Het jaar begint slecht. Wie zijn hart had laten spreken en zijn portemonnee had opengetrokken voor de tsunamislachtoffers, werd in de eerste kranten van het jaar al meteen afgeschilderd als licht onnozel en ongevoelig voor het leed van minder mediagenieke slachtoffers. Op onze emoties kunnen we niet meer vertrouwen. Op onze kiessystemen evenmin. Zelfs de verkiezing van Miss België werd vervalst. Sms-stemmen werden gekocht. Hoeveel precies is niet duidelijk, 17.000 of 28.000. De contouren van het getal bleven vager dan die van de Miss. Maar illusies over een nakende e-democratie mogen we opbergen. De rampen en onheilstijdingen bleven elkaar opvolgen. Het snel inkrimpen van het internationale marktaandeel van de Belgische bedrijven, de onuitroeibare bacteriën in onze ziekenhuizen, het ontslag van Rik Daems als fractieleider van de VLD. Hierbij schuilt de ramp in de oorzaak van het gebeuren: een verhouding. Een verhouding ( et alors?) met een socialiste ( in Vlaanderen worden al wenkbrauwen gefronst), met een Waalse PS-socialiste (in Vlaanderen slaan de stoppen door). Het neopuritanisme en de onverdraagzaamheid nemen stilaan groteske proporties aan. Werd dit land in onze slaap opgepikt en neergekwakt in de een of andere dorre Angelsaksische vlakte? Ligt het te roesten in de Bible Belt? Is het verschil tussen ethiek en chagrijn volkomen vervaagd? Of was Verhofstadt het beu uit te kijken naar een andere job voor Daems? We weten zelfs niet meer waarover we nu precies verontwaardigd zijn.

Is er nog hoop voor onze regio en waarin schuilt die dan? Omdat er in het nieuwe jaar nog niet zo heel veel kranten zijn verschenen, ben ik eens nagegaan waarin journalisten nog hoop stellen. Niet meer, zo blijkt, in de mens. We vertrouwen onszelf niet meer en zijn volkomen uit onze toekomstdromen verdwenen. In onze plaats kwam technologie, vooral dan computers, internet, kortom ICT. Creativiteit, cohesie, democratie… zo wordt ons beloofd, zijn online te vinden. We bloggen ons de utopie in, drijvend op netwerken die, zo beweren de nieuwe goeroes, tegelijk globaal en lokaal zijn, rigide en soepel, gecentraliseerd en gedecentraliseerd, divers en geïntegreerd. Volgens die nieuwe heilsleer heft technologie alle verschillen en tegenstellingen op: die tussen auteur en lezer, burger en politicus, televisiemaker en televisiekijker, cultuurproducent en cultuurconsument.

De tegenstellingen tussen cultuurproducenten onderling blijven echter bestaan. Dat blijkt uit de discussie over de digitale televisiekanalen en de nieuwjaarstoespraak van Tony Mary. De man kreeg CD&V over zich heen, werd op het matje geroepen bij de Vlaamse minister-president en kreeg een spreekverbod opgelegd. Kortom: het was bijna ‘ salut Mary’. Op zulke momenten welt een warm wijgevoel in mij op. Die VUB’ers toch, groot gebekt, recht voor de raap, street credibility. We hebben ook zo’n minister van Buitenlandse Zaken. Is het handig, strategisch, wijs, een goede manier om het mediadebat te voeren? Wat voor een debat is dat overigens, waarin men in de stijl van ouderwetse communicatiewetenschap oordeelt op basis van de classificatie van genres en helderzienden laat beslissen of iets cultureel is en een sociale meerwaarde heeft in de plaats van te kijken naar de effecten van mediagebruik en mediavoorkeur. Het is geen debat, maar een clash van belangen.

Eén vervelend ding werd duidelijk: zelfs als journalisten opkomen voor de onafhankelijkheid van de eigen redactie, lijkt het alsof ze in de bres springen voor de belangen van hun eigenaars. En zo wordt de geloofwaardigheid van iedereen maar weer eens ondergraven. Laten we afspreken dat het morgen 1 januari is, en het jaar gewoon opnieuw beginnen.

Mark Elchardus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content