Met een pak enthousiasme en de drang om zich te bewijzen beleven Heusden-Zolder en Cercle Brugge zondag hun vuurdoop in eerste klasse. Tegen elkaar dan nog. We legden Harold Meyssen (Cercle) en Dimitri de Condé (Heusden) met enkele stellingen het vuur aan de schenen.

Vorig seizoen ging Cercle Brugge in tweede klasse met de titel lopen en Heusden-Zolder toonde zich de sterkste in de eindronde. Voor beide clubs een verademing, want ze ontsnapten uit het vagevuur van de tweede afdeling. Is hun team klaar voor de hemel van de hoogste afdeling of wordt hun gevecht voor het behoud straks een helle-tocht ? Harold Meyssen (Cercle Brugge) en Dimitri de Condé (Heusden-Zolder) geven het antwoord.

Stelling 1 : jullie spelersgroep is niet sterk genoeg voor eerste klasse.

Harold Meyssen : “Onze voorbereiding liep behoorlijk, maar of we klaar zijn, weten we pas na enkele speeldagen. We hebben wel het voordeel dat de kampioensploeg op enkele spelers na bijna dezelfde is gebleven. Heel belangrijk, want op die manier blijft de sfeer erin en moeten we weinig nieuwe spelers inpassen. Onze ploeg is goed op elkaar ingespeeld en dat merk je. Om te overleven, zal het er dus vooral op aankomen om als blok naar buiten te treden. Zeker omdat er in onze jonge groep niet echt individuen met veel klasse rondlopen. Ploeggeest en een goede mentaliteit, dat moeten onze sterke wapens worden. De meeste van onze jongens hebben in tweede klasse leren vechten. Daarom vrees ik ook niet dat we de stap naar de hoogste afdeling niet goed zullen verteren. Als je kampioen speelt in tweede, heb je genoeg talent in huis om ook in eerste een rol van betekenis te spelen.”

Dimitri De Condé : “Pas de eerste wedstrijden zullen we zien of onze jongens het hogere niveau aankunnen. Als we de positieve lijn van het einde van vorig seizoen doortrekken, hoeven we niets te vrezen. We toonden in de eindronde dat we te sterk waren om nog een jaartje in tweede te spelen. Vooral omdat we collectief een goed geheel vormden. Realistisch gezien moeten we dat stapje hogerop aankunnen, ook al is er nog veel werk aan de winkel. Het evenwicht in ons elftal zit bijvoorbeeld vrij goed. Enkel op de linkerflank wringt het schoentje een beetje. Onze kern bevat weinig linksvoetigen en dat kan wel eens problemen opleveren. Toch moet ik ook toegeven dat onze kern in het tussenseizoen aardig versterkt is. Alle plaatsen zijn dubbel bezet en bovendien willen de nieuwe aanwinsten iets tonen op dit niveau. Vooral bij zij die bij Genk nogal bruusk aan de kant geschoven werden, is de motivatie des te groter.”

Stelling 2 : enthousiasme neemt bij jullie de bovenhand op ervaring.

Meyssen : “Kijk, met Vital Borkelmans, Djordje Svetlicic en ikzelf beschikken we toch over drie spelers die al jaren op het hoogste niveau meedraaien. Een aantal andere spelers heeft ooit ook al van eersteklassevoetbal mogen proeven. Het is nu aan die ervaren jongens om de ploeg er in moeilijke omstandigheden door te trekken. En ik ben ervan overtuigd dat we dat kunnen. Van ons wordt verwacht dat we de jongeren met raad en daad bijstaan, maar extra motiveren hoeven we niet te doen, hoor. Daarvoor wil iedereen zich hier veel te graag bewijzen. Die drang heb ik bij Aalst ook ooit meegemaakt. We maakten een superseizoen door, omdat we een uitstekende groep hadden en iedereen wilde tonen dat hij eerste klasse aankon.”

De Condé : “Enthousiasme moet inderdaad onze drijfveer zijn. Verder gaan op die gedrevenheid van in de eindronde, zoals veel ploegen uit lagere reeksen ons in het verleden voorgedaan hebben. Veel ervaring hebben we gewoon niet in huis. Alleen Wilfried Delbroek, Mohammed Barka, Kurt Morhaye, Samuel Aerts en ik hebben echt ervaring in eerste. Toch denk ik dat het moet volstaan. We zijn niet het enige team dat veel jonge spelers tussen de lijnen brengt. Er wordt naar ons geluisterd en dat is heel belangrijk voor een jonge spelersgroep. Tijdens de eindronde bijvoorbeeld zag je echt dat die jongeren naar de oudere, ervaren spelers opkeken.”

Stelling 3 : als jullie de start van de competitie missen, wacht er een moeilijk seizoen.

Meyssen : “Snel genoeg punten pakken, daar komt het op aan. In de voorbereiding valt het altijd moeilijk in te schatten hoe ver je al staat. Tegen Heusden-Zolder moeten we er gewoon staan. Net zoals voor de derby tegen Club Brugge op de tweede speeldag. Daar leeft iedereen hier naartoe, dat wordt echt iets heel speciaals.”

De Condé : “De eerste weken van de competitie kunnen wel eens cruciaal zijn. Als we een goede start maken, wacht ons een iets makkelijker jaar. Starten we minder, dan gaan we een héél lang én moeilijk seizoen tegemoet. Momenteel weten we eigenlijk niet hoe ver we staan. Hopelijk brengen de eerste wedstrijden opheldering. Pakken we daar de nodige punten, dan kunnen we even herademen.”

Stelling 4 : jullie ambities mogen niet verder reiken dan degradatievoetbal.

Meyssen : “De voorbije jaren is al gebleken dat de ploegen die promoveren, toch makkelijk meedraaien. Kijk maar naar Bergen vorig jaar. Iedereen dacht voor de start dat ze het enorm moeilijk zouden krijgen, maar eigenlijk hebben ze een bijna zorgeloos seizoen gedraaid. En aan de degradatie wil niemand bij ons denken. Iedere speler wil in de hoogste afdeling spelen en er wordt nog met geen woord van een moeilijk seizoen gerept. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar wij hebben zeker genoeg kwaliteiten om de degradatie te vermijden. Als we snel de nodige punten pakken, denk ik dat we een probleemloos seizoen in de middenmoot mogen ambiëren.”

De Condé : “Onze ambitie is inderdaad gewoon het behoud. We moeten dat absoluut veiligstellen. Iedereen in onze groep, van de eerste tot de laatste speler, is zich ervan bewust dat wij een lang en zwaar seizoen tegemoet gaan. Maar des te beter eigenlijk, want dat wakkert de vechtlust enkel aan. Alles wat hoger ligt, is mooi meegenomen. Zoals een goed resultaat of een uitschieter tegen een grotere ploeg. Bovendien is het samenwerkingsverband een extra motivatie om Genk te kloppen. Zeker voor die jongens die daar aan de kant geschoven zijn. Daar hoef je geen tekeningetje bij te maken. Voor hen zou het de mooiste dag van het seizoen zijn, mochten we Genk een loer kunnen draaien.”

Stelling 5 : de schrik voor een afslachting tegen een grote club zit er wel degelijk in.

Meyssen : “Ik draai al lang genoeg mee en schrik moeten we zeker niet hebben. Er zijn natuurlijk wel ploegen die er met kop en schouder boven uitsteken, maar als je daar een goede organisatie en een goede mentaliteit tegenover zet, kan je heel ver komen.”

De Condé : “Ik verwacht toch dat de tegenstanders ons zullen onderschatten. Ik weet dat uit ervaring. Dan mogen ze je dat honderdduizend keer inpeperen, toch gebeurt die onderschatting automatisch. Van zulke gelegenheden moeten wij kunnen profiteren.”

Stelling 6 : op steun van een twaalfde man moeten jullie niet rekenen.

Meyssen : “Het is natuurlijk gezelliger als je in een klein stadion speelt voor 6 à 7000 suppor-ters dan in een leeg Jan Breydelstadion. Aan ons om onze trouwe supporters met goed voetbal te verwennen, zodat ze blijven komen en ons ondersteunen.”

De Condé : “We moeten absoluut het hart van de voetballiefhebber zien te winnen, want vorig jaar was de opkomst toch iets te mager. Misschien lokt een goede start extra supporters, dan kunnen zij ons die extra stimulans bezorgen. En ik denk ook dat trainer Peter Balette iets wil brengen. We zullen ons zeker niet ingraven, wees maar gerust.”

door Kristof Terreur

‘Onze ambitie is gewoon het behoud.’ (Dimitri de Condé)

‘Wij moeten zeker geen schrik hebben.’ (Harold Meyssen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content