Lotus-Renault heeft een luxeprobleem.

Vorige week in Francorchamps werd Nick Heidfeld bij Lotus-Renault vervangen door reservecoureur Bruno Senna. Het zorgde voor heel wat heisa, want Heidfeld schakelde meteen advocaten in om aan te tonen dat het om een eenzijdige contractbreuk van het team gaat. Hoe dan ook: voor ‘de miljardairs’ , zoals de Luxemburgse teameigenaars Gérard Lopez en Eric Lux in de paddock worden genoemd, was het geen gemakkelijke beslissing. Enerzijds was er ontevredenheid over Heidfeld, die in februari werd aangetrokken om Robert Kubica te vervangen. Ze hadden van de Duitser immers verwacht dat hij het team zou dragen, maar dat deed hij op geen enkel moment. Anderzijds konden ze hem geen ondermaatse prestaties aanwrijven, want in het klassement stond hij voor teamgenoot Vitaly Petrov. Bovendien was er ook wel enige twijfel over zijn mogelijke vervanger, Bruno Senna. In het F1-wereldje is lang niet iedereen overtuigd van diens talent. Dat de Luxemburgse bonzen van Lotus-Renault hun F1-activiteiten als een vorm van businessto business bekijken, speelde dan weer in de kaart van Senna: Genii, het bedrijf van Lopez en Lux, tekende recentelijk nog een paar lekkere deals in Brazilië.

Maar zie: Bruno Senna kroop in de Lotus-Renault en kwalificeerde zich in Francorchamps op een verbluffende zevende plaats. Niet alleen deed hij dat in heikele wisselende weersomstandigheden, hij was ook sneller dan teamgenoot Petrov. Maar, misschien nog belangrijker: na de kwalificaties was de motorhome van het team te klein voor de belegering van de internationale pers. We zagen Bruno Senna een uur lang breed lachen voor de camera’s, terwijl iedereen zich verdrong om een glimp van hem op te vangen. Eén kwalificatie, zijn natuurlijke charisma en die legendarische familienaam (“er is nog beter dan mezelf op komst”, zei ene Ayrton Senna een kleine twintig jaar geleden over zijn neefje) hadden volstaan om de F1-wereld te veroveren. Dat het in de race heel wat minder liep, met geblunder in de start en een grijze dertiende plaats, veranderde daar niets meer aan: Senna lijkt nu al niet meer weg te denken uit de F1.

Voor Lotus-Renault is dat een luxeprobleem. De Luxemburgse bazen hebben immers ook nog de Fransman en kersvers GP2-kampioen Romain Grosjean onder hun hoede bij managementbureau Gravity, dat zich ook ontfermt over onze landgenoot Jérôme D’Ambrosio. En ja, ze hadden Grosjean al min of meer met stip aangeduid om volgend jaar de tweede Renault te rijden, naast een Petrov die dankzij de meegebrachte roebels incontournable is. Het dossier wordt nog complexer als u weet dat Grosjean ook in de politieke plannen van Ecclestone, sponsor Total en sommige Franse politici past om opnieuw een Franse GP op de kalender te krijgen. En daar komt nu plots die Bruno Senna, in de plaats van Heidfeld gezet om ‘eens te proberen’, maar meteen potentieel laten zien om een ster te worden. Of hoe Lotus-Renault nu plots drie coureurs heeft voor twee zitjes, in 2012.

DOOR JO BOSSUYT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content