Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Club Brugge was dit seizoen tot het allerbeste (thuis tegen Olympique Lyon vooral) en het allerslechtste (thuis tegen AA Gent vooral) in staat. Maar iets te vaak om goed te zijn, liet het zien wat het níét kan. Dat is : een gesloten verdediging ontmantelen, wat zeg maar wekelijks vereist wordt. De eerste maanden lukte het nog aardig dankzij fris pressievoetbal, maar vanaf december liep het steeds vaker mis. Gaandeweg verdween de frisheid, werden de velden slechter, de ballen minder zuiver, de kopjes troebel, de twijfels groter, de sfeer onbehaaglijker, et cetera – en verdween Rune Lange helemaal uit beeld.

Na een foutloze start (15 op 15) verloor Club voor het eerst op de zesde speeldag : thuis van Genk, geheel ongelukkig – wat nog wel vaker zou gebeuren. Na enkel nog een gelijkspel op Gent, waar het met tien man nog twee tegengoals goedmaakte, leek het eind november op weg naar een definitieve kloof, maar in december ging het helemaal fout. Club verloor drie keer : thuis tegen Standard, in Moeskroen en in Anderlecht. Het werd nog net herfstkampioen.

In de terugronde kwam het nooit nog echt helemaal goed. Pijnlijk was het verlies thuis tegen Lokeren : van 2-0 naar 2-4. De zwaarbevochten thuiszege tegen Anderlecht leek Club een nieuw elan te geven, maar de week erop trok het in Genk in de spectaculairste wedstrijd van het seizoen weer aan het kortste eind. Grondig fout ging het daarna nog in Aalst (1-1), thuis tegen Gent (0-1), op Standard (1-1), thuis tegen RWDM (1-1) en in Sint-Truiden (5-3).

Club won uiteindelijk nog het vaakst van alle ploegen, maar verloor ook liefst acht keer. Het domineerde haast al zijn wedstrijden, creëerde veel doelkansen, maar stond er ook veel toe. Het haalde minder punten, een lager rendement. Sven Vermant was er niet meer, wat scheelde in de balcirculatie en de scorend vermogen vanuit het middenveld. Kapitein en international Gert Verheyen was er wel nog, keerde terug na langdurige inactiviteit wegens buikspierproblemen, maar ging het steeds meer in zijn hoofd steken dat hij alleen centraal in een systeem met twee spitsen goed kan voetballen. Een ontgoocheling.

Net als vorig seizoen met de beste competitiestart ooit (veertien opeenvolgende overwinningen) vestigde Club een record, zij het van ietwat minder allooi en importantie : in de beker van België klopte het in de 16de finales Aarschot met 12-2, nooit won het in zijn bestaan een bekerwedstrijd met grotere cijfers. In de Uefabeker was het dicht bij een stunt, toen het in de derde ronde thuis de Franse topploeg Olympique Lyon van de mat speelde (4-1). Edoch, in Frankrijk kostte een doelpunt in de toegevoegde tijd (3-0) Club alsnog de kwalificatie. Zo werd een stunt nog een grote ontgoocheling.

De club investeerde vorige zomer in de toekomst, niet in de titel – zoals het deze keer, benadrukte het al herhaaldelijk, ook niet in de Champions League zal investeren. Het sluit niets uit natuurlijk : achteraf bekeken had een titel heel goed gekund, misschien zelfs gemoeten. Club liet met Anderlecht en Standard de zwaarste tegenstand achter zich, maar niet Genk. Het is een ontgoocheling.

Gelukkig is er op donderdag 9 mei nog de bekerfinale (tegen Excelsior Moeskroen). Of wordt dat nóg een ontgoocheling ?

door Christian Vandenabeele,

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content