Een kleine twee maanden na zijn laatste optreden voor Anderlecht werd Zulj gedeeltelijk gerehabiliteerd tegen OH Leuven.

Halfweg de tweede helft bleef de bal zolang in het spel dat Peter Zulj een vijftal minuten moest wachten voor hij daadwerkelijk mocht invallen. In de 73e minuut was het zover: voor de Oostenrijker waren het zijn eerste speelminuten sinds de wedstrijd thuis tegen RE Mouscron op 23 augustus. Zulj wist zaterdag al dat hij opnieuw naast een basisplaats zou grijpen. Vincent Kompany had tijdens een trainingswedstrijd tegen de U21 namelijk zijn type-elftal opgesteld en daarin was geen plaats voor de 27-jarige middenvelder. Zulj, Michel Vlap en Francis Amuzu moesten tijdens het partijtje zelfs apart trainen en ze mochten pas in de laatste vijf minuten opdraven. Zondag kreeg de Oostenrijker onverwachts toch een kans. Gelet op de krappe 2-1-voorsprong koos Kompany ervoor om zijn middenveld te versterken en daardoor kreeg Zulj ruim een kwartier de tijd om zich weer in de ploeg te knokken.

In het begin van het seizoen was er geen enkele aanwijzing dat de middenvelder zijn status als basisspeler zou verliezen. Maar vanaf half september verdween hij geruisloos naar het achterplan. Deels door zijn positieve Covid-19-test – hij was de enige speler die effectief symptomen had – en deels omdat hij er mentaal een beetje doorzat. Na de trainerswissel voelde hij de bui hangen omdat Kompany alternatieven zag voor de positie van verdedigende middenvelder. Zulj wil kost wat kost naar het EK met Oostenrijk en hij besefte dat het uitblijven van speelminuten zijn kansen op een deelname zou hypothekeren. Tot een openlijk conflict tussen de speler en het bestuur kwam het niet en onlangs werd alles intern uitgepraat. Dat resulteerde in een eerste invalbeurt in twee maanden.