Balancerend tussen genieten van de titel en werken aan volgend seizoen : op de koffie bij een Genks topkwartet.

Een gesprek, al slalommend, over ’s lands populairste.

Wat is in de heropbouw het voorbije jaar het moeilijkste geweest ?

Jos Vaessen : Moeilijk is eigenlijk niks geweest. Ik vind het fijn dat men ons een voorbeeld vindt, maar we zijn nog volop bezig met de reorganisatie. Het grote verschil is alleen dat we er geen heibel meer rond maken als we met sommige zaken nog niet klaar zijn. Sportief staan we al heel ver. Extra-sportief ook, maar Robert heeft nog een pak werk. Maar dat kan hij beter zelf vertellen.

Robert Raes : Een van onze grote dada’s voor de volgende maanden is een stevig scoutingsteam bijeen te brengen om voornamelijk het binnenland, eerste en tweede elftallen in eerste en tweede klasse, zeer intensief te volgen, net als alle nationale jeugdselecties en de beloftenelftallen. We gaan daarvoor parttime iemand aantrekken, met een secretaris en zes à negen scouts. Ik denk dat het in de toekomst aangewezen zal zijn zoveel mogelijk jongere spelers te recruteren. Zo kunnen we ook ons nieuw jeugdcentrum, dat toch een voorbeeld voor België is, laten renderen. We gaan daar geen 60, 70 miljoen ( frank, nvdr) in investeren zonder daarna return te krijgen.

Uiteraard zijn we ook niet blind voor het buitenland. Daar werken we met tipgevers zodat we niet meer moeten gaan rondtoeren, want met de nieuwe Fifa-regeling zullen we toch even moeten gaan nadenken. Het is nog niet duidelijk hoe die opleidingsvergoeding in elkaar zit. Indien men aan een speler in het buitenland hetzelfde moet betalen als wat je hier aan opleiding had uitgegeven, ja, dan zullen er wel veel clubs even gaan nadenken. Als ik lees dat Anderlecht twee tamelijk goede jongeren, een Syriër en een Nederlander, niet aanneemt omdat ze al jongeren hebben, ligt daar ook een andere reden aan ten grondslag.

Hoe krap zitten jullie financieel om de ploeg uit te bouwen ?

Vaessen : Kijk, het zit helemaal niet zo slecht. We hebben het jaar nog niet afgesloten, maar we zullen een exploitatieverlies maken; wel geen cashdrain. Willen we nog verder uitbouwen, zowel extra-sportief als sportief, dan moeten er middelen vrijkomen door een transfer of een actie zoals de Champions League. Maar bijkopen is ook niet meer echt nodig, hé, er is al wat gekocht.

Blijft de vaststelling dat er na het vertrek van Brockhauser maar één ervaren doelman meer is.

Vaessen : Daar zit inderdaad een ruimte tussen, die we ook zullen opvangen.

Raes : Wat dat betreft wil ik toch wel zeggen dat men nogal fel de nadruk legt op die positie van de doelman, terwijl dat juist de positie is waar je dat níet moet doen. Voor een doelman is de transferperiode het hele jaar open, dus we moeten daar niet zenuwachtig doen, want anders ga je te veel betalen.

Vaesen : Ten tweede is er nu al een duidelijk overaanbod van goede doelmannen. Dat wéten we. We kunnen er nu al vijf invullen. Dat is niet niks.

Albert Bijnens : Maar als je morgen een spits moet gaan kopen, dat wordt veel moeilijker.

Vaessen : Véle, véle malen moeilijker zal het zijn als onze spitsen zouden vertrekken. We hebben wel goeie namen, contacten, maar hoe góed zijn ze, hé ? Je weet wat je hebt, maar je weet niet wat je krijgt.

Hoe groot is de kans dat jullie deze ploeg bijeen kunnen houden ?

Vaessen : Er is tot op dit moment ( vorige donderdag, nvdr) nog geen enkele concrete belangstelling. Wel is het zo dat vroeger alles bestond uit geruchten of aanvragen om te komen kijken, en dat nu wat verengt : er zijn al mensen die zich komen voorstellen als meneer A van ploeg B.

Maar hoe moeilijk wordt het om die ploeg bij elkaar te houden ?

Raes : Even moeilijk als het was om ze bijeen te brengen.

Bijnens : Er spelen zoveel elementen in mee. Eerst moet de speler wíllen weggaan. En wat zijn de voorwaarden ? Misschien wachten er nog op het wereldkampioenschap.

Vaessen : Het is in ieder geval zondag ( na de titel, nvdr) wat gemakkelijker geworden. Je kan niet geloven hoe sterk de potentiële Champions League psychologisch doorwerkt ! Mocht die deur van de voorronde er niet zijn, dan was het nog veel sterker.

Paul Heylen : Eigenlijk zijn ze maar honderdtachtig minuten verwijderd van de max in hun leven. Iets wat ze misschien maar één keer meekmaken. Beetje chance in de loting en… Wie hier nu in de basis staat, zelfs de toppers, zegt : wie ben ik als ik verhuis, hé ? Anthuenis had er destijds het maximum uitgehaald, maar hier weet je niet waar dat maximum ligt.

Bijnens : Het zijn allemaal jonge gasten die nog vooruitgaan.

Vaessen : De gemiddelde leeftijd is eenentwintig komma zoveel jaar !

Enig idee waar het maximum extra-sportief ligt ?

Vaessen : Wíj weten het. Onze mensen van de marketing en de horeca hebben daar een rekensom over gemaakt. Ons budget benadert nu de vijftien miljoen euro, en we denken dat het binnen déze infrastructuur niet uitgesloten is dat we naar twintig miljoen euro gaan. Dat zal zo’n beetje het maximim zijn, denken we. Dat betekent nog wat meer reclame verkopen, extra-sportieve zaken doen en, natuurlijk, het is evident dat een kampioen zijn borst morgen duurder verkoopt dan vandaag. Dat is logisch.

Je hoort wel eens dat jullie bij het aantrekken van sponsors met nationale allure gehinderd worden door een te Limburgs imago.

Raes : Wij zijn fier dat we een Limburgse club zijn. Wij hebben een achterstand en we zullen die heel eenvoudig inhalen.

Bijnens : Supporters beginnen we nu toch van overal te krijgen.

Vaessen : Zonder twijfel is een ligging in Brussel een voordeel. Wie daar naast praat, is niet realistisch.

Brugge ligt ook aan de rand.

Raes : Maar die hebben de zee, hé ( grijnst).

Bijnens : Anderlecht heeft ook het voordeel dat ze wat Walen aan hun kant hebben.

Vaessen : Voor mij heeft Anderlecht het grote voordeel dat ze in een metropool zitten met grote firma’s met grote budgetten…

Raes : Een agglomeratie van één miljoen mensen.

Vaessen : … én de maatschappelijke zetel van heel veel grote bedrijven. Als je Coca-Cola wil aanspreken, moet je niet naar Genk komen, maar naar Brussel gaan. Levi’s, noem maar wat, allemaal Brussel. Dat voordeel kunnen wij nooit wegwerken, nooit.

Speelt dat echt mee ?

Raes : Natuurlijk. Wij zitten met heel veel industrie waarvan de zetel niet hier is gevestigd.

Vaessen : Het grootste bedrijf van Genk…

Bijnens : Ford.

Vaessen : … het grootste bedrijf van Genk is nog niet eens een vennootschap ! Ford Köln AG.

Heylen : Als je met Ford moet onderhandelen, moet de algemeen directeur, dertienduizend werknemers, naar Antwerpen rijden. En dan is die nog op doorreis naar Keulen.

Vaessen : Dit is zeker een handicap waarmee we geconfronteerd worden en die we waarschijnlijk nooit wegwerken, dat is de logica zelf. Maar daar ligt hier niemand wakker van. Ik zou blij zijn als er grotere sponsors komen, maar ik heb die informatie niet.

Heylen : Toch is de eerste die nu gebeld heeft voor een afspraak, een horlogemerk dat maar honderd topploegen over heel de wereld heeft. In België niemand.

U, mijnheer Vaessen, zei meteen na het behalen van de titel dat de contracten van sommige spelers moesten worden opengebroken.

Vaessen : Je zit natuurlijk met het probleem dat ze over twee weken weg zijn. Maar neem nu het geval- Sonck. Ofwel komt er een ploeg die echt poen op tafel legt, ofwel blijft die jongen hier. Zijn waarde is dermate gestegen dit jaar dat het niet correct zou zijn hem niet spontaan een loonsverhoging aan te bieden. We hebben die fout ooit gemaakt met Branko Strupar.

Heylen : Naar volgend seizoen voel ik met de dag meer dat we ook organisatorisch een heel deel moeten gaan herschikken. We zijn een ploeg die met de lach organiseert, maar we gaan straks misschien vást twintig- à eenentwintigduizend man hebben, in plaats van gemiddeld zoals dit seizoen. Onze hele organisatie is daar niet op gebouwd. De club groeit met de dag.

Vaessen : Onze club is in vijf jaar vervijfvoudigd, hé, in budget. Niet het aantal personeelsleden. Noem het maar wat groeipijnen. Wat Robert aan de hand heeft in zijn scoutingsapparaat, hebben we overal wat aan de hand.

Heylen : Door de overvloed aan vrij organiseren, gaat je dat op een gegeven moment de das omdoen. Vroeger hadden we gemiddeld elfhonderd couverts, op de laatste speeldag zaten we aan zeventienhonderd. Dat gaan er dus volgend seizoen gemiddeld driehonderd meer worden. Zonder dat we weten wat het effect daarvan is op onze organisatie.

Bijnens : Je mag heel zeker zijn dat het stadion volgend jaar altijd uitverkocht is. Wie nog geen abonnement heeft, vraagt nu al waar hij zich kan opgeven voor een wachtlijst. Niemand gaat afhanken, of hij moet sterven, denk ik ( lacht).

Hoeveel verschil maakt het dat Genk een voorzitter heeft die financieel kan bijspringen ?

Vaessen : ( Serieus.) Het geld is op nu.

Heylen : Door de inbreng van Jos is de groei van deze club anderhalf, twee jaar geleden niet gestopt. Anders had die voor tien jaar stilgelegen. Maar nu moeten we de groei weer naar onze proporties terugbrengen, dat we het zelf kunnen bedruipen. Als je onze organisatie ziet ten opzichte van Anderlecht, zijn we nog een kleine club, maar ten opzichte van Brugge zeg ik dat we er voorbij zijn. Toeschouwers, omzetcijfer, organisatie : we zijn ze al drie seizoen voorbij. Ze hebben een groter budget dan wij, maar daar zit een stuk topsponsoring in, waar Dexia per punt of per prijs betaalt. Hier treedt een club naar buiten; bij Brugge treden er maar een paar op het voorplan : als je Antoine ( Vanhove, nvdr) wegneemt, heb je Jacques ( Denolf, nvdr) en ’t is opgelost.

Raes : Ik weet niet of wij, als Limburgers, ontvangen zullen worden op het paleis ( grijnst).

Vaessen : Ik heb zonet telefoon gekregen van de gouverneur met de mededeling dat men ermee bezig was om ons daar te ontvangen.

Raes : ( Lacht uitbundig.)

Vaessen : ( Ernstig.) Echt waar. Maar ik wil nog iets anders zeggen : we hoeven voor Sef Vergoossen geen standbeeld te maken, dat zou belachelijk zijn, maar je ziet hoe belangrijk een trainer is. Vergeet niet dat we voor negentig procent met dezelfde ploeg speelden als vorig seizoen. Van onze vriend Nol Hendriks, met wie we op clubniveau én persoonlijk een fantastische relatie hebben, heb ik toch een aantal dingen geleerd. Drie jaar geleden, toen Anthuenis vertrok, zei hij tegen mij : al moet je het dubbele geven…

Bijnens : Ik hoor het hem nog zeggen ( lacht).

Vaessen : … al moet je het drievoud geven, je moet er álles aan doen om hem te houden. De trainer is met kop en schouders de belangrijkste in je ploeg. Ik moet zeggen : het is een waarheid zo groot als een koe. Met een financiële injectie naar Antheunis toe, zouden we verder geraakt zijn dan we de vorige twee jaar waren. Zó belangrijk is de trainer. Niet de voorzitter, niet de manager, niet het bestuur.

Bijnens : Maar, Jos, ik denk toch dat Aimé voelde dat hij het maximum bereikt had en aan een nieuwe uitdaging toe was.

Vaessen : De bijdrage van ons bestuur dit jaar – en misschien liggen we daar wat voor, maar dat kan volgend jaar anders zijn want het heeft ook veel te maken met de omstandigheden – is de sereniteit waarin de technische staf heeft kunnen werken. Nóóit is daar de minste verstoring geweest.

Raes : Het is een grote industrie geworden, met nadruk op industrie. Een trainer moet niet alleen een systeem hebben, maar tegenwoordig ook een groot psycholoog zijn. Op dat vlak hebben wij een supertrainer in huis. Ik heb nog nooit iemand gezien die er zoveel tijd in steekt en niet buiten de lijnen van zijn bevoegdheid gaat.

Vaessen : Belangrijk gegeven is ook of je onder een gunstig of een ongunstig gesternte start. Jos Heyligen, die zonder twijfel een deskundig voetbalman is, is niet onder een gunstig gesternte gestart door een ongelukkige uitspraak…

Bijnens : Ik ga ze leren voetballen.

Vaessen : … dat leidde hier een eigen leven en dat zorgde voor frictie in de groep. Terwijl Sef begon met zijn home-party. Om je dood te lachen !

Bijnens : Ik hoor nu van spelers die tegen mevrouw Vergoossen zeggen : dáár, bij u thuis, is het begonnen. ’s Avonds kende iedereen iedereen.

Vaessen : Dat bedoel ik met een gunstig gesternte. Je eerste trainingsdag moet al bingo zijn en dat was het. Sef, die heeft toch wel iets, hé.

Raes : Je zal de sterkte maar zien als het iets minder gaat.

Vaessen : Die vraag stellen we ons ook. Hoe zullen Sef en de groep reageren als we een paar wedstrijden na elkaar verliezen ?

door Raoul De Groote,

Jos Vaessen : “Hoe zullen Sef en de groep reageren als we een paar wedstrijden na elkaar verliezen ?”

Jos Vaessen : “Het geld is op nu.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content