‘Niets is zo makkelijk als geld van de belastingbetaler uitgeven’, zei een toppoliticus onlangs en hij wist waarover hij sprak: de politieke partijen verdelen jaarlijks meer dan 65 miljoen euro belastinggeld onder elkaar. Dankzij die gulle overheidsdotaties zwemmen de partijen in het geld. Volgens de meest recente geconsolideerde jaarrekening, die over 2013, heeft de PS met 18,8 miljoen euro het grootste vermogen. In Vlaanderen is de N-VA met 18,4 miljoen de rijkste partij, gevolgd door SP.A (16,2 miljoen), CD&V (14,5 miljoen), Open VLD (12,5 miljoen), Vlaams Belang (12,3 miljoen) en Groen (4,2 miljoen). De Vlaamse partijen hebben samen een vermogen van meer dan 78 miljoen euro.

De volgende jaren zullen de partijen nog gefortuneerder worden. De regering-Michel heeft het vaste voornemen om vijf jaar aan te blijven, dat betekent vijf jaar zonder verkiezingsuitgaven. In die periode zullen de partijen meer dan 300 miljoen onder elkaar mogen verdelen. Na de verkiezingen van vorig jaar zijn de meeste partijen er trouwens op vooruitgegaan. Door de verkiezingsoverwinning zag N-VA haar overheidsinkomsten met ruim 4 miljoen euro stijgen naar 12,2 miljoen per jaar, zo berekenden de Leuvense onderzoeker Jef Smulders en professor Bart Maddens. Ook de traditionele partijen ontvangen meer: CD&V krijgt 7,1 miljoen per jaar (plus 532.000 euro), Open VLD 5,8 miljoen (plus 849.000), SP.A 5,3 miljoen (plus 92.000) en Groen 3,1 miljoen (plus 865.000). Alleen het Vlaams Belang moet het met 2,5 miljoen per jaar minder stellen, meer dan een halvering van zijn overheidsinkomsten.

N-VA lanceerde vorige week een groots opgezette feelgoodcampagne met een ‘duwende hand’: we raken wel vooruit als iedereen mee een duwtje geeft. Kostprijs: één miljoen euro. Dat komt ongeveer overeen met wat de partij in één maand aan overheidsinkomsten krijgt. Dat voelt ze dus nauwelijks. Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) zei daarop dat ‘alle politieke partijen misschien eens het signaal zouden kunnen geven om de dotaties terug te schroeven’. Dat is een goed idee, niet alleen om aan de bevolking duidelijk te maken dat ook de partijen weten wat besparen is, maar ook om zo een einde te maken aan het systeem van financiële zelfbediening.

Vijfentwintig jaar geleden kregen partijen nauwelijks overheidsgeld en moesten ze gaan bedelen bij de bedrijven. Dat leidde tot corruptieschandalen als RTT, Uniop, Agusta en Dassault. Daarop werd een systeem uitgewerkt waarbij vooral de overheid – dus de belastingbetaler – de politieke partijen financiert. Dat systeem is doorgeschoten: 80 tot 90 procent van de partijinkomsten komen nu van de overheid, terwijl dat in Nederland of Duitsland bijvoorbeeld maar 40 procent is. De Belgische partijen zijn vandaag semioverheidsinstellingen. Ze halen ook nog wat geld op via giften, opbrengsten van etentjes en fundraising enzovoorts, maar wat de lokale afdelingen zo verzamelen, blijft onduidelijk want dat valt niet onder de controle op de partijfinanciën. De transparantie van de partijboekhoudingen laat dus te wensen over, ondanks het vele belastinggeld dat ze incasseren.

De lidgelden zijn goed voor amper 5 procent van de partijinkomsten. Leden zijn dan ook niet meer belangrijk en hun aantal loopt bij de meeste partijen snel terug. Open VLD heeft in Vlaanderen met 63.239 de meeste leden, maar dat is 13 procent minder dan tien jaar geleden, zo becijferde zakenkrant De Tijd. CD&V heeft 56.746 leden (min 30 procent) en SP.A 46.828 leden (min 25 procent). N-VA zag zijn ledenaantal verviervoudigen, maar komt toch maar uit op 41.453 leden, wat niet in verhouding staat tot de meer dan 30 procent aan stemmen die ze binnenhaalde. Het lidgeld brengt N-VA 250.000 euro op.

Het is allicht wensdenken dat de politici het royale partijfinancieringssysteem zelf snel zullen hervormen. Op een moment dat brede lagen van de bevolking getroffen worden door allerlei besparingsmaatregelen, waarbij de zwaksten niet worden ontzien, zou dat nochtans mogen. Het zou tonen dat de politieke partijen het menen als ze zeggen dat iedereen zijn steentje moet bijdragen bij de sanering. Ze hebben daartoe een eerste kans gemist toen de Senaat werd hervormd: de dotaties die vroeger aan de Senaat waren gekoppeld werden gewoon overgeheveld naar de Kamer zodat de partijen verzekerd bleven van het makkelijke geld. Maar niets belet een partij, bijvoorbeeld de N-VA als rijkste Vlaamse partij en omdat ze al langer zegt dat ze voorstander is van minder dotaties, om in deze moeilijke tijden een welwillend gebaar te stellen. De wet voorziet zelfs in die mogelijkheid: ‘Iedere partij kan afstand doen van het voordeel van de haar verleende dotatie’. Elke helpende hand is welkom.

EWALD PIRONET is senior writer van Knack.

De partijen zijn vandaag semioverheidsinstellingen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content