Zaterdag begint in Osaka het wereld-kampioenschap atletiek. We namen poolshoogte bij Ivan Sonck.

Met zijn haast encyclopedische kennis is IvanSonck, sportjournalist op rust, allicht de grootste atletiek-specialist van België. Gevraagd naar zijn mening neemt hij bovendien zelden of nooit een blad voor de mond. Zijn kritiek aan het adres van onder meer Kim Gevaert wordt hem door atletiekminnend Vlaanderen niet altijd in dank afgenomen. Misschien is hij geneigd om voortaan iets minder ongezouten zijn mening te geven ? Nee hoor !

Wat mogen we in Osaka verwachten van de Belgische delegatie ?

Ivan Sonck : “Kim Gevaert en Tia Hellebaut – zeker Gevaert, ten aanzien van Hellebaut heb ik wat reserves – kunnen ‘meespelen’, zeg maar. Wellicht komen ze niet meteen in aanmerking voor een medaille, maar zij stellen internationaal wel wat voor. De anderen zullen een figurantenrol spelen. Je hoeft dat niet te negatief te interpreteren, maar ik heb er weinig vertrouwen in dat iemand van hen een finale kan bereiken. Pieter Desmet maakt op de steeple misschien een kans, maar dan zal het een beetje moeten meezitten in de manier waarop er in de reeksen gelopen wordt.”

Ten aanzien van Hellebaut hebt u ‘wat reserves’. Wat ziet u als de reden voor haar mindere presteren ten opzichte van vorig seizoen ?

“Er zijn mensen, en ik ben geneigd hen bij te treden, die zeggen dat Hellebaut haar seizoen niet goed heeft opgebouwd. Na de Europese titel van vorig jaar heeft ze eerst wat gerust en daarna vertrok ze op stage naar Zuid-Afrika. Na haar terugkomst sprong ze meteen twee meter, kort daarop zelfs twee meter en vijf. Ze had dus heel goed getraind daar op stage. Ik heb het vermoeden dat ze daarna de fout begaan heeft om heel intensief te blijven doortrainen, waardoor ze een beetje uitgeblust was en dat misschien nog ís. Ik hoop dat zij en haar trainer Wim Vandeven de wijsheid hebben gehad om de laatste twee weken heel sterk af te bouwen. Mogelijk kan ze daardoor haar frisheid nog terugwinnen.

“Enkele jaren geleden – toen de DDR nog bestond, het is dus al vrij lang geleden – had ik een gesprek met een Oost-Duitse trainer. Die man zei : ‘De grootste fout die veel atleten begaan, is dat ze op het moment dat ze in topvorm zijn, verwachten dat ze door de trainingsintensiteit wat langer aan te houden nóg zullen verbeteren. Dat is funest.’ Zo’n reactie is uiteraard menselijk, maar in plaats van op te bouwen, ga je afbreken. Het zou mij niet verbazen dat zich bij Hellebaut iets van die aard heeft voorgedaan en wellicht zal die enkelblessure haar ook wel parten gespeeld hebben.”

U verwacht geen medaille voor Hellebaut ?

“In het hoogspringen zijn er wel zeven atletes die een medaille kunnen halen en daar hoort Hellebaut bij. Blanka Vlasic lijkt er momenteel een beetje bovenuit te steken, maar zij heeft op grote meetings al eens last van faalangst. Afgezien van Vlasic en misschien Yelena Slesarenko zal het van de vorm van de dag afhangen wie tweede en in ieder geval wie derde wordt. Het zou dus kunnen dat Hellebaut een medaille haalt, maar – en ik hoop dat ik mij vergis – ik acht de kans niet zo groot.”

Afgeschoten

Kim Gevaert werd onlangs derde op een sterk bezette meeting in Londen. Hoe schat u haar kansen in ?

“Een sterk deelnemersveld, maar wie heeft ze verslagen van degenen die in Osaka zullen zijn : Kerron Stewart, op de 200 meter dan nog. Zowel op de 100 als op de 200 meter nemen vier Amerikaanse atletes deel. Als ze een beetje meeval kent, kan ze er één van die vier aan op de 100 meter, Carmelita Jeter. Misschien twee als Lauryn Williams, die kampt met een blessure, onvoldoende in vorm blijkt. Torri Edwards en Allyson Felix zijn te snel voor haar. Op de 200 meter wordt ze door de Jamaicaanse Veronica Campbell op acht tienden gelopen. Dat zegt genoeg, hé. Dan zijn er nog Kerron Stewart, Tezzhan Naimova, een heel jonge Bulgaarse die goed bezig is, en Christine Arron, die in principe, als ze op haar best is, sneller spurt dan Gevaert. Ik bedoel maar dat het niet van een leien dakje zal lopen. Ze zal – om een populaire Vlaamse uitdrukking te gebruiken – haar tenen moeten uitkuisen om de finale te halen. Ook op de 200 meter is Gevaert kansloos voor een medaille. Sanya Richards, Felix en Campbell gaan in de laatste dertig, veertig meter van haar weglopen.”

Is Tia Hellebaut meer wereldtop dan Kim Gevaert ?

( zonder aarzelen) “Ja, natuurlijk. Atletiek is een sport van cijfers. Cijfers en feiten zijn heiliger dan de burgemeester van Londen, zeggen de Engelsen. Hellebaut is wereldklasse, ze staat in de top-vijf op de wereldranglijst aller tijden. Gevaert staat met haar tijd op de 100 meter net binnen de eerste zestig. Bij haar chrono op de 200 meter heb ik – zoals u allicht weet – heel zware bedenkingen en die komen nu allemaal uit.”

De kritiek die u ook in het verleden al uitte op Gevaert…

( pikt meteen in) “Kritiek zou zijn als ik zou zeggen dat ze niet serieus met haar sport bezig is, maar dat beweer ik helemaal niet. Ik heb alleen maar respect voor de manier waarop zij en haar trainer Rudi Diels haar carrière hebben opgebouwd. Wat Gevaert tot dusver gepresteerd heeft, vind ik heel respectabel. Twaalf jaar geleden heb ik haar, op vraag van haar omgeving, een dagje mediatraining gegeven. Ik weet niet of ze er wat aan gehad heeft, maar daar gaat het niet om. Ik haal dat alleen maar aan om duidelijk te maken dat ik niets tegen Gevaert heb.

“Het enige wat ik gezegd heb, is dat de tijden op de 200 meter op het BK vorig jaar geflatteerd zijn. Als ik nog eens kort het verhaal mag doen : vorig jaar, het Belgisch Kampioenschap, wat zie ik ? 100 meter – twee meter rugwind – 11.04. Daar schrok ik van, zoals velen met mij. Een paar uur later : 200 meter – weer twee meter rugwind – 22.20. Daar schrok ik nog meer van. Oké, die 11.04 wil ik nog aannemen, maar dan zit je met de correlatie tussen 11.04 en 22.20, en dát klopt niet. Nog veel minder trouwens in het geval van de nummers twee tot en met zeven. Die tijden op de 100 meter lijken wel een correcte weergave, want Gevaert heeft die achteraf bevestigd. Van de 200 meter denk ik : wat is hier aan de hand ? Tijdopname? Windmeter ? Neen, de mensen die daarvoor verantwoordelijk zijn, verzekerden mij dat er op dat vlak niets fout gelopen is. Waarschijnlijk – en sommige atleten hebben dat ook min of meer toegegeven – moet er in die bocht een enorme wind gestaan hebben. In die bocht wordt de windsnelheid niet gemeten, zoals u weet. Daarop heb ik gezegd – toen het mij gevraagd werd, ik heb het niet van daken geschreeuwd – dat die tijden niet beantwoorden aan de echte capaciteiten van de atletes. Dat is het enige wat ik beweerd heb.”

Bent u geschrokken van de toch wel hevige reacties op uw uitspraken ?

“Ja, ik ben daar erg van geschrokken. Atletiekkenners hebben mij openlijk of onder vier ogen gezegd dat ik gelijk had. Daarnaast heb je een heleboel mensen, die er weinig of geen verstand van hebben, die lieten weten : ‘Flauwekul ! Je gunt het haar niet, je bent gecompliceerd…’ De meest waanzinnige dingen kreeg ik naar mijn hoofd geslingerd, ik kreeg haat- en scheldmails.”

Hoe reageerde/reageert Gevaert zelf ?

“Het enige wat ze al die tijd gezegd heeft, is : ‘Sonck had beter zijn mond gehouden.’ Echte argumenten gaf ze niet. Ik heb haar ook twee keer aangeboden om er eens over te praten – één keer via via, één keer rechtstreeks via mail – maar ze heeft er nooit op gereageerd. Ze is waarschijnlijk kwaad, ja. Ik constateer echter wel dat ze in interviews geregeld zegt : ‘Die Europese titel is mooi, maar tegen die Amerikaanse en Jamaicaanse meisjes kan ik normaal gezien niet op.’ Wat heb ik anders beweerd dan wat ze zelf aangeeft ? Zo is het mijn mening – maar daarvoor werd ik ook afgeschoten – dat Gevaert vroeger naar de 400 meter had moeten overschakelen. Akkoord, ze is Europees kampioene geworden op 100 en 200 meter, maar wel toevallig in een heel zwak deelnemersveld. Dat mocht ook al niet gezegd worden, behalve wanneer Athletics International het heeft over ‘ a very poor standard’. Enfin, ik denk dat Gevaert een olympische medaille had kunnen halen op de 400 meter.”

Geboeid

U neemt zelden of nooit een blad voor de mond. Denkt u nu : misschien moet ik me wat meer inhouden ?

“Neen, waarom zou ik ? Als men mij vraagt of Gevaert wereldklasse is, sorry, maar dan zeg ik ‘neen’. Goeie Europese klasse – en dat is heel verdienstelijk – maar geen wereldklasse, het spijt me. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan waardering, maar feiten zijn feiten. Je zou eigenlijk bij de toptien moeten zitten, want de tijden worden alsmaar beter. Momenteel wordt ze ook voorafgegaan door atletes uit de jaren 80 en 90. Dan hoor ik : ‘Veel van hen hebben doping gebruikt.’ Van een aantal is dat vrijwel zeker, maar met welk recht beweren ze dat van sommige anderen ? In het buitenland hoor ik ook wel eens de vraag : ‘Zijn Gevaert en Hellebaut wel zuiver ?’ Waarmee ik absoluut niets insinueer. Je moet echter begrijpen dat sommigen vraagtekens plaatsen bij Gevaert die plots acht honderdsten sneller is en Hellebaut die op dat niveau in minder dan twee jaar tien centimeter wint. Is daar misschien stront aan de knikker ? Maar nogmaals : ik insinueer niet dat ze gebruiken, ik denk zelfs van niet.”

In het wielrennen wordt er bijzonder veel gecontroleerd, in de atletiek veel minder.

“Minder, maar toch behoorlijk, zeker in West-Europese landen als Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en andere. Natuurlijk, wanneer je Liu Xiang ( wereldrecordhouder 110 meter horden, nvdr) moet controleren op het moment dat hij zich in China begeeft… Begin er maar aan : een groot land, veel mensen, haast niemand spreekt Engels. Waar zit hij, hé ?

“Ik lees dat ze in Osaka meer dan duizend dopingcontroles zullen uitvoeren. Natuur-lijk zijn er nog altijd producten die niet op te sporen zijn en er zijn mensen die beweren dat je zelfs epo en bepaalde steroïden kan gebruiken als je het maar verstandig aanpakt. Je moet altijd in je achterhoofd hebben : klopt het wel allemaal ? Maar goed, het belet mij niet om geboeid naar atletiek te kijken.” S

Door Roel Van den broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content