13 doelpunten in 27 wedstrijden, daarmee sloot Ibrahima Sidibe vorig seizoen de reguliere competitie af. Momenteel is het heel wat minder, met Kerstmis zat hij aan vijf goals. Dit seizoen was heel frustrerend, zegt hij. Af en toe sprongen zijn zekeringen, want iedereen zag het aankomen.

Dat voetbal een collectieve sport is, hoef je Ibrahima Sidibe (30) niet te vertellen. De Senegalees is een sleutelspeler bij STVV. Hij had een groot aandeel in de promotie en was vorig seizoen bij tijd en wijle amper te houden. Zijn lange benen, zijn hoofd, altijd stak er wel iets tussen, wat STVV uiteindelijk een vierde plaats in de eindstand en hemzelf veel lof en belangstelling opleverde.

Maar nu is het anders. Het is koud in Limburg en de prestaties van Sidibe, nochtans dezelfde speler, brengen weinig warmte. Op twee matchen na alles gespeeld, maar bitter weinig gescoord. Het leven in de spits op Stayen was zwaar. Heel zwaar. En dat had zijn redenen.

Sidibe: “Soms waren er matchen, twee, drie na elkaar, waarin ik geen bal zag, geen kans kreeg. Uiteraard is dat frustrerend. Je doet niet anders dan rennen en wat je krijgt, zijn lange ballen waarmee je niks kunt doen. Maar we zijn prof, we zitten al lang in het milieu, we kennen dat soort dingen.” En dus probeerde hij positief te blijven, momenten waarop hij van de boel genoeg had te beperken tot het minimum. “Tien, vijftien seconden. En dan moet je weer verder, anders verlies je de concentratie.”

Vlak voor Kerstmis zaten we even samen, buiten sneeuwde het. Echt tevreden over zijn seizoen is hij niet, zegt Sidibe: “Als we met quasi dezelfde ploeg van vorig jaar hadden kunnen doorgaan, had ik beter gedaan, daar ben ik bijna honderd procent zeker van.” Hij geeft als eerste toe afhankelijk te zijn van de rest. “Ik ben een spits die anderen nodig heeft om van waarde te kunnen zijn. En dat geluk heb ik dit seizoen niet gekend. Ik geef me altijd honderd procent en heb kwaliteiten. Ik kan koppen, een bal bijhouden, scoren. Maar om te kunnen scoren, moeten er centers komen en beslissende passes en die heb ik lange tijd niet gekregen. Of niet veel. Van de flanken kwamen niet de voorzetten zoals Jo ( Wilmet, nu KVMechelen, nvdr) die vorig seizoen gaf en als je dan twee, drie verdedigers in de rug krijgt, wordt het heel moeilijk. Ik kan geen twee, drie spelers dribbelen, dat is mijn stijl niet.”

Ook al is hij dertig, wat hem hier overkomt is nieuw, zegt de Senegalees. “Het is pas in België dat ik in een systeem met slechts één spits terechtgekomen ben. Overal elders voetbalde ik in een 4-4-2. Dat is toch heel anders, je kunt de ruimte in, je komt vaker in een één tegen één terecht, je krijgt meer kansen. Hier heb je twee centrale verdedigers in de rug en staat voor jouw neus nog een centrale middenvelder die weet wat je voor een ploeg kunt betekenen en probeert alle ballen in jouw richting af te snijden. Dat maakt het heel lastig.”

Haat

Het ergste is, zegt hij, dat hij het vorige zomer allemaal voorspelde. Sidibe: “Ik heb voldoende met de trainer en de voorzitter gepraat. Daarom zijn mijn stoppen in het begin van het seizoen ook gesprongen. ‘Maak je niet druk, Sidi’, zegden de mensen. ‘We gaan een goeie ploeg hebben en je gaat ook dit jaar weer veel scoren. ‘ Ik heb toen geantwoord: als ik er vijf maak, zal het veel zijn.”

Hoe heeft zich dat geuit, dat zijn stoppen doorsloegen? Sidibe: “In het feit dat ik absoluut weg wilde. Ik wist dat ik geen goed seizoen kon hebben.” Bevestigen is vaak het lastige. Wilde hij daarvoor vluchten? Hij ontkent: “Ik heb me in België getoond in tweede klasse en ik heb daarna bevestigd in eerste. Met de juiste spelers rond me was het dit seizoen ook gelukt, daar ben ik zeker van. Niet dat deze slecht zijn, maar er zijn veel jongeren die pas komen kijken in eerste klasse, in de eerste ploeg zelfs, en die hebben tijd nodig. Soms heeft een trainer geluk en vallen de pionnen na één, twee maanden op hun plaats. Soms duurt dat zes maanden, soms een jaar. Om al die redenen heb ik de forcing gevoerd, om te kunnen vertrekken, maar niet tot het uiterste. Ik had nog een contract en wilde niet met slaande deuren vertrekken.”

Toen dat niet lukte, duurde het even voor hij mentaal de klik kon maken. Sidibe: “Dat klopt, vanwege de ontgoocheling, de frustraties. Waartoe diende het, professioneel zijn, je honderd procent inzetten, als het niks oplevert? Toen er gebeurde wat ik had voorspeld en we tegen nederlaag na nederlaag aankeken, begon het mentaal zwaar te wegen, begon ik te twijfelen. En een spits die twijfelt, die speelt geen goeie matchen meer. Ik kreeg niet veel kansen en de kansen die ik wel kreeg, miste ik. Je begint het na een tijdje echt te haten, vraagt je af: wat voor zin heeft het, waarom doen ze me dit aan? Op zo’n moment weet je niet hoe je eruit moet geraken. Uiteindelijk lukt dat, helpt de trainer je, helpt de familie, is er je vrouw, wordt je kindje geboren… Op vrije momenten trokken we de wereld in. Op citytrip. Wat rondlopen, iets nieuws ontdekken, wat winkelen. Je hoofd vrijmaken.”

Het was vaak aanpassen, zegt hij, en op de duur zijn eigen voetbal verloochenen. “De ene keer speelde die in steun van mij, dan weer een ander. Elk zijn stijl, altijd weer zoeken. Naar evenwicht, naar combinatiemogelijkheden. De ene gaat naar de bal, de andere geeft liever een lange bal, nog een andere combineert liever kort. Putain, je speelt op den duur in functie van de speler rond je.”

Maar na een tijdje liep het beter. Sidibe: “De organisatie begon beter te staan, ik kreeg wat kansen, kreeg de bal wat dieper aangespeeld, kreeg af en toe wat ruimte. Soms kwam de bal ook, soms ook weer niet, maar stilaan kreeg ik het gevoel van vorig seizoen terug.”

Vrijheid

Gelukkig bleef het al bij al vrij kalm op extrasportief vlak. Er kwam wat druk, maar niet al te veel. Sidibe trekt parallellen: “Tot dusver heb ik in de meeste van mijn ploegen ( inTunesië, Oostenrijk, Hongarijeen ook heel even in Duitsland, nvdr) aan de top gespeeld, voor de eerste of de tweede plaats. Dat was toch helemaal anders. Een gelijkspel was crisis, twee, drie keer verliezen en je had boel met de supporters, de voorzitter, de trainer. Hier mag je wat meer verliezen. Het is niet dezelfde nijd, dezelfde mentaliteit. Dat mis ik wel een beetje.”

In juni is hij einde contract en kan er een vervolg komen aan zijn carrière, ook al wil de club straks met hem nog wat praten. Eén ding is zeker: in januari vertrekt hij niet. Sidibe: “Dat zou niet gemakkelijk zijn voor de familie. Ik heb een meisje dat in januari twee maanden oud zal zijn. Alles nu verhuizen, putje winter, een appartement zoeken, al die verplaatsingen… Dat zou te veel stress meebrengen. Sportief heeft het ook weinig zin, zeker als je in België blijft. In januari verhuizen, in maart is het kampioenschap misschien al voorbij. Dat heeft geen zin. Ik wil wel graag in België blijven, dat is het doel, maar als er niks komt, ga ik elders voetballen. Die vrijheid, ik ben daar niet bang voor. Er zal niet niks komen, wat voor seizoen ik verder ook maak.”

DOOR PETER T’KINT

“Soms waren er matchen, twee, drie na elkaar, waarin ik geen bal zag, geen kans kreeg.”

“De ene keer speelde die in steun van mij, dan weer een ander. Het was altijd weer zoeken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content