Hoezo, Leif Hoste niet klaar voor de klassiekers ? In de Ronde van Vlaanderen was hij misschien wel de sterkste man in koers, al zat winnen er jammer genoeg niet bij. Een vreselijk ontgoochelde Hoste moet zich opnieuw oppeppen : mogelijk is het zondag wél zijn dag.

Als je naar de kasseiklassiekers toeleeft met één absolute kopman en die maakt een lelijke val, zit je met een huizenhoog probleem. Knap dat men bij Predictor-Lotto desondanks het hoofd koel hield. De ellende begon voor Leif Hoste in Tirreno-Adriatico, waar hij zijn heup blesseerde. Nadien zat de West-Vlaming in een race tegen de klok om klaar te raken voor de wedstrijden waarin hij er zou moeten staan. “Ik heb tussen de koersen door nog extra getraind. Want nu moet het gebeuren. Het is voor wedstrijden als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix dat de ploeg mij aangetrokken heeft. Maar aan zo’n val kan je niets doen hè. Nochtans is mijn conditie momenteel super. Nooit beter geweest, zou ik zelfs zeggen.” Dat vertelde Leif Hoste ons in de Driedaagse De Panne, luttele dagen voor de Ronde van Vlaanderen. En toegegeven, de voorbereiding was allerminst ideaal geweest, maar hij was hersteld en voor de Ronde zouden geen excuses gelden.

Hoste vertelde het zonder een spoor van twijfel en trok zich niks aan van de ongelovige blikken van de journalisten. Wanneer we hem vroegen wie binnen de ploeg zijn rol kan overnemen als het toch minder zou lopen, wuifde hij die suggestie kordaat weg. ” Ik ben de kopman van Predictor-Lotto. Zoals ik me nu voel, denk ik echt niet dat er een plan B nodig is. Er kan veel gebeuren in een klassieker – het weer kan zo’n koers totaal van uitzicht laten veranderen. Maar normaliter zal ik toch degene zijn die het voor onze ploeg moet doen in de finale.” Enkele dagen later voegde hij op indrukwekkende wijze de daad bij het woord.

Geen zeveraar

Het was stoere taal, zeker voor een renner die in zijn eerste jaar als enige kopman zit. Heeft Hoste echt geen moment getwijfeld toen de resultaten uitbleven ? “Een paar jaar geleden zou dat Hoste genekt hebben. Nu niet meer. Hij weet veel te goed wat hij allemaal kan”, zegt sportief manager Marc Sergeant. “Natuurlijk was zijn opbouw naar de Ronde en Parijs-Roubaix niet zoals gehoopt. Maar Leif is te veel prof om zich daardoor uit evenwicht te laten brengen. We hebben hem er met de ploegleiding proberen door te trekken, op hem ingepraat en er bewust weinig druk op gelegd. Maar eigenlijk was dat zelfs niet nodig. Hoste is een complete, volwassen kopman. Hij heeft niet veel speciale zorgen nodig.

“Voor de E3-Prijs Vlaanderen zei de osteopaat dat Leif het heel moeilijk zou krijgen in de koers. We hebben hem toch laten rijden – die wedstrijden kán je gewoon niet missen in het licht van wat nu nog komen gaat. In de laatste dagen voor de Ronde van Vlaanderen kreeg Hoste van de osteopaat groen licht : lichamelijk zou hij honderd procent in orde moeten zijn. En nog belangrijker : Leif zegt zelf dat het weer goed zit. En Hoste is geen zeveraar. Als hij zegt dat hij er zal staan, dan zal hij er ook stáán.”

Het lijstje favorieten dat Sergeant aanstipte voor Parijs-Roubaix, bevat geen verrassingen. Tom Boonen en Fabian Cancellara worden de voornaamste mannen waarmee Leif Hoste zal moeten afrekenen. Maar ook Peter Van Petegem wordt volgens Sergeant een heel gevaarlijke klant. “Iedereen zal naar Boonen loeren en ik zie Van Petegem daar nog van profiteren. Rondewinnaar Alessandro Ballan moet een voorname outsider zijn, Juan Antonio Flecha is er ook altijd dichtbij. De enige onbekende factor is misschien Filippo Pozzato. In principe moet die Parijs-Roubaix aankunnen, maar hij blijft toch te veel op de achtergrond om mij echt te overtuigen. Al kan ik me ook vergissen natuurlijk.

“Binnen onze ploeg zie ik één man voor de grote verrassing zorgen : Roy Sentjens. Hij staat niet in de spotlights, maar Sentjens is aan een geweldige voorjaarscampagne bezig. Hij verrast zichzelf daar ook mee hoor en dat is misschien net zijn grootste zwakte momenteel. In de koers is Sentjens nog een beetje onzeker. Eén anekdote om dat te staven : in de E3-Prijs heeft hij met zijn zesde plaats voor ons de meubelen gered. Hij zat in een sterk en vooral snel groepje achtervolgers met onder meer Oscar Freire, Stuart O’Grady en Philippe Gilbert, en hij zag het niet zitten om te sprinten. De laatste kilometers heb ik er zwaar op moeten inpraten : sprint toch alsjeblieft mee, Roy. Hij doet dat dan en klopt die spurtbommen als het ware met de vingers in de neus. En dat terwijl hij heel de tijd aan het klagen was over krampen. Wat Roy nog mist, is dat hij uit zichzelf moet weten dat hij het kan, dat hij niet de mindere is tegen die gevestigde namen. Als hij die omschakeling mentaal kan maken, gaan wij er nog véél plezier aan beleven.”

Het verhaal van Sentjens is bekend. Groot talent bij de jeugd, in die jaren de evenknie van Boonen en Steegmans, maar bij de profs voortdurend sukkelend met de ene kwaal na de andere. En door al die pech met de jaren een beetje vergeten door het wielergild. Maar nu dus – we beamen de analyse van Sergeant – bezig aan een uitstekend voorjaar. Wanneer we hem vertellen dat zijn sportmanager hem pronostikeert als te volgen man in Parijs-Roubaix, reageert Sentjens geeneens zo verrast. “Ik wist al wel dat het vertrouwen van de ploegleiding erg groot was”, vertelt de Neerpeltenaar met licht Hollands accent. “Het loopt gewoon op rolletjes dit jaar. Eigenlijk ben ik al sinds de Omloop het Volk bij de beteren. En mijn conditie is nog altijd erg goed. Ik heb dan ook bijzonder veel zin in Parijs-Roubaix.”

De hel van het noorden is nochtans geen koers zoals alle andere. Nogal wat renners zijn echt bang voor die Noord-Franse kasseien. “Ik niet, ik ben vrij stuurvaardig”, weet Sentjens. “De jongens die bang zijn, zijn meestal niet zo goed in vorm. En dan kan Parijs-Roubaix een martelgang zijn. Het is ook wel een gevaarlijke koers. Je moet je oren en ogen goed openhouden en een val zien aankomen nog voor het gebeurt. Het helpt als je goed kan sturen, maar geluk heb je ook altijd nog nodig.”

Verwachtingen uitspreken voor Roubaix doet Sentjens niet. “Daar rij je toch niet sneller door. Het is ook onzinnig om mezelf daarop vast te pinnen. Het normale scenario blijft : Hoste is de absolute kopman en ik sta hem bij zolang ik kan. Alleen in een héél uitzonderlijke koerssituatie kan ik een resultaat rijden.” De nog altijd maar 26-jarige Sentjens wist toch al een paar keer rond de twintigste plaats te finishen in Parijs-Roubaix. “En dat was dan nog volledig in dienst van Flecha”, herinnert Sentjens zich uit zijn Rabobankperiode.

Diesels

Nog een man waaraan ze zich bij Predictor-Lotto kunnen optrekken, is Bert Roesems, al sinds het begin van het Vlaamse voorjaar een van de betere en vooral ook een van de meest constante renners uit het peloton. We gaan van de 34-jarige Roesems geen favoriet voor Parijs-Roubaix maken, maar vorig jaar finishte hij er toch als achtste. Op bijna zeven minuten van de winnaar, moeten we er voor de volledigheid bij zeggen, maar Roesems wist toen in de laatste kilometers wel te ontsnappen uit de restanten van het peloton. Roubaix ligt hem dus wel.

“Ik zie ons daar als team in de breedte erg goed presteren”, zegt de boomlange Hallenaar. “Die koers moet ons beter liggen dan de Ronde van Vlaanderen. Daar is het erg belangrijk om een flits in de benen te hebben. Dat is niet het sterke punt van Predictor-Lotto. Wij zijn een team van diesels. De macht en de kracht bezitten we zeker. En in Parijs-Roubaix zal het toch vooral daarop aankomen.”

“Mannen met inhoud scoren in Roubaix”, bevestigt Marc Sergeant. “Hoste heeft dat zeker. Aan Roesems, Sentjens en Wim De Vocht twijfel ik ook niet. En er zijn nog een paar anderen die meer kunnen dan ze tot nu toe hebben laten zien. Op de beslissende momenten verwacht ik dat zij hun niveau nog zullen optrekken.”

Toch kwamen andere teams de laatste weken beter voor de dag dan Predictor-Lotto. En Parijs-Roubaix is meestal een bevestiging van het koersbeeld van de weken daarvoor, verrassingen zijn er erg zeldzaam. “Er wordt te veel gezeverd over die zogenaamd sterke blokken”, vindt Bert Roesems. “CSC maakt indruk en Quick-Step-Innergetic heeft veel troeven, dat wil ik allemaal niet ontkennen. Maar wat blijft daarvan over in de finale ? Daar zie ik alleen de kopmannen overleven. Het wordt een koers als alle andere. De opdracht luidt weer : ga niet met Boonen naar de meet. Dat is al jaren zo.”

En al jaren is de Balenaar hen telkens te slim af. Moet de tactiek niet stilaan omgegooid worden ? Moet degene die Boonen wil kloppen, niet op zoek naar bondgenoten om de ex-wereldkampioen af te matten ? Want dat hij in de Ronde te kort kwam, wil nog niet zeggen dat hij in Roubaix de tweede viool speelt. “Als puntje bij paaltje komt, rijdt ieder zijn eigen koers”, reageert Roesems. “Natuurlijk weten we dat Boonen degene is die daar aan het eind van de rit van profiteert. Zelfs als hij niet de sterkste is, blijkt hij uiteindelijk toch de snelste. Wat wil je dat we daaraan doen ? Ik zie geen enkele kopman van een andere ploeg zijn kansen offeren, gewoon om Boonen een hak te zetten.”

“De andere blokken kunnen meer pokeren en misschien ergens een mannetje offeren wanneer dat tactisch interessant blijkt”, vult Leif Hoste aan. “Onze ploeg zal vermoedelijk iets meer afhankelijk zijn van meeval.”

Zoals Van Petegem

Iedereen is het erover eens dat Hoste een steengoede renner is. Maar is hij ook een kopman ? “Ik heb geen probleem om leiding te geven en anderen te sturen”, zegt Leif Hoste. “Ik vóél me ook een kopman, maar dan wel van het type dat tussen de andere jongens staat. Misschien kom ik soms wat braaf over, maar mispak je daar niet aan. Johan Museeuw zei ooit : ‘Op een fiets ben ik iemand anders dan in het gewone leven.’ Voor mij geldt dat ook. Op het gepaste moment zal ik wel zeggen waar het op staat. Zeker weten.”

“Als kopman is hij eigenlijk wel te vergelijken met Peter Van Petegem”, zegt Bert Roesems. “Niet de mannen van de grote woorden, wel kerels uit één stuk waar je altijd op kan rekenen. Leif is een sympathieke kerel, maar hij straalt zeker ook voldoende daadkracht uit. Als hij ons iets vraagt, twijfelen we geen seconde.”

Door Jef Van Baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content