Vroeger was het een hoek van Gent waar je niet moest zijn, tenzij je in een van de fabrieken werkte. Maar in het spoor van de landskampioen ontstaat rond de Ghelamco Arena stilaan een creatief bruisend nieuw stadsdeel.

Alle boeren zijn…’ zingt er eentje luidop. De rest lacht, de begeleiders niet. ‘Neen, dat liedje zingen we straks niet. Dat is geen mooi lied. We gaan wel een ander zingen.’ Juichend troept de bende samen, eentje legt zijn hand in het midden, de anderen stapelen er die van hen bovenop.’

Champions!’

‘Dat klinkt mooier, nee?’, lacht de begeleider.

Nancy, maatschappelijk werkster, kijkt wat vanop afstand toe en knikt. ‘We waren er net bij met de vorige lichting jongeren, als afsluiter, op die match tegen KV Kortrijk waar Benito Raman het door de micro schreeuwde. Gelukkig hebben die kinderen het niet gehoord, we waren al het stadion uit. Maar ja, daar is zo veel over geschreven en gezegd.’

We zitten in het lokaaltje van Voetbal in de Stad, de communitywerking van AA Gent. De jongeren die hier zijn, nemen deel aan het project Playing for Success, dat al een paar jaar bij verschillende eersteklassers, niet alleen in het voetbal, loopt. Ze zijn met vijftien, kinderen (dit keer toevallig allemaal jongens) uit het vierde, vijfde en zesde leerjaar van vier verschillende basisscholen in Gent. Jongeren die door hun diverse zorgcoördinatoren naar hier zijn gestuurd, om allerhande redenen. Kinderen met een taalachterstand, problemen met lezen, rekenen, een moeilijke thuissituatie, anderstalige kinderen. Maar ze begeleidden hier ook al een keer een groep met allemaal hoogbegaafde jongeren, het is iedere keer een ander verhaal.

Op een bord staan leefregels die ze net allemaal hebben onderschreven. Niet eten tijdens de les, geen gsm, luisteren naar de anderen en Nederlands spreken met elkaar. Nancy: ‘Het zijn projecten van acht tot negen weken, zo’n twee per jaar. Sport is niet de hoofdmoot. Elk jaar komt er wel eentje in voetbaltenue maar het is niet de bedoeling dat ze voetballen. Tijdens de pauzes kan het, maar het is in de eerste plaats een leeromgeving. Les in de Ghelamco.’

Drie leraars – Tibian, Maaike en Anke volgen een opleiding aan de Artevelde Hogeschool en geven hier een deel van hun stage – zijn bezig met de onderwerpen, maar dan wel in spelvorm. Vandaag is er onder meer een les aardrijkskunde en een quizje. De kinderen mogen hun dreamteam samenstellen en van dat team kunnen ze dan weer de afkomst van de spelers opzoeken. De beloning op het einde van hun sessie is een wedstrijd bijwonen en een diploma. Wim, sinds 2011 bezig met communitywerking, verkreeg bij de club dat ze voor de les ‘meten en rekenen’ op het veld mogen. Voor de kinderen een hoogtepunt, op het veld allerlei afstanden meten. De straal van de middencirkel, de lengte van het doel.

Voetbal in de Stad heeft veel projecten, hoofdzakelijk buiten de Ghelamco Arena. Van Geestige Buffalo’s (voetbal voor mensen met psychosociale problemen) over de Buffalo Cup en de Buffalo League (buurtgericht pleintjesvoetbal dat vooral aandacht besteedt aan gezond leven en een band met de supporters) tot de La Gantoise All Stars, een wandelvoetbalclub voor senioren. Veelal concentreert alles zich rond de dichtstbijzijnde buurt, Nieuw Gent. Wim: ‘We willen een goeie buur zijn. Het ergste wat had kunnen gebeuren, was dat dit een paleis was naast Nieuw Gent dat schril afstak tegen Nieuw Gent en onbereikbaar zou zijn voor de mensen van Nieuw Gent.’

Vooral omdat Nieuw Gent, vult Pierre aan die ook voor Voetbal in de Stad werkt, ‘de op vier na armste wijk van België is.’ Wim: ‘Binnen het bestuur (geleid door de Gentse schepen van Sport, nvdr) hebben we geregeld gesprekken, of we de projectwerking niet moeten verspreiden over heel Gent, maar zolang de middelen beperkt zijn, wil ik ze concentreren in de wijk die ze misschien het meeste nodig heeft en naast de Ghelamco Arena ligt.’

Maar wat binnen de muren van het stadion wordt georganiseerd, gebeurt hier, in deze hoek die op wedstrijddagen wordt gebruikt door de politie. Het is hét voorbeeld van hoe ernaar wordt gestreefd om het stadion zeven dagen op zeven te benutten. Een ruimte voorzien die louter door de politie wordt gebruikt voor die 25 tot 30 wedstrijddagen, is onzin. Dus hanteren ze hier het cleandeskprincipe, zodat de twee lokalen ook door anderen kunnen worden gebruikt. De supportersfederatie om te vergaderen, de sfeergroep, als die wil brainstormen over een actie, maar ook door de politie. Die geeft hier voor wedstrijden haar briefings of kan, bij incidenten, de kamer inzetten als verhoorruimte.

Naar zoiets streven ze in veel ruimtes van de Ghelamco. Vorige week maandag gebruikte een stadsdienst de perszaal, vrijdag deed de universiteit dat. De communitywerking gebruikt ook de promenade, mag soms het veld op, kan een beetje overal terecht. Inkomsten – het budget draait rond de 300.000 euro – haalt ze uit steun van de club (ongeveer de helft), uit subsidies van de overheid, maar ook uit het geven van rondleidingen in het stadion. Een vijftiental vrijwilligers geeft nu ongeveer 450 commerciële en niet-commerciële (voor kansengroepen of Gentse scholen) rondleidingen per jaar. Dat levert ongeveer 20.000 euro op. Wim: ‘We zijn met twee vaste mensen, maar als ik alles bij elkaar tel, stagiairs en vrijwilligers, lesgevers, de stadiongidsen en een achttal jeugdtrainers, zitten we snel aan een hoop mensen die hier voor ons werken.’

Pierre: ‘AA Gent gebruiken als krachtige leeromgeving en kinderen enthousiast maken, dat proberen we hier. Die kinderen hebben soms geen doel en geen structuur, maar geef ze zo’n structuur en een doel en je kunt met hen veel bereiken.’

SPORTZONE

Rendabel maak je een stadion daar evenwel niet mee. Dus worden de andere ruimtes in de Ghelamco Arena ingevuld met commerciële projecten. Het is woensdag, het waait hard, maar dat weerhoudt arbeiders er niet van om in opdracht van Runners’ Lab reclame voor de winkel op te hangen. Daar waar vroeger Colombini Casa zat, een winkel van Italiaans meubeldesign, huist nu een zaak waar je deskundig loopadvies kunt inwinnen en sportkleding kunt kopen. Vorige maandag ging het Lab open.

Hier speelt de Arena haar vlotte bereikbaarheid uit: een kruispunt van snelwegen aan de rand van de stad, snel binnen zonder file, veel parkeermogelijkheden, hoe anders dan bij hun vorige vestiging aan de andere kant van de stad, in de buurt van station Dampoort. Runners’ Lab zocht al een tijdje naar een nieuwe locatie, keek uit naar de Blaarmeersen, het sportieve hart van de sportende Gentenaar, maar daar bleek geen plaats. Dit is een mooi alternatief.

Even verderop nog een lab, Energy Lab, vroeger ook al in de buurt van de Dampoort en kampend met dezelfde groeiproblemen: krap behuisd, moeilijk bereikbaar.

Beide labs testen sporters, vooral amateurs maar ook profs, op hun loopstijl en gaan na of ze steunzolen moeten dragen. Runners’ Lab verkoopt ook schoenen, Energy Lab vooral advies en schema’s, van voeding tot positie op de fiets of uithouding.

Een papa en zijn dochter leggen een test af. Zij is diabetespatiënte en doet straks mee aan Climbing for Life. De Galibier op. De KU Leuven stuurde haar naar hier voor een conditietest. Op basis daarvan krijgt ze een trainingsprogramma dat haar straks veilig en gezond naar de top moet brengen. Hanneke: ‘Dit is veel meer dan een stadion. Als je kijkt hoeveel bedrijven hier zitten… Als je als sportbedrijf in een sportruimte terechtkunt, spreekt dat aan. Het zorgt voor een woweffect bij de klanten.’

Een sportsetting is ook belangrijk voor Joachim Massinon van Venice Beach, de fitnessclub in het stadion boven een wat vreemde eend in de bijt: Konvert Konstrukt, ‘hét uitzendkantoor voor de bouw’. Nu ja, vreemd, er is hier nogal wat in aanbouw, zo vreemd is het niet.

De Venice Beach, open tot laat in de avond, zorgt ervoor dat er op niet-wedstrijddagen ’s avonds nog wat leven is in de buurt. Noem het sociale controle. Steeds meer bedrijven in de buurt doen de horeca draaien – het stadion herbergt een restaurant en een bistro – maar als dat in een sportomgeving is, krijgen mensen soms ook zin om zelf te sporten. Venice Beach mikt niet op studenten – die kunnen in de stad op andere plaatsen terecht – maar op mensen die weinig tijd hebben en niet noodzakelijk de stad in willen. Ook hier is de vlotte bereikbaarheid een troef.

BEDRIJVENZONE

In de Ghelamco Arena is veel kantoorruimte. Eén kant neemt de club in, inclusief fanshop. Achter de beide doelen zitten de bedenkers: aan de ene kant de architect (Bontinck), aan de andere de bouwheer (Ghelamco). Aan de andere lange zijde van het terrein huist de Albert Heijn (niet bedreigd met sluiting zoals een vestiging in de studentenbuurt) en het kinderdagverblijf dat Partena in het stadion uitbaat. Op wedstrijddagen sluit de supermarkt wat vroeger – vorige vrijdag om 17 uur, toen AA Gent OHL partij gaf. De Brico in de buurt is wel open tot 20 uur, zoals altijd, maar voor klanten gezien de verkeersdrukte niet altijd even bereikbaar. In theorie kun je de parking op, in de praktijk kost het soms wel wat moeite om stewards van je nood aan pluggen of een lamp te overtuigen.

Tussen de supermarkt en het kinderdagverblijf in werken arbeiders aan wat straks een van de paradepaardjes van het stadion kan worden: het meet district. De derde verdieping is al af en druk bezet met allerlei start-ups en een callcenter, de eerste wordt nog afgewerkt, de vijfde is nog één grote open betonnen ruimte, die ook afgewerkt wordt. Als alles af is, kunnen op een dag, bij goeie bezetting, zo’n 1000 mensen hier een hypermoderne werkplek vinden. Beneden is een auditorium voor 350 mensen, met een state-of-the-art groot scherm, zo goed als gebruiksklaar. Boven twee verdiepingen met kantoren voor vooral jonge hippe zakenmensen. Modern ingevuld, op de derde verdieping kijkt een app nu na hoeveel mensen gebruikmaken van de centrale ontmoetingsplaats, hoeveel mensen de vergadercubes (groot, klein, desks waar je rechtstaand kunt vergaderen, maar ook tredmill desks, een loopband) gebruiken, wie zich hoe lang terugtrekt in zijn kantoor… Op die manier kan men de inkleding van de vijfde verdieping nog beter optimaliseren. Een van de lessen die ze al trokken, was dat het open praatplatform wat meer mag worden opengetrokken richting grasmat. Opvallend: de free beer policy: wie nood heeft aan een fris pintje, hoeft de ijskast maar open te trekken.

Het concept is Amerikaans, WeWork kreeg al een reportage in Forbes, maar vertaald naar België. De grote troef van de Ghelamco speelt hier zijn rol: alle wanden bestaan uit glas. Je kunt dus kantoren naar de straatkant én de stadionkant maken. Geoffroy is enthousiast tijdens de rondleiding: ‘Die centrale ontmoetingsruimte voor de jonge bedrijven is heel belangrijk. Je kunt als ondernemers onder elkaar de kleine successen delen. Of de vragen. Allemaal gaan ze door dezelfde fase, hebben ze dezelfde moeilijkheden, wat hun product ook is. Wat alle bedrijven die hier zitten gemeen hebben, is de zoektocht naar geld, naar funding. Die emotionele ratrace kunnen ze hier delen met elkaar, dat versterkt je. Dit alles maakt dat het stadion financieel haalbaar was. Wij zagen deze mogelijkheden als extra bron van inkomsten. Het sociale draagvlak vergroot op deze manier, anders vinden alleen voetbalfans een stadion fijn en vindt de rest dat geldverkwisting. Nu niet.’

Als volgend jaar het hotel af is – het gebouw van hetzelfde architectenbureau wordt even hoog als de Ghelamco Arena en zal iets meer dan 200 kamers tellen – komen er nog meer mensen en is nog meer mogelijk. En zo groeit een stadion uit tot een nieuwe buurt.

Zal dat straks ook zo zijn in Brussel, bij het nieuwe stadion van Anderlecht, dat ook door Ghelamco wordt gebouwd? Geoffroy: ‘Bij dat project ben ik nog niet betrokken, maar ik kan me inbeelden van wel. Zelfde noden, zelfde eisen qua uitbating, alleen wat groter. Maar toen we dit bouwden, zei iedereen: gaan ze dat wel kunnen vullen? Nu zeggen sommigen al dat het te klein is. Wel, over het stadion in Brussel zeggen ze nu net hetzelfde. Gaan ze dat wel kunnen vullen…?’

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S KOEN BAUTERS

‘Het ergste wat had kunnen gebeuren, was dat dit een paleis was naast Nieuw Gent dat schril afstak tegen de arme volkswijk.’

‘De Arena speelt haar vlotte bereikbaarheid uit: een kruispunt van snelwegen aan de rand van de stad, snel binnen zonder file, veel parkeermogelijkheden.’

‘Toen we dit bouwden, zei iedereen: gaan ze dat wel kunnen vullen? Nu zeggen sommigen al dat het te klein is. Wel, over het stadion in Brussel zeggen ze nu net hetzelfde.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content