Een Chevrolet Camaro, vier supporters op De Schorre, een bekerkwalificatie, ‘een goede trainer’ en de Oostendse Brabançonne. Een week in het spoor van KV Oostende: ‘Oh La La La. C’est magnifique!’

Maandag 22 september

Sportpark De Schorre, het oefencomplex van KV Oostende. Stadsarbeiders hebben de handen vol met de meer dan twintig voetbalterreinen, een weekend geteisterd door jeugd- en liefhebbersvoetbal. De stevige wind geselt bomen, struiken en riet, de geur van het vers gemaaide gras komt bezoekers al van op de parking tegemoet.

Dit moet het meest verscheiden wagenpark van de Jupiler Pro League zijn. Een aantal exemplaren van Unicars, de officiële Fordverdeler die in het voorjaar zijn contract met de club voor drie jaar verlengde, zij aan zij met meer exclusieve wagens. Een BMW, een Mercedes, een ‘gewone’ witte Porsche Cayenne en, onder de bomen, een gepimpte versie van Merdad in matzwarte lak, het speeltje van Jordan Lukaku. Naast de clubwagen van Frederik Vanderbiest blinkt een iconische muscle car: de zwart-witte Chevrolet Camaro van John Jairo Ruiz. Een voetballer met smaak.

10 uur. Spelers? Niet te zien. Praten, de puntjes op de i zetten. Zoals Vanderbiest zaterdagavond, na de 1-3 tegen AA Gent, al deed. “Er is niet méér gesproken dan de voorbije weken, maar tegen Gent zag ik het échte Oostende niet.” Vier keer bekeek de T1 de wedstrijd al opnieuw (“zoals ik altijd doe”), de conclusie is nog altijd dezelfde. “In principe speelden we geen slechte wedstrijd, al vond ik ons iets minder fris en minder zuiver. Weinig weggegeven, maar ook niet genoeg gebracht. Niet het KVO van de weken ervoor. En vooral: zes tegendoelpunten in twee wedstrijden, waarin onze verdediging vier keer in de rug wordt gepakt en telkens langs dezelfde kant (centraal rechts, Frédéric Brillant, nvdr). In de vier matchen ervoor pakten we slechts één goaltje, thuis tegen Racing Genk. Een gebrek aan sluwheid, iets wat we op Standard wél hadden. Een punt pakken tegen AA Gent, zelfs tegen tien man, zou geen schande zijn. We zijn KV Oostende, niet FC Barcelona. Daarom was ik ontgoocheld. Met een puntje bleven we in eigen huis ongeslagen, wat ons misschien meer vertrouwen zou geven. Maar we zullen nog matchen verliezen, KVO wordt geen kampioen van België, hoor.”

Overmoed, na vier overwinningen en een gelijkspel uit vijf wedstrijden? “We kwamen heel veel in de media, misschien zijn we daar nog niet klaar voor. Iedereen – spelers, staf en club – staat nu opnieuw met de voeten op de grond. Gelukkig kunnen we ons woensdag in de beker herpakken en dan rustig de clash tegen Club Brugge voorbereiden. Een match die hier enorm leeft.”

Kort na de middag, op Twitter: “Uitdaging? Hoe zullen @KustboysKVO FCB een warm onthaal bezorgen, @kvoostende? Vlaggenzee? Tifo? Laat junder nie kennen, hé? Support the team.” De schrijver is Wim De Meyer, ex-hoofdredacteur bij Focus/WTV, ooit anderhalf jaar communicatiemanager bij Club Brugge en sinds dit seizoen stadionomroeper in Oostende. “Een vriendendienst aan Patrick Orlans.”

Dinsdag 23 september

Een bezoek aan De Schorre (bis). David Colpaert en Chris Janssens, de twee assistenten, zetten kegeltjes en paaltjes, de ballen liggen aan de rand van het oefenveld. Andy Vervenne, de trainer van de beloften, die de avond ervoor 2-2 in Gent speelden, krijgt felicitaties van Vanderbiest, vorig seizoen een ‘klasgenootje’ in de trainerscursus UEFA A. “Proficiat, hé!” De duim gaat omhoog.

Aan de zijlijn staan drie supporters, met een opvallend Brussels accent, die in een onderonsje met de broer van Sébastien Siani hun licht over de club laten schijnen. “Eindigen tussen de zesde en tiende plaats zou ideaal zijn. Geen stappen in ‘onze’ ontwikkeling overslaan. En Fred, die is zoals ‘onze’ Raymond Goethals: Nen toffe pee.” Habitués op De Schorre, zo blijkt. Ze krijgen allemaal een stevige handdruk van Muhamed Tahiri en Yoshi Verbrugge, ook keeperstrainer Cédric Berthelin gaat de vier persoonlijk groeten.

“Slechts 45 minuten training, maar kwaliteit! Qualité!”, schreeuwt Vanderbiest. De T1 zit erbovenop, Chris Janssens sloft naar de kleedkamer. “Zijn fluitje vergeten.” Een minuut later loopt Janssens met het fluitje naar zijn patron, de rolverdeling is duidelijk aan de kust. Fwietttt!

Vanderbiest, in korte broek, vuurt zijn spelers aan. Tegen Elimane Coulibaly: “Goed, Eli!” Naar Bjorn Ruytinx: “Dat is het, jongen!” Na een slechte pass: “Stop met zulke kroketten te geven. Morgen zal het zó ook niet lukken. Rustig aan de bal.” Andile Jali, de revelatie van het seizoen, zit op een bankje en verzorgt zijn pijnlijke enkel met een zakje ijs. “Niets ergs.” De training wordt afgesloten met enkele standaardsituaties. Corners en vrije trappen van Franck Berrier, zowel vanop links als vanop rechts. Vanderbiest schuift met zijn pionnen en stuurt steeds weer bij. “Daar, daar, daar…”

Na de middag een tweet van Carl Hoefkens, na voorzitter Marc Coucke de meest bedrijvige ‘Oostendenaar’ op Twitter. Aan zijn bericht hangt een foto uit een dagblad, waarop Hoefkens als piepjonge verdediger van SK Lierse in duel gaat met Racing Genkspits Souleymane Oulare. Zijn commentaar is ludiek: “200 jaar geleden tegen ‘de vader’, zondag tegen ‘de zoon’???? #FCB #weireldploegsje #kijkernaaruit.”

Woensdag 24 september

Rond de middag vertrekt de bus richting binnenland, waar de spelersgroep en de staf in een hotel op mini-afzondering gaan. ’t Weireldploegsje heeft een bekerreputatie te verdedigen. Twee seizoen geleden stootte de club, toen nog een tweedeklasser, door naar de kwart- finales, waarin ze nipt door Cercle Brugge werd uitgeschakeld. Dit jaar leek KVO in eigen huis in de halve finale tegen Sporting Lokeren voor het eerst in zijn bestaan zelfs op weg naar het Koning Boudewijnstadion, maar in de strafschoppenreeks spatte de Oostende droom bij een 8-9-stand op de benen van Barry Boubacar Copa uiteen.

Gemeentelijk Sportstadion, Zaventem. Een klein stadion (1500 toeschouwers), moderne kantine, nette zittribune, maar aan de overkant de grote donkere leegte: de start-en-landingsbaan van Brussels Airport. “En een klein veldje”, zegt Rik Coucke, de teammanager van KVO. “Maar dat mag geen excuus zijn: winnen en naar huis.”

Voor de wedstrijd komt de geblesseerde Denis Dessaer, vorig seizoen aan de kust, zijn ex-ploegmaats groeten. Lachen… Achter het doel hangen de Kustboys, de trouwe supporterskern, onder een ‘bombardement’ van afstandsschoten hun spandoeken op. De ploeg is licht gewijzigd: Jali (Michiel Jonckheere), Coulibaly (Ruytinx), Ruiz (Jonathan Wilmet) krijgen extra rust, Jérémy Dumesnil staat onder de lat. Wanneer het opzwepende gitaarwerk van AC/DC’s Thunderstruck is uitgestorven, klapt de Oostendse T1 in de handen. “Voetballen!”

De voltallige bank veert na twintig minuten recht, wanneer Jonckheere op assist van Fernando Canesin de score opent. Even later zijn de rollen omgedraaid en schuift Canesin de 2-0 binnen. Game over, maar na balverlies op het middenveld devieert Brillant de bal voorbij zijn doelman, Vanderbiest is minutenlang furieus. Wanneer Brillant met een stevige kopbal de 1-3 op het bord zet, keert de rust terug. De tweede helft is een maat voor niets, de kwalificatie tegen Charleroi een feit. “Misschien zorgt jullie rijke voorzitter er wel voor dat jullie van Oostende naar Charleroi kunnen vliegen”, grapt een plaatselijke clubmedewerker.

“We wilden niets aan het toeval overlaten”, zegt Vanderbiest na de wedstrijd. “We hadden Zaventem vijf keer gezien, iets wat we in de competitie nooit doen.” De coach is gedeeltelijk tevreden. “Goede eerste helft, na de rust te weinig gevoetbald. Club Brugge? Nog niet aan gedacht. Morgen de analyse van deze wedstrijd, vanaf vrijdag beginnen we aan Club te denken. Ik hoop alleen dat iedereen het echte Oostende te zien krijgt.”

Donderdag 25 september

Het was een korte nacht, ook voor teammanager Rik Coucke, een gepensioneerde legerofficier en sinds 1994 bij KV Oostende betrokken. “Rond één uur ’s nachts waren we terug op de club, maar als je gewonnen hebt… Na de 3-5 op Standard waren we pas om halfdrie terug in Oostende, maar bij momenten leek het wel alsof we in een partybus zaten”, lacht hij.

Hij blikt terug op de start van het vorige seizoen, toen hij na het vertrek van Guy Ghysel even in de rol van sportief manager werd geduwd. “Ervoor deed ik de scouting, maar tot aan de komst van Luc Devroe waren Fred en ik samen verantwoordelijk voor het sportief beleid. De club heeft sindsdien enorme stappen gezet, zeker wat omkadering en structuur betreft.

“Iedereen zegt dat de komst van Marc Coucke een kantelmoment was, maar voor mij ligt het breekpunt een paar maanden ervoor, toen we met een bescheiden spelersbudget van 700.000 euro de titel in tweede klasse pakten. Pas daarna kwam Marc in beeld en kon KVO zich, door zijn steun, op het hoogste niveau handhaven.”

Vrijdag 26 september

Op de website verschijnt het bericht dat de wedstrijd tegen Club Brugge, net als die tegen Anderlecht, helemaal uitverkocht is. 7500 toeschouwers. Persverantwoordelijke Bram Keirsebilck: “Het aantal abonnees is meer dan verdubbeld: 3300 in plaats van 1500. Veel heeft natuurlijk te maken met onze prijzenpolitiek: 99 euro voor een abonnement.” Ook Patrick Orlans, de commercieel directeur, is in zijn nopjes. 700 inschrijvingen voor de gastronomische maaltijd, die zowel in het businessgebouw als in het Thermae Palace wordt geserveerd.

KVO boomt, ook naast het veld. Het aantal supportersclubs is dit seizoen meer dan verdubbeld (dertien in plaats van zes), elke wedstrijd wordt een honderdtal supporterssjaals verkocht, zaakvoerders van kmo’s uit de streek zien het Albertparkstadion als gedroomd decor om te netwerken. Het budget is sinds het debuutseizoen in de Jupiler Pro League van 4,3 naar 8,5 miljoen gestegen. Wanneer de nieuwe zittribune bij de start van het nieuwe seizoen afgewerkt is, moet de kaap van 10 miljoen euro gerond worden.

Rik Coucke: “Nog belangrijker is dat de ziel van de club dezelfde is gebleven: werken, goede spirit. Niemand loopt naast zijn schoenen. KV Oostende is nog altijd het KV Oostende dat in dat laatste seizoen in tweede klasse zeventien punten in de laatste tien minuten pakte. Dat zegt alles over de spirit en de fysieke paraatheid, wat de grote verdienste van Fred en ‘zijn bende’ is.”

Zaterdag 27 september

Om het af te leren: een derde bezoek aan De Schorre. Eric en Mia, het koppel dat op het oefencomplex de kalklijnen trekt en zich over de was ontfermt, hebben in de jeugdkantine het ontbijt geserveerd. “We moeten ons haasten, want straks beginnen de wedstrijden en tegen dan moet alles hier opgeruimd zijn. Straks wordt het beter, want ik hoorde dat de curator de kantine van VG Oostende heeft vrijgegeven, zodat de club daar een spelershome kan inrichten. In ieder geval veel comfortabeler dan vorig seizoen, toen ze nog in de kleedkamers moesten ontbijten. Een bordje op hun schoot, papiertjes en lege pullen op de grond… Voetballers zijn kleine kinderen, hé.”

Authentieke mensen, die zelf droogkasten en wasmachines kochten om de was gedaan te krijgen. Eric: “Hier is altijd wel iets te doen. Is er iets kapot, dan weten ze ons wel te vinden. Maar we doen het graag, mijnheer. Het belangrijkste is dat we erkenning krijgen. Zeker van Fred. Hij kan soms eens uitvliegen, maar dat is snel vergeten, hoor. Een mooie mens… En nog een goede trainer ook.”

Na een korte maar pittige training passeren de spelers één voor één in het washok, waar ze het mandje met hun vuile kleren aan het gepensioneerde koppel afgeven. “MerciA demain…” Eric en Mia, vorig jaar getrouwd, storten zich met een aandoenlijk enthousiasme op de besmeurde broeken, truitjes en sokken. Clubliefde.

Zondag 28 september

Matchday. Elimane Coulibaly zet op Twitter de toon. “Come and join us. We will destroy Bruges. Because @kvoostende is THE team of West-Flanders.” KVO heeft de statistieken nochtans tegen. Club verloor nog nooit in het Albertparkstadion: vier keer gewonnen, een keer gelijk. En toch wordt er aan de kust van een stunt gedroomd.

AA Gent heeft ’t Vliegerke van Walter De Buck, in het Guldensporenstadion van Kortrijk galmt Vis in de Leie van Johny Turbo door de boxen, in Oostende kwelen ze met z’n allen Op de vissemart, het nummer dat Lucy Loes – de Koningin van het Visserslied – zelf ooit ‘de Oostendse Brabançonne’ noemde.

Ik leuren altied met mijn karre

Langs de straten

En ’t komt toch zo schone uut me moend

Vesche ploaten!

Het enthousiasme is ongezien, maar wanneer Björn Engels op corner de 0-1 binnentikt, valt een doodse stilte. Vanderbiest, die de dag ervoor een uur op stilstaande fases oefende, is woedend. Maar de stemming slaat om wanneer Canesin listig aan de benen van Engels blijft hangen en Siani vanop de stip de 1-1 binnen knalt. “Waar is Oostende? Hier is Oostende!”, klinkt het in de spionkop.

“Wie nog geen geel-groen-rode sjaal of een origineel wedstrijdshirt heeft, moet nu naar de fanshop bij Huguette“, klinkt het tijdens de rust bij de stadionomroeper. De kassa rinkelt. En het stadion davert wanneer Canesin de 2-1 voorbij Mathew Ryan knalt. Voor de tweede keer weergalmt Arno’s Oh La La La door de Oostendse lucht, zwanger van euforie. Ruiz heeft de 3-1 aan de voeten, maar het is Engels die de billijke 2-2 binnenduwt. “Twee keer gepakt op een stilstaande fase”, sakkert de trainer. “Maar ik mag niet te negatief zijn en vooral onthouden dat we gegroeid zijn en ook tegen topploegen een achterstand kunnen ophalen.”

De twee trainers gaan nog even verbaal met elkaar in de clinch, maar strijken snel de plooien glad. Oostende gaat een nieuwe feestnacht in, in de Kamalounge wiegen de vipgasten op de reggaedeuntjes. Rond twee uur ’s nachts, op Twitter: “Carpe diem! Topmatch, een zingende Marc Coucke en ambiance!”

DOOR CHRIS TETAERT

“We zullen nog matchen verliezen, KVO wordt geen kampioen van België, hoor.”

Frederik Vanderbiest, T1

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content