Omzien naar 2006 is voor Ruud van Nistelrooy (30) omzien in emotie. ‘Want er zijn grote, negatieve dingen gebeurd’, zegt de spits. Weg bij Manchester United én Oranje. En toch werd het een vredige kerst. ‘Ik heb de rust in me.’

Dit is geen complex meer, dit is een stad. Letterlijk. Ciudad Real Madrid heet het. Un sueño de fútbol, een droom voor het voetbal. En dat ís het ook. De vorig jaar geopende trainingsaccommodatie is mega. Een terrein van 220.000 vierkante meter grond, waarvan de helft direct door de club wordt gebruikt. Tien velden, een tribune met negenduizend zitplaatsen, drie tv-studio’s, een gymnastiekzaal zo groot als een half voetbalveld en een restaurant waar driehonderd maaltijden per dag worden geserveerd. Allemaal doorkruist door voetpaden van in totaal 6,4 kilometer lang. De verdwaalde Hollander vraagt zich af : waar is hier de fietsenverhuur ?

De droom is nog niet af. In de mooie eigenwaan de grootste club van de wereld te zijn is nog plaats voor een hotel, een multimediakathedraal van tien verdiepingen hoog, een museum en een themapark. O ja, op het trainingscomplex moet ook nog een stadion voor 25.000 mensen verrijzen. Stad zonder grenzen. In Madrid wordt dus gebouwd. Aan een nog grotere club en aan een beter elftal. Gepantserd tegen zichzelf vooral. De afgelopen jaren was Real Madrid een luxe- maar ook belabberd leger. Veel generaals, geen soldaten. Meer rellen in disco’s dan gedaver in de zestien. Na drie seizoenen zonder prijs trok het bestuur daarom Fabio Capello aan, de Italiaanse houwdegen. Hij ramt de discipline er wel in, zo wordt geredeneerd. Terzijde gestaan door de aankopen Fabio Cannavaro, Emerson en Ruud van Nistelrooy. Serieuze profs.

Een donderdagochtend, het veld is bevroren. Lang zal die ijzige staat niet standhouden, want de hitte spat af van de schoenen van Ronaldo. Ze zijn vurig geel. Waar de andere vedetten zich overgeven aan een pittig partijspel, traint de Braziliaan apart. Huppelen, springen, sprinten en neervallen. Het voelt als een déjà vu, want ook tijdens het WK zagen we hem zo. Toen werd hij vergeefs klaargestoomd voor een hoofdrol, nu wordt hij klaargemaakt voor de handel. De club wil hem verkopen. Na vierenhalf jaar willen Real en El Gordito (Het Dikkerdje) van elkaar af.

Nieuwe wereld

Die omgekeerde sterrenhemel van Madrid is de nieuwe wereld van Ruud van Nistelrooy. Een balletje trappen met David Beckham, Fabio Cannavaro en Raúl ; het voelt gewoon als Geffen, zijn geboortedorp. De spits vertelt : “Mijn vader was bij Real Madrid-Barcelona geweest en zei het na afloop heel treffend : ‘Ongelooflijk wat hier allemaal aan namen rondliep.’ Dan word je je even heel sterk bewust van waar je mee bezig bent. Vroeger, toen ik van Heerenveen naar PSV ging, had ik koudwatervrees. Hoe zou het zijn tussen al die grote mannen ? Nu weet ik dat de kleedkamer van Madrid hetzelfde is als die van Friesland : voetballers bij elkaar die aan het dollen en kloten zijn. Na een zege heerlijk uitlopen met z’n allen. En na een nederlaag samen de dramatische stemming verwerken. Dát is de essentie, daarom ben je als jongetje ooit gaan voetballen.

“Het belangrijkste voor mij is dat ik in die enorme hectiek hier de puurheid bewaar. Voetbal, het trainen op zich, samenzijn met de jongens ; dát is het voor mij. Alles wat er verder bij komt kijken, je hebt ermee te maken. Het voetbal is zó gigantisch groot geworden, als je de kranten en tv-programma’s gaat volgen en – nog erger – erover gaat nadenken, dan word je gek. Die mediahype is hier verweven met de club. Elke dag staat de mixed zone vol met journalisten. Dat is heel veeleisend, vind ik. Want elke dag word je beoordeeld en niet alleen op je aantal doelpunten. Ook op de manier waarop je goedendag zegt, of de wijze waarop je erbij loopt. Als ik me een dag niet geschoren heb, staat er te lezen dat ik er onverzorgd uitzie. Of : hij zal wel moe zijn. Je bent het bezit van de mensen. Om daar niet in mee te gaan moet ik afstand nemen van die hype. Stabiel blijven, me dus ook niet in de euforie laten meezuigen als ik vier keer heb gescoord, zoals tegen Osasuna.”

Hoe doe je dat ?

Ruud van Nistelrooy : “Ik vind het prettig dat ik nu de ervaring heb. Dat is belangrijk, zeker als je naar het buitenland gaat. Als jongen van negentien, twintig word je hier echt geslacht. En als ik met iets zit – positief of negatief – en dat gaat in mijn hoofd ronddraaien, dan ga ik zitten en schrijf de dingen op. Op die momenten ga ik daar helemaal in op. En staat het op papier zoals ik het wil, dan is de ballast ook weg. Klaar. Het klopt inderdaad : van je afschrijven werkt therapeutisch.”

Voor Real Madrid geldt al drie jaar : alleen maar vedetten, geen team, geen prijzen.

“Capello is vanaf het begin heel sterk aan de gang gegaan met de bezetting van de posities, de daarbij behorende taken en teamdiscipline. Hij heeft een blok neergezet. Vier verdedigers, twee controlerende middenvelders, drie aanvallende spelers dáárvoor en één diepe spits. Het moderne voetbal is niet meer een spel van vijf aanvallers en vijf verdedigers. Capello wil een elftal als een harmonica : met z’n allen heen en terug. Dat kost heel veel kracht. Hij heeft fysiologische trainers uit Italië meegenomen die er hard aan trekken. De werkwijze is gestructureerd, nauwgezet. We doen veel grote partijen en zetten daarin accenten. Als de een dáár staat, moet de ander dáár lopen. Of vijf minuten volop druk zetten, dan terugzakken en daarna weer het gas erop.”

Wat heeft dat met jou gedaan ?

“Ik voel me heel fit en sterk. Alleen met de vorm is het nog wat raar gesteld. De ene wedstrijd maak ik vier goals tegen Osasuna of drie tegen Levante en dan een paar keer op rij geen een. Dat staat eigenlijk model voor de curve van de ploeg. Soms loopt alles, zie je verdedigers en middenvelders over elkaar heen buitelen om de voorzet te geven. Voor een spits is dat echt wonderland. Maar er zijn ook wedstrijden bij dat we niet kunnen doordrukken. Dan ben ik de enige spits en moet ik veel meer zoeken naar ballen.”

In hoeverre moet je je positie anders invullen ?

“In Engeland is bijna geen tijd om de middenvelders aan te spelen. Daar zit zó veel power en druk op, levensgevaarlijk. Daarom wordt die linie vaak overgeslagen. Zeker in de eerste dertig minuten moet je daar het gevecht aangaan, heel dynamisch. Daarna komt er wat meer rust op het veld en opent de wedstrijd zich. In Spanje wordt meer getikt, elke ploeg wil van achteruit opbouwen. Voor mij is het meer zoeken, loeren naar ruimtes waar ik in het spel kan komen. Wat dat betreft, ben ik ook blij met mijn overstap. Het belangrijkste voor mij is je ontwikkeling als voetballer en daar heel bewust mee bezig zijn. Ik geniet van het proces op zich. Toen ik hier binnenkwam, dacht ik bij het zien van de positiespelletjes : nou, ik kan nog wel wat oefening gebruiken. Dat was voor mij een uitdaging. Ik ben direct in het midden gaan staan om er écht iets van te maken. Al vrij snel merk je dan ook het effect, als je oefent, word je beter. Des te prettiger is het dat je in een omgeving zit waar de kwaliteit van voetbal het belangrijkste is. Je hebt snelle, handige spelers om je heen. Elke seconde van de training wordt concentratie en inzet gevraagd. Dát is het voor mij. Als je dan na anderhalf uur weer onder de douche staat, voelt dat als een gelukzalig moment.”

Persoonlijkheidstest

Dan paradeert in een van de immense zalen van het trainingscomplex Raúl voorbij in een mooi geweven pak. Van Nistelrooy, Galáctico uit Geffen, draagt nog een pullover. De mannen hebben vanmiddag een kerstlunch, samen met de basketballers van Real Madrid. Het mooie van deze kerst ? De jaarwisseling nadert, weg met het gruweljaar 2006 ! De spits knikt. “Het eindigt goed, hier in Madrid. Maar er zijn in 2006 grote, negatieve dingen gebeurd.”

Eerst was er de breuk met Manchester United, op touw gezet om een transfersom van vijftien miljoen euro veilig te stellen. Het begon met de League Cupfinale, eind februari tegen Wigan Athletic, waarin Van Nistelrooy negentig minuten lang op de bank bleef. Het eindigde met de laatste competitiewedstrijd, tegen Charlton Athletic, waarvoor de clubtopscorer met 21 goals door manager Alex Ferguson werd weggestuurd vanwege verstoring van de teamgeest. Vervolgens kwam daar het gedonder in Duitsland nog overheen. Zonder dat hij het er met de spits zelf over had gehad, uitte bondscoach Marco van Basten op de persconferentie voor het duel met Portugal zijn ongenoegen over diens functioneren. Er volgden discussies tussen de twee, een cynisch mopje dat Van Nistelrooy moest vertellen omdat hij te laat aan het ontbijt verscheen en een verloren veldslag (0-1) waarbij Van Nistelrooy verbeten moest toekijken. En er volgde nog meer. Zoals de eerstvolgende interland, in en tegen Ierland, waarvoor hij zonder toelichting werd genegeerd. En zoals het geruchtmakende interview in Sportweek waarin de afgeserveerde spits terugsloeg. Van Nistelrooy introduceerde daarin met de term het ik-mag-je-gehalte zelfs nieuwe sporttaal. Wat hij bedoelde te zeggen : “De bondscoach laat zich niet alleen leiden door voetbalkwaliteiten van spelers, maar ook door andere dingen.”

Nu, in Madrid, knikt de aanvaller. Het jaar 2006 heeft diepe wonden geslagen. Zacht timbre in de stem, maar ook heldere ogen. “Het afgelopen jaar is voor mij de ultieme persoonlijkheidstest geweest. Wat is voor mij als persoon nu écht belangrijk ? Hoe sta ik in het leven en tegenover mensen ? Ik ga op een bepaalde manier met mensen om, daar hecht ik waarde aan. Dat is voor mij het uitgangspunt bij alles geweest. Je kunt ook heel klinisch de consequenties afwegen. Als ik dit doe of dat zeg, kan ik wel eens problemen krijgen bij de club of met de bondscoach. Maar ik wilde niet marchanderen met mezelf. Ik heb me puur laten leiden door mijn gevoel als mens. Je hebt zoiets van : ik stá hiervoor. Klaar. Bij wijze van spreken stop ik morgen, als het niet anders kan. Zó belangrijk is het dan geworden.”

En dan staat de driftkop Van Nistelrooy op. De voetballer die in 2003 na zijn wissel tegen Tsjechië een waterzak wegtrapte en bondscoach Dick Advocaat uitschold voor ‘lafaard’.

“O nee. Zoals het nu gegaan is, vind ik het tegenovergestelde van ‘Tsjechië’. Heel emotioneel en heftig op de momenten dat het gebeurde, maar wel vanuit een bepaalde rust.”

In hoeverre lijk je op je opa Van Niftrik ? Die werd ooit vijftien wedstrijden geschorst, nadat hij een tegenstander in het gezicht had geslagen.

“Heel veel. Ik ben geen heilig boontje, je moet kerel zijn, op de juiste manier. Maar als ik het gevoel heb dat het nodig is, kom ik voor mezelf op. Opa had dezelfde, principiële opvattingen. Die tegenstander had het elastiek uit opa’s broek getrokken en dat moet je niet doen. Zeker niet als je weet hoeveel zorg er in die tijd aan het maken van een broekje werd besteed. Bovendien had opa er maar één en met een broek op je enkels kun je niet verder voetballen.”

Je hebt geen spijt van de wijze waarop je de zaken hebt aangepakt ?

“Spijt kun je alleen hebben als je berekenend bent en daarop je keuzes baseert. Dan kun je de verkeerde afweging maken. Ik heb me bij mijn keuzes laten leiden door mijn overtuiging. Dus voelt het goed, ongeacht de afloop. Ik heb de rust in mij.”

Weet je al precies waarom je na vijf jaar weg moest bij Manchester United ?

“Er is een relatie tussen twee mensen kapotgegaan. De oorsprong lag in de League Cupfinale. Na een uur stonden we met 4-0 voor. Ik stond te popelen om in te vallen. Halfuurtje spelen, misschien nog even scoren en dan de cup optillen. Het is toch een prijs. Eerst werd Kieran Richardson ingebracht, daarna Nemanja Vidic en Patrice Evra, die net een paar weken bij de club waren. Ik ontplofte en begon te schelden tegen Ferguson, want ik voelde me echt op mijn ziel getrapt. Dat was een killing moment, daarna kwam het nooit meer goed.”

Lag dat aan Ferguson of aan jou ?

“Aan beiden. Vind ik best tragisch, hoor. Hij was toch de man die tijdens mijn zware knieblessure bij PSV aan mijn ziekbed kwam en me koste wat het kost wilde hebben. Juist omdat die relatie jarenlang zo warm was, deed de situatie pijn. De manier waarop het uiteindelijk is gegaan, zegt iets over de voetballerij. Maar dat is voor mij nog geen vrijbrief om zo met mensen om te gaan. Dat is dus de afweging die je maakt. Je kunt ook koud denken : deze voetbalwereld is nu eenmaal zo, ik blijf wel zitten, pak het geld, lekker makkelijk.”

Geluk

Heeft geluk na 2006 een andere betekenis voor je gekregen ?

“De mooie dingen die je in je carrière meemaakt, brengen automatisch geluk met zich mee. Het geluk in deze ellendige situatie is dat je als mens dicht bij jezelf bent gebleven, dat je je gevoel hebt gevolgd en er op de goede manier mee om bent gegaan. Daarbij is er ook heel sterk het besef dat het niet alleen om jou gaat en dat alles tevens invloed heeft op je familie en je omgeving. Die bewustwording is – – óók een vorm van geluk.”

Real Madrid aast meer dan ooit op een prijs. Wat moet 2007 voor jou brengen ?

“Ik wil me vooral verder ontwikkelen. Als voetballer en met elkaar, als team. Je bent elke dag bezig met die jongens, met beter worden. Groter moet je het ook niet maken, anders wordt het een geforceerd moeten en werkt het vaak averechts. Uiteindelijk overkomt zo’n prijs je dan gewoon. Dat had ik heel sterk met de titel van Manchester United in 2003. Hé, we zijn kampioen ! Dat gevoel is dan heel overweldigend.”

PETER WEKKING

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content