RC Genk liep tegen Charleroi zijn eerste competitienederlaag op, én het zoekt een nieuwe spits van het type Ivan Bosnjak. Het ene staat niet los van het andere. Genk speelde op Mambour met Kevin Vandenbergh als diepe spits en daarachter een versterkt middenveld. In de rust viel Goran Ljubojevic in als tweede spits. Beide speelhelften brachten bevestiging van twee eerder vastgestelde tekortkomingen. Eén : Vandenbergh als enige spits heeft (te) veel werkende spelers rond zich nodig, wat soms ten koste gaat van het evenwicht in het elftal. Twee : om complementariteit te hebben tussen zijn drie aanvallers, heeft Genk altijd de beweeglijke Bosnjak nodig. Zonder hem – de rest van het seizoen geblesseerd out – zit Genk zonder onbetwiste eerste spits. Dat is vooral hard voor Vandenbergh.
“Tja, zoiets dwing je af”, reageert sportief directeur Willy Reynders. “Kevin is een diepe spits, die je soms heel goed kunt gebruiken en in andere wedstrijden minder. Hij is op zijn sterkst als je dicht bij het doel van de tegenstander speelt, maar dat kan je niet altijd. Die conclusie is vroeger al gemaakt en is ook de reden dat Ljubojevic erbij is gekomen. Het uitgangspunt was Vandenbergh-Bosnjak, met iemand achter de hand die we in sommige wedstrijden nodig konden hebben. Dat Kevin en Ljubo niet complementair zijn, is de reden dat er nu iemand bij komt.”
Na de blessure van Bosnjak herhaalde Vandenbergh, topschutter met acht doelpunten, geprikkeld dat hij de eerste spits is van Genk. “Ik moet eerlijk zeggen dat mij dat stoort”, zegt Reynders. “Wij zijn sterk als ploeg. De groep is altijd belangrijker dan het individu. Dus alles wat naar individueel succesbejag neigt, stoort mij. Vroeger al, en nu nog altijd. Maar dat is Vandenbergh. Hij heeft het voordeel dat het hier geaccepteerd wordt, in een groep die hem kent. Zijn manier van spelen is wat ze is. Dat heb ik hier ook dadelijk gezegd : je moet rekening houden met een type als Vandenbergh in je groep, maar je hebt ook een garantie op vijftien doelpunten. Het probleem nummer één van Kevin is volgens mij vaak een probleem van mentaliteit. Hoe stel je je op in een groep ? Hoe vertaal je je eigen ik naar de buitenwereld ?”
Vandenbergh, zo luidt Reynders’ conclusie, zal zich ermee moeten verzoenen dat er altijd wedstrijden zullen zijn dat hij op de bank zit. “Waar dan ook”, aldus de sportief directeur. “Als hij bij een club speelt die bovenin wil meedraaien, zal dat meestal het geval zijn. Bij voorspelers van nog een ander kaliber, bij clubs die nóg een trapje hoger staan, is dat net zo : denk maar aan Inzaghi. Als Kevin dat niet kan opbrengen, zal hij een stap terug moeten zetten naar een ploeg waar hij gegarandeerd altijd speelt.”
JH
