Roland Garros staat gegrift in de harten van toeschouwers en spelers als het meest spektakelrijke en emotievolle toernooi van het jaar. Maandag begint het. Filip Dewulf wikt en weegt de kanshebbers.

Bij de bouw van le court Suzanne Lenglen enkele jaren geleden haalden de traditionalisten nog de bovenhand door te stellen dat zo’n hoogtechnologische constructie aan de eigenheid van het toernooi zou raken. Blijkbaar is men nu toch gezwicht voor de commerciële druk van sponsors en tv-stations. Zenders betalen veel geld voor de uitzendrechten en zijn niet opgezet met regendagen of schuivende wedstrijdschema’s.

Door de vergroting en verbetering van de capaciteiten kan men ook gemakkelijker tegemoetkomen aan de eisen van het almaar aangroeiende tennispubliek. Het is tegenwoordig absoluut geen sinecure om een zitje vast te krijgen voor de French Open. Men is haast verplicht een jaar op voorhand zijn beslag te leggen op toegangsbewijzen om toch maar een kans te maken binnen te geraken aan de Porte d’Auteuil. Door een derde arena te creëren, komen er weer zitplaatsen bij en zal de drukte die steeds rond de banen heerst, beter gekanaliseerd kunnen worden. Bij regenweer – en hoeveel edities zijn de veertien dagen zonder regenoponthoud doorgekomen – zou door het bewuste dak boven de kuip toch een deel van het publiek waar voor zijn geld krijgen. Dat heel dit opzet ook meer inkomsten genereert, moet waarschijnlijk niet meer aangestipt worden.

e Franse voorzitter zou zijn plannen graag binnen een tweetal jaren gerealiseerd zien. Het zou misschien ook Pete Sampras kunnen helpen in zijn opzet om de enige ontbrekende Grand Slamkroon mee naar huis te nemen. Mits een stukje indoortennis zou het misschien nog mogelijk zijn de grote droom waar te maken, maar zelfs dat is zeer twijfelachtig. De laatste vijf jaar heeft de Amerikaan op Franse bodem nooit meer dan twee wedstrijden gewonnen.

De vraagtekens na zijn amechtig optreden van vorig jaar worden zelfs niet uitgewist door de aanwerving van gravelspecialist José Higueras als nieuwe coach. Deze laatste kreeg als ervaren begeleider wel Jim Courier en Michael Chang op het hoogste schavotje in de lichtstad, maar waagt zich nu toch aan een mission impossible. Het ontbreekt Sampras aan de juiste glijdtechniek en graveltactiek, waardoor hij te veel energie verspeelt en op het einde van de rit nooit fris genoeg zit. Het rijk van het Nike-boegbeeld is stilaan aan het afbrokkelen.

De veroveringstochten van Andre Agassi daarentegen blijven maar voortduren. Voor de eerste maal in zijn carrière wist hij het toernooi van Rome op zijn naam te schrijven. Op een indrukwekkende manier veegde hij de vloer aan met de tegenstand en kon zo blij als een kind – Rome moet zo wat het enige evenement geweest zijn dat hij nog niet op zijn palmares had staan – met de trofee staan zwaaien. Het maakt van de Las Vegas Kid een geduchte klant voor de eindoverwinning in de tweede Grand Slam van het jaar. Als de jonge vader zijn zinnen op iets heeft gezet, zijn er weinig mensen die hem kunnen stoppen. Vorig jaar nog zorgde een ontketende thuisspeler Grosjean, weliswaar met de hulp van Bill Clinton in de tribune, voor de verrassing, maar dit jaar zullen ze van verder moeten komen om de concentratie van Agassi te verstoren.

Gustavo Kuerten komt letterlijk en figuurlijk van ver terug. Een operatie aan de heup, waarvoor Magnus Norman zes maanden revalidatie nodig had, hield hem maar een kleine vier maanden uit het circuit. Roland Garros heeft een heilende invloed op de Braziliaan, maar zelf dicht hij zich weinig kansen toe. Hij verwacht nog ongeveer twee maanden nodig te hebben om zijn vroegere niveau terug te vinden en de kans dat hij wederom een hart kan tekenen in het rode gravel, is dan ook zo goed als onbestaand.

u al een hartendief van het Franse publiek is de jonge snaak Andy Roddick. Vorig jaar sleepte hij zich met krampen, show, blessures en liters zweet naar de derde ronde, waar hij uiteindelijk de handdoek moest werpen tegen Hewitt. Ondertussen is het tennis van A-Rod iets bedachtzamer geworden en heeft hij wat meer maturiteit gekweekt, waardoor hij het wel wat langer zal uitzingen in de Franse hoofdstad. Maar toch blijft hij nog steeds zeer genereus wat het energieverbruik betreft, zodat hij naar het einde toe waarschijnlijk weer zonder brandstof zal vallen.

Lleyton Hewitt, de onbetwiste nummer één van de wereld, zal dat waarschijnlijk nooit overkomen. Het onvermoeibare vriendje van Kim Clijsters heeft het wel duidelijk moeilijker om zijn stempel te drukken op het gravelseizoen. Na zijn bijna onstuitbare reeks op het Amerikaanse hardcourt komen op de trage Europese ondergrond de tekortkomingen van zijn spel iets meer naar voren. Hij speelt vrij vlak tennis en heeft problemen met het topspingeweld van Spaanse of Zuid-Amerikaanse makelij. Zijn defensieve ingesteldheid werpt hij ook maar met mondjesmaat af, waardoor hij telkens het zwaardere rallywerk te verduren krijgt. En gravel blijft nu eenmaal de ondergrond waar hij het minst vertrouwd mee is, hij heeft van de Europese kaskrakers nog geen enkele op zijn naam kunnen zetten. Net zoals vorig jaar in Parijs moest hij nu ook in Monte Carlo en Rome het onderspit delven tegen een herrezen Carlos Moya.

Dat vertelt niet alleen iets over het vormpeil van de Australiër, maar ook veel over dat van het Spaanse meisjesidool. Moya komt na een periode van kommer en kwel eindelijk terug boven water. De winnaar van Roland Garros ’98 werd zo hard geteisterd door rugproblemen dat het einde van zijn loopbaan op een bepaald moment nabij leek. Hij zette door en laat nu weer staaltjes van echt Spaans graveltennis bewonderen. Met een halve finale in Estoril, een finale in Monte Carlo en een kwartfinale in Rome lijkt hij voldoende gerodeerd om een rol van betekenis te kunnen spelen op de plaats waar hij vier jaar geleden zegevierde.

o zijn we bij de Spaanse kolonie beland. Misschien een beetje minder impressionant dan de vorige jaren, maar toch nog altijd de plak zwaaiend op de stoffige ondergrond. Met dertien kamperen ze in de tophonderd van de wereld en enkele onder hen zullen ook in de tweede week van de French Open hun tenten opslaan in Parijs. Corretja heeft al menig oorlogje uitgevochten op le court central, maar is nog steeds op zoek naar zijn beste conditie, Costa is een degelijke gravelspecialist maar geen echte topper, en dus gaat alle aandacht naar Juan-Carlos Ferrero.

De tweevoudig semi-finalist van Parijs botste in het verleden evenveel keer op een ijzersterke Kuerten. Hij is erop gebrand om dit jaar mee te gaan tot het einde, maar dan mag hij wel niet zo wisselvallig presteren als tot voor kort. Net zoals het halve circuit had Ferrero tijdens de seizoensaanhef last van allerhande blessures, waardoor hij nooit zijn beste niveau haalde. Ondertussen gaat het op zijn favoriete ondergrond iets beter, maar heeft hij zijn alleenheerschappij van vorig jaar zeker niet kunnen herhalen.

De weerstand kwam dit jaar vooral uit Zuid-Amerikaanse hoek. De economische crisis in Argentinië staat in schril contrast met de bloei van hun tennislandschap. Het was een tijdje stil rond het Argentijnse tennis maar het blijft een land dat, net zoals in het verleden met Vilas, Jaite en Mancini, op geregelde tijdstippen graveltoppers produceert.

De twee dopingzondaars Chela en Coria zijn terug onder de mensen en iedereen zal het geweten hebben. Nalbandian maakt zijn beloftestatus waar en Canas bevestigt zijn schitterende doorbraak van vorig seizoen. De discrete Gaudio was misschien nog de opvallendste Argentijn van allemaal met twee opeenvolgende toernooi-overwinningen in Barcelona en Mallorca. Enkele van deze jongens zullen we zeker terugzien naar het einde van de kampioenschappen toe. Tommy Haas, Marat Safin en Roger Federer zijn de laatste klanten voor de tweede week in deze Open de France, die zich werkelijk als zeer open aankondigen.

eer zekerheden bij de vrouwen waarschijnlijk. Ook nu verdeelden de toppers de koek van de voorbereidende toernooien onder elkaar. Enkel in Charleston konden oudgedienden Iva Majoli en Patty Schnyder even de aandacht op zich vestigen. Maar daarvoor en daarna was het al België wat de klok sloeg.

Een indrukwekkende Kim Clijsters nam de maat van Venus Williams in Hamburg, terwijl een technisch perfecte Justine Henin zus Serena in het Berlijnse gravel deed bijten. Voor beide meisjes een opsteker van jewelste met het oog op hun Roland Garros. Bij Kim werden de armproblemen naar de achtergrond geduwd, en bij Juju werd de faalangst een halt toegeroepen door een felbevochten partij eindelijk eens tot een goed einde te brengen.

Onze beide sterren beseffen het belang van een gedegen preparatie op het gravelevenement van het jaar. Ze hebben allebei een heleboel punten te verdedigen en weten ook dat de publieke opinie met niets minder dan een klinkend resultaat vrede zal nemen. De druk zal torenhoog zijn. Vorig jaar profiteerden ze ook nog eens van een meer dan gunstige loting en het wegvallen van enkele toppers om door te stoten naar de eindstrijd.

Vooral Kim zou een zachte aanloop moeten gegund worden voor de veertien dagen durende calvarie. Na haar machtsvertoon in Hamburg kreeg ze toch af te rekenen met een reactie van de veelbesproken arm. De sportvrouw van het jaar zal het energieverlies tot een minimum moeten beperken en voor alle zekerheid toch maar enkele kaarsjes gaan branden in de Notre Dame.

Voor Juju liggen de kaarten anders. Na haar zege op de almaar uitdijende Serena Williams staat haar vertrouwen in het zenit. Het resultaat spreekt tot de verbeelding, de manier waarop nog veel meer. Met het surplus van haar technische bagage maakte ze perfect gebruik van het voordeel dat de trage ondergrond haar biedt. Maar het was vooral haar sereniteit in het matcheinde die opviel en het beste laat verhopen voor de French Open.

et zoals onze landgenotes zullen nog enkele speelsters azen op een vooraanstaande rol in de Parijse arena. De Williams-zusjes houden van Frankrijk en steken het niet onder stoelen of banken dat ze voor de titel gaan. Het tegendeel zou verbaasd hebben, maar de onafscheidelijke zusjes hebben deze keer wel recht van spreken. Venus was ronduit indrukwekkend dit jaar en heeft echt werk gemaakt van haar eerste doelstelling, de nummer één-positie. Voor Serena, die nog steeds beweert dat ze zelden of nooit een krachthonk van dichtbij ziet, was haar verliesmatch in Berlijn nog maar de tweede van het lopende seizoen. Het rode gravel blijft voor beide donkere dames wel niet hun natuurlijke biotoop. Hun gameplan, als ze al over één beschikken, komt soms nogal stuntelig over op het tactisch meer veeleisende clay.

Martina Hingis kon perfect iemand schaakmat zetten op een gravelbaan. Kón, want de laatste tijd stuurt de Zwitserse enkel maar alarmerende berichten de wereld in en stuurt ze haar kat naar alle graveltoernooien. Haar aantreden aan de Porte d’Auteuil is door een voetblessure nog altijd twijfelachtig. Haar grimmige relatie met het Franse publiek zal haar zeker niet aanzetten om vol overgave richting Parijs te vertrekken.

De chauvinistische kijkers zorgen soms wel voor een aparte ambiance in de tribunes. Rondom het centre court zitten de loges volgestouwd met tv-sterren en personen die zich een hoge belangrijkheidsfactor toedichten. De rest van het publiek komt voor de dramatische scènes en creëert ze desnoods zelf om toch maar enig vertier te hebben. Martina Hingis werd ooit uitgespuwd, de theatrale en uit het land gevluchte Mary Pierce aan de borst gedrukt. Het publiek houdt van de grote emoties en met de nodige show gebrachte heroïek. Niet voor niets spreekt men in de coulissen vandaag de dag nog steeds over Yannick Noah.

Amélie Mauresmo is nog zo’n speelster die gemengde gevoelens doet opborrelen bij de toeschouwers. Vorig jaar ging ze in de eerste ronde ten onder aan een lawine van verwachtingen, en dit seizoen staat ze er niet veel beter voor. Zo verklaart ze te pas en te onpas dat ze zich klaar voelt om de nummer één van de wereld te worden. Ze heeft echter nog wat werk aan de winkel. Lichamelijk is ze nog niet in orde, de spierbundel blijft de kleine blessures opstapelen. Mentaal zit ze niet fris, tien dagen voor het belangrijkste toernooi van het jaar ontslaat ze haar coach. En tennistechnisch hinkt ze nog achterop ten opzichte van de jongere generatie, ze helt zo hard achterover in haar slagen dat ze nooit ofte nimmer een bal echt snelheid meegeven kan.

an kan Jennifer Capriati beter haar kwaliteiten inschatten. Ondanks haar perfect doorzichtige speltype blijft ze een zeer lastig te bekampen tegenstandster en houdt ze eenvoudig stand aan de top. Mentaal is Jenni de onbetwiste primus inter pares. Ze klampt aan tot het meisje aan de overkant van het net de moed opgeeft.

Nochtans zijn er zeker op clay mogelijkheden om haar een voetje te lichten. Haar slice service is perfect leesbaar, haar basisspel vertoont wel wat lacunes en fysiek lijkt ze ook niet de meest fitte van het circuit. Maar je moet natuurlijk het onmenselijke ritme aankunnen dat ze probeert op te leggen. Qua vastheid en beperkte foutenlast kent de titelverdedigster ook haar gelijke niet op een tennisterrein. Capriati blijft een vaste waarde voor Roland Garros.

Er staat een drukke sportzomer voor de boeg. U kan kiezen voor onze meisjes in Frankrijk of onze jongens in Japan. Net zoals de Rode Duivels zijn de dames reekshoofd op het toernooi maar je kan er niet naast kijken dat tijdens de voorbereidende wedstrijden de vrouwelijke sterren toch net iets overtuigender naar voren kwamen.

door Filip Dewulf,

Kim gaat beter toch maar enkele kaarsjes branden in de Notre Dame.

Capriati blijft een vaste waarde voor Roland Garros.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content