Op 16 april – eventueel een paar weken later – stopt Michael Jordan met basketten. En deze keer is het definitief.

Op 13 februari vierde hij zijn veertigste verjaardag. En straks zijn afscheid – op 16 april, of een paar weken later, als de Washington Wizards zich zouden kwalificeren voor de play-offs. “Deze keer is het echt het einde”, zei Michael Jordan op een persconferentie in Atlanta, daags nadat hij daar voor de veertiende keer had deelgenomen aan de All Star Game, de galamatch waarvoor de beste twintig spelers van de NBA worden verzameld. “Fysiek voel ik me nog goed, misschien zelfs beter dan vorig seizoen. Maar vanbinnen voel ik dat dit mijn laatste seizoen is. Ik heb altijd mijn instinct gevolgd en dat heeft me zelden bedrogen. Er komt geen derde comeback. Zelfs al worden we kampioen, dat zal er niks aan veranderen.”

Geduldig trotseerde Jordan vervolgens de vragen die op hem werden afgevuurd. Zijn antwoorden in de vorm van een monoloog.

“Toen ik vlak voor het seizoen 2001/02 bij Washington tekende, was dat niet voor het geld ( de inkomsten van Jordan overschrijden de 30 miljoen dollar per jaar, of meer dan 5 dollar per seconde, nvdr). Ik heb vrijwillig mijn salaris geplafonneerd op 1,2 miljoen dollar, wat beduidend minder is dan wat in de NBA gebruikelijk is. Het eerste seizoen heb ik me geconcentreerd op mijn taken als manager, en ik moet zeggen dat zulks een pijnlijke ervaring was. Toen ik weer op het terrein stapte, was het mijn ambitie om een voorbeeld te stellen, om het roer om te gooien, om het negativisme in en rond het team weg te krijgen.

“Ben ik daarin geslaagd ? Ik denk het wel. We hebben de ploeg ondersteboven gegooid. We hebben er jonge spelers zoals Kwame Brown, Richard Hamilton en Brendan Haywood ingebracht. Door hun contacten met ervaren spelers als Jerry Stackhouse, Christian Laettner en mezelf zijn die jongens stelselmatig verbeterd. Ik denk dat we op de goede weg zijn. Waaraan het dit team ontbreekt, is ervaring op het niveau van play-offs. Die spelen zich af in een context waarin je in elke wedstrijd het maximum van je mogelijkheden moet bereiken, waarin de controle over jezelf en je zenuwen essentieel is. Als we ons niet kunnen kwalificeren voor de play-offs, zal ik zeer ontgoocheld zijn.”

“De beste speler aller tijden ? Het is niet aan mij om daarover te oordelen. Je kunt moeilijk perioden met elkaar vergelijken en zelfs spelers met een verschillende positie kan je eigenlijk niet naast elkaar leggen. Ik heb niet tegen Jerry West, Wilt Chamberlain, Bob Cousey en noem maar op gespeeld. Wie zegt dat ik er in het gezelschap van die spelers bovenuit gestoken had ? Dit gezegd zijnde, verschaft het me natuurlijk onnoemelijk veel plezier om de beste speler aller tijden genoemd te worden. Het maakt me trots en het geeft me een heel comfortabel gevoel over de keuzes die ik heb gemaakt. Ik heb me niet vergist toen ik koos voor een carrière als basketter.”

“Ik zou willen dat men zich mij herinnert als een speler die optimaal alle aspecten van het basket begrepen en geëxploiteerd heeft. Ik hoop dat men later van mij niet louter het beeld overhoudt van een speler die veel scoorde ( Jordan staat momenteel derde in de rangschikking van beste schutters aller tijden, achter Kareem Abdul Jabbar en Karl Malone, nvdr) . Uiteraard vertonen de statistieken de neiging om in de eerste plaats mijn offensieve capaciteiten te onderstrepen. Toch zou ik willen dat de mensen beseffen dat ik ook een verdediger ben, dat ik mijn ploegmaats help het beste uit zichzelf te halen, dan ik een bepalende rol heb gespeeld in de zes NBA-titels die ik met de Chicago Bulls heb behaald. En dat ik op het einde van mijn loopbaan bij een team ben beland, dat niet echt goed marcheerde, en dat ik geholpen heb om vooruitgang te boeken. Zo wil ik dat men zich mij herinnert. En ook als iemand met een diepgewortelde liefde voor basket. Plus als iemand die graag uitdagingen beantwoordde, de gekste nog het liefst. Hoe meer men me zei dat iets onmogelijk was, hoe meer ik beweerde dat ik het kon. Ik denk dat ik bezeten ben van het onbekende. Ten slotte wil ik ook in de herinnering blijven als een vechter, als iemand die nooit de handdoek gegooid heeft.

“Vanzelfsprekend is het basket in twintig jaar geëvolueerd. Voor mijn tijd was basket een kwestie van gestalte. Alles was gefixeerd op de centerspeler van meer dan twee meter, die onder de ring de wet dicteerde. Halfweg de jaren tachtig wonnen de polyvalente spelers aan belang, met mensen als Magic Johnson, Larry Bird, Scottie Pippen, Clyde Drexler, Charles Barkley en mezelf. Die konden met evenveel succes op verschillende plaatsen spelen. De nieuwe spelers – en dan vooral de Europeanen – kunnen op het hele terrein uit de voeten en zijn opmerkelijk allround. Ze kunnen verdedigen, passen, aanvallen, van op afstand raak werpen, zich manifesteren onder de ring.

“De internationalisering van de NBA ( dit seizoen komen er 66 niet-Amerikaanse spelers uit 34 landen in de NBA uit, nvdr) is helemaal de verdienste van David Stern, de manager van de NBA. Dat hij zich op het buitenland heeft georiënteerd, heeft niks te maken met een hang naar exotisme. Hij heeft zich gewend tot landen waar ze basket begrijpen. De komst van al die buitenlandse spelers vind ik een goede zaak, zowel voor onze sport als voor de National Basketball Association. De buitenlanders behalen een goed niveau en ze garanderen dat de NBA wereldwijd wordt gevolgd.

“Zoals iedereen was ik ontgoocheld over de wanprestaties van het VS-team op het WK van vorige zomer in Indianapolis. Ik zou willen dat de VS zijn heerschappij in het basket zou behouden, ook al is deze sport dan in Canada uitgevonden. De afgang op het WK heeft mogelijk onze ogen geopend. De andere landen, voornamelijk de Europese, zijn bezig hun achterstand goed te maken. Bij een volgende confrontatie zullen we onze beste spelers moeten opstellen en zullen we moeten winnen.

“De scheidsrechters zijn de laatste tijd een probleem geworden. Tot voor een paar jaar kon je op een redelijke manier met hen praten, en uitleg vragen over hun beslissingen. Maar nu zijn ze gevoeliger geworden, op het randje van het arrogante zelfs. Ze willen hun autoriteit vestigen, maar ik denk niet dat dit de goede manier is. Ook de NBA wil autoriteit uitstralen via strenge sancties. Maar wat stellen die boetes nu voor – hoe hoog ze ook zijn – wanneer je ze vergelijkt met wat de spelers verdienen ? Het is hoog tijd dat iedereen water bij de wijn doet : spelers, scheidsrechters, coaches. Allemaal moeten ze hun ego tot de correcte proporties herleiden. Persoonlijk heb ik er altijd naar gestreefd de scheidsrechters in hun waardigheid te laten. Ik heb ze nooit uitgedaagd of geprobeerd ze belachelijk te maken. Als ik hen iets te zeggen had, zorgde ik ervoor dat niemand het kon horen of zelfs maar kon raden waarover het ging.”

Op de persconferentie in Atlanta werd uiteraard ook druk gespeculeerd over de toekomst van Michael Jordan. Er wordt beweerd dat hij zijn positie als manager van de Washington Wizzards weer zou innemen. Anderen zien hem als directeur van het miljoenenteam dat de gekleurde miljardair Robert Johnson momenteel op poten zet – Johnson kocht onlangs de licentie voor het dertigste NBA-team voor de som van 300 miljoen dollar. Ook worden Jordan politieke ambities toegedicht.

In Atlanta sprak hij zich alleen over dat laatste uit. Jordan denkt niet aan een politiek mandaat. “Ik weet dat velen Magic Johnson als de toekomstige burgemeester van Los Angeles zien en dat Charles Barkley het graag tot gouverneur van Alabama wil schoppen. Ik wens hen daarbij alle succes toe, maar mijn toekomst zal een andere richting nemen.”

door Bernard Geenen

‘Ik heb altijd mijn instinct gevolgd en dat heeft me zelden bedrogen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content