ Maradona (1-0), 63′ Maradona (2-0)

Argentinië: Pumpido – Cuciuffo, Brown, Ruggeri, Olarticoechea – Enrique, Giusti, Batista, Burruchaga (85′ Bocchini) – Maradona, Valdano

België: Pfaff – Gerets, Grün, Renquin (54′ Desmet), Demol, Vervoort – Scifo, Ceulemans, Vercauteren – Veyt, Claesen

Leo Van der Elst: “Zonder ambities zijn we aan die halve finale begonnen. We waren na de winst tegen Spanje nog zwaarder dan na Rusland op stap geweest, zelfs met de Spanjaarden erbij. Uniek. Eigenlijk was het over. Typisch Belgisch, niet tot het einde kunnen gaan. Bij de beste vier landen ter wereld, wie had dat gedacht na zo’n miserabele eerste ronde? Er is nog met veel goeie wil aan de wedstrijd begonnen, maar de gedrevenheid was anders. Maradona in het andere kamp, dat was van het beste wat ik ooit van een voetballer zag. Je ziet dat nu ook met Messi. Je denkt: allez, waarom pakken ze die nu niet? Volgens mij zijn het twee vergelijkbare voetballers, in een andere generatie. Geen grote mannen, maar zo sterk op hun benen… Wereldklasse! Ik heb destijds met open mond zitten kijken.”

Michel Sablon, assistent van Guy Thys: “Guy ging in die dagen vooral uit van zijn eigen ploeg. De theorie duurde tien minuten. Eigenlijk is het enige wat ik hem zien doen heb, een tactisch plannetje maken tegen Maradona…

“Argeninië, dat wás inderdaad FC Maradona. Tegen Jean-Marie Pfaff zei Guy: “Als hij voor jou opduikt, moet je weten dat Maradona een fractie van een seconde eerder trapt dan je normaal zou verwachten. Normaal sjot een voetballer op een bal als die naar beneden valt. Maradona, hadden we in de analyse gezien, trapte die altijd op zijn hoogste punt. Die timing was belangrijk om weten voor de keeper. Als je nu goed kijkt naar de eerste tegengoal, blijkt dat we juist zaten, alleen timede Jean-Marie ondanks die info verkeerd.

“Tweede vaststelling: Maradona was toen zoals Messi nu. Eén keer vertrokken, bijna niet te stoppen. Guy had wel gezien dat hij, eens een man voorbij, altijd een moment had waarop hij heel even de controle over de bal verloor. Dan, zei hij tegen de spelers, moet er een tweede man klaar staan, die hem pakt. Daar lag een taak voor vooral Georges Grün. Dat plan heeft grotendeels gewerkt. ( grijnst) Buiten de goals die hij tegen ons maakte, was hij niet zo groots. We zaten juist, maar ja, de hele tijd die concentratie volhouden kost kracht. En mentaal was het op. De citroen was uitgeperst.”

Nico Claesen: “Spijtig dat Danny Veyt op een gegeven moment onterecht werd afgevlagd voor buitenspel terwijl hij alleen naar de keeper kon. Toen stond het nog 0-0.”

Patrick Vervoort: “Als Danny in die bewuste fase mag doorgaan, maakt die negen keer op tien ook wel de goal en komen we voor. Stel dat zoiets was gebeurd… we konden in die tijd een resultaat spelen. In die periode mocht je ook nog 20.000 keer op de keeper terugspelen. Aan de rust, in de kleedkamer, voelden we ons goed. Het was pompen, want weer op grote hoogte, maar eigenlijk waren we de baas. Maar in de tweede helft deed de snelle goal ons de das om. Ik ga eerst mee naar binnen, maar JorgeBurruchaga trekt buitenom, en Diego duikt in het gat. Jean had toen niet moeten uitkomen, want er was nog twee man bij, Maradona had nooit kunnen stiften. Dat was de enige inschattingsfout die Jean op dat toernooi maakte, denk ik. Daarna hadden we niet meer de fysieke kracht om te reageren. Onze enige kans was er een uitputtingsslag van maken, met een lange 0-0. Een achterstand was fataal, die veerkracht zat er niet meer in.”

Hugo Broos: “Haal Maradona uit die ploeg en we winnen. Maar goed, hij was er…”

Van der Elst: “Mijn mooiste moment was na de match. Dopingcontrole! Ik kon niet plassen en zat in een lokaaltje te wachten. Op mijn eentje, ( lacht) ik kon uitsteken wat ik wilde. Plots ging de deur open. Eerst twee bodyguards en daarna Diego. Met vier in zo’n klein kamertje. Ik heb niet veel gezegd. Ik wist niet wat zeggen. Hi, I’m Leo? Neen, truitjes hebben we niet meer gewisseld, Jean-Marie was daar al mee gaan lopen. Dat zijn vijf mooie minuten uit mijn carrière. Wachten om te plassen, maar wel samen met Maradona!”

Frankrijk-België 4-2

– Puebla, 28 juni

– Toeschouwers: 21.000

– Scheidsrechter: Courtney (Eng)

– Doelpunten: 10′ Ceulemans (0-1), 27′ Ferreri (1-1), 42′ Papin (2-1), 72′ Claesen (2-2), 103′ Genghini (3-2), 109′ Amaros (4-2 op strafschop)

Frankrijk: Rust – Bibard, Batiston, Le Roux (56′ Bossis), Amoros – Ferreri, Vercruysse, Tigana (82′ Tusseau), Genghini – Papin, Bellone

België: Pfaff – Gerets, Grün, Renquin (46′ Franky Van der Elst), Demol, Vervoort – Scifo (64′ Leo Van der Elst), Ceulemans, Mommens – Veyt, Claesen

Broos: “Moeten we nu nóg eens spelen, dacht iedereen. Na Argentinië had het gedaan moeten zijn.”

Claesen: “Mentaal was iedereen het moe, we waren al meer aan thuis aan het denken.”

Van der Elst: “Ik heb in die wedstrijd voor de derde en vierde plaats nog een uur gespeeld. Wéér verlengingen! Kotsbeu was ik het.”

Philippe Desmet: “De goals die toen werden gemaakt… Er werd zelfs niet meer gesprongen. Twee ontgoochelde ploegen tegen elkaar.”

Patrick Vervoort: “Voor mij de match te veel. Twee keer in de fout, bij de eerste en tweede goal van de Fransen. Ook efkes ambras met de Jean. Hij begon te zagen en in de kleedkamer aan de rust zei ik: ‘Guy, ik blijf binnen, voor mij hoeft het niet meer. Mijn pijp is uit en de Jean vraagt te veel.’ Jean heeft mij altijd gesteund, hij was een van de eersten om te zeggen: ‘Zet de Patrick in de ploeg!’ Maar ik was toen zo moe… Op dat moment kun je niks meer verdragen. Die kleine finale moeten ze eigenlijk afschaffen. Je zit mentaal met een enorme teleurstelling en twee dagen nadien moet je weer aan de bak. Voor nota bene dezelfde medaille: winst of verlies maakt niks uit, iedereen krijgt hetzelfde brons. Mijn medaille ligt ergens in een doosje. Maar waar? Ik zou serieus moeten zoeken. Mijn zonen dragen nog wel de truitjes die ik ooit wisselde. Het nadeel is dat er toen geen naam op stond, ik kan zeggen wat ik wil als ze me vragen van wie het truitje was. Alleen niet van Maradona, dat heeft de Jean.”

Desmet:”Ik geloof dat ik dat van Valdano heb.”

Claesen: We zijn direct erna vertrokken, de finale hebben we niet eens meer gezien. Pas toen we thuis kwamen, vernamen we de uitslag.”

Van der Elst: “Die finale kon niemand schelen, iedereen wilde zo snel mogelijk naar huis. Ik geloof dat we om zes uur ’s ochtends moesten vertrekken en dat iedereen rond kwart voor zes toe kwam bij het hotel, zijn valies op pakte en op de bus kroop. 27 keer zat geweest die dag en nacht.”

Broos: “Van Mexico City zijn we naar New York gevlogen en daar hebben we een kleine receptie gehad bij Sabena. Vervolgens vlogen we door naar België.”

Desmet: “Een vlucht vol champagne, heel plezant. Je moet op de beelden eens kijken hoe sommigen uit dat vliegtuig wankelen…”

Van der Elst: “En dan de ontvangst! Kippenvel, nu nog! Als je spreekt over heroes for one day… Met open auto’s, onze sombrero… hoe we die dag zijn doorgeraakt… gelukkig waren we goed getraind.” ( grijnst)

Broos: “Ze hadden ons vooraf gezegd: er is enorm veel volk. Wij dachten, naïef: oké, er zal wel ‘wat’ volk op de Grote Markt zijn. Maar al langs de weg naar het centrum stonden ze te kijken. Wij zijn toen echt door een mensenzee gereden. En dan op dat balkon, alleen maar mensen. Ongelooflijk. Ontvangen door de koning, daarna naar het Gemeentekrediet, de sponsor, en pas dan mocht iedereen naar huis.”

Claesen: “Vrouwen die ons hun borsten lieten zien. Plezante dingen.”

Broos: “Mijn zoon was op dat moment twee jaar en ik ging hem ophalen bij mijn moeder. Hij was in de tuin aan het spelen. Zes weken had hij me niet gezien. Ik riep zijn naam, hij keek even op en… bleef verder spelen. Hoe rap zo’n jongen je vergeet. Maar tien minuten later was dat alweer terug. Daarna zijn we naar huis gereden, naar Jabbeke toen. Vlakbij de snelweg stond iemand me op te wachten. Een buurman. Die wilde absoluut het stuur overnemen. Mijn straat stond vol, in de hof een tapkraan. Dat spel heeft nog een paar uur geduurd, ik heb in drie dagen amper twee uur geslapen. Heel even op het vliegtuig.”

Desmet: “Ik lag net vijf minuten in mijn bed toen mijn vrouw zei: ‘Er is hier iemand, Philippe.’ Ik antwoordde nog: ‘Morgen, ik ben veel te moe.’ Zij: ‘Doe eens het raam open!’ De hele straat stond vol volk. Toch maar weer opgestaan, naar de brouwer gebeld en weer feest. Pas nadien heb ik anderhalve dag geslapen.”

Van der Elst: “Ik heb twee dagen geslapen. En dan begon het opnieuw, de ene receptie na de andere. Overal gevraagd, winkels openen, iedereen had plots een supportersclub van de Rode Duivels.”

Mondiale

Nooit zouden de Rode Duivels nadien nog de halve finale van een WK halen.

Broos: “Het was een generatie die op het goeie moment elkaar vond.”

Vervoort: “Zelfs voor de ervaren mannen was het fantastisch. Die hadden toch de finale van het EK’80 gespeeld, maar dit vonden ze allemaal het mooiste. Vuurwerk!”

Michel De Wolf: “Onze sterkte? Een mooi amalgaam van ouderen, jongeren én talent. De jongeren wilden in die ploeg en maakten het de ouderen knap lastig. En natuurlijk een beetje geluk… Vier jaar later, in Italië, vond ik de ploeg beter, nog sterker. Toen keken we helemaal niet meer naar de anderen, speelden we óns voetbal. Beter voetbal. Maar het resultaat was minder.”

Claesen: “We waren minder efficiënt en hadden minder loopvermogen. De zaken die vier jaar eerder meevielen, vielen nu tegen – zoals Platt die in de laatste minuten scoorde.”

Sablon: “Ik was toen net aan het lijstje voor de strafschoppen begonnen.”

Vervoort: “In Italië waren we nog meer op elkaar ingespeeld, met wat nieuwe jongens erbij, Degryse, Versavel en Emmers, een generatie met meer voetballend vermogen. Maar je ziet dat alles moet meezitten in een toernooi.”

Desmet: “En je moet, zoals de Duitsers altijd bewijzen, kunnen groeien tijdens een toernooi.”

Van der Elst: “25 jaar na datum word ik er nog dagelijks over aangesproken. Over Mexico ’86. Dat is een soort collectief geheugen. Aan Jan Leyers hebben ze ooit gevraagd: wanneer heb je voor het laatst geweend? Bij de strafschop van Leo Van der Elst tegen Spanje, antwoordde hij. Kun je je dat voorstellen?”

DOOR PETER T’KINT

“Vijf mooie minuten uit mijn carrière: wachten om te plassen, maar wel samen met Maradona!” Leo Van der Elst

“De kleine finale moeten ze afschaffen.” Patrick Vervoort

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content