Wat doet Cercle in de top zes? Een rondvraag in de vereniging.

Ronny Desmedt, assistent-trainer

“Van bij de start van het seizoen wordt er uitstekend gewerkt, met overleg, met visie en een duidelijk doel voor ogen. Bob Peeters maakt optimaal gebruik van de structuur en de ervaren staf die hier aanwezig is en die hem honderd procent steunt. Voor een jonge coach is dat een zegen. Het pleit voor hem dat hij voortborduurt op wat hier de voorbije jaren is opgebouwd en daar zijn eigen accenten aan toevoegt. Ook de komst van fysiektrainer Wim Langenbick draagt bij tot het succes.

“Heel veel ploegen vallen telkens terug op de eigen helft, maar onze intentie is om tegen wie dan ook druk te zetten op de helft van de tegenstander om daar in balbezit te kunnen komen. Soms lukt het en soms niet, het houdt risico in en je zal zo ook wel eens tegen de lamp lopen, maar je kunt er toch veel tegenstanders pijn mee doen. Tot nu toe leverde het ons in elk geval al veel punten op.

“Je bent natuurlijk altijd afhankelijk van de kwaliteit van de spelers en wat dat betreft, is het een feit dat die beloften van Sporting Lissabon ons een meerwaarde bieden. Dat wisten we vooraf. Zelf zag ik Nuno Reis aan het werk met Portugal en mijn conclusie was: niet twijfelen. Hij is een centrale verdediger met wie je heel hoog kunt spelen, zelfverzekerd, leidinggevend en tactisch heel bekwaam. Bob zag Renato Neto aan het werk en zei ook meteen dat hij ons een surplus zou geven. Je mag niet vergeten dat die jongens uit een gerenommeerde academie komen: ze zijn pas negentien, maar op fysiek vlak staan ze verder dan onze jeugd. Dat is de reden dat we erop letten om Lukas Van Eenoo voldoende recuperatietijd te geven. Het publiek begrijpt niet altijd dat je hem vervangt terwijl hij prima aan het spelen is, maar het is soms wel nodig om hem toe te laten zijn niveau zo lang mogelijk aan te houden en niet geblesseerd te raken. Tegen Anderlecht haalden we er hem na minder dan een uur af omdat hij er die week ook al een wedstrijd met de nationale ploeg op had zitten. Sowieso waken we bij iedereen over de arbeid-rustbalans. Daarom gaven we de groep onlangs ook eens vrij van donderdagavond tot maandagnamiddag. Enkelen maakten er gebruik van om het vliegtuig te nemen en hun familie te bezoeken. Bij iemand als William Owusu bijvoorbeeld, die we al eens uit de selectie lieten, zie je dan weer dat hij al gegroeid is. Hij is veel meer aanwezig, werkt, zorgt voor meer diepgang en weegt op een verdediging.

“Het klikt en momenteel loopt het ook gewoon als vanzelf. Bob is een figuur die altijd opgewekt en enthousiast is en graag tussen de mensen en dus eveneens tussen de spelers zit. Zijn manier van communiceren en van met anderen om te gaan, met af en toe een joke ertussen, in combinatie met goed werken, slaat aan. Hij zegt duidelijk hoe de situatie is, hoe hij het ziet en waarom. Dat is belangrijk. Want als zij die niet starten, voelen dat een trainer niet eerlijk is, niet iedereen op gelijke voet behandelt, dan weegt dat op den duur onvermijdelijk op de sfeer, de trainingen, de wedstrijden en de resultaten. Uitsluitend op talent zullen we het verschil niet maken, belangrijk wordt dat we die strijdersmentaliteit zullen blijven opbrengen.

“Waar we zullen eindigen, weet ik niet. Het allerbelangrijkste is dat Cercle een vaste waarde is geworden in eerste en bekwaam is om ook topmatchen te winnen, maar ook dat er integratie is van eigen jeugdspelers.”

Denis Viane, aanvoerder

“Als je de resultaten bekijkt die we de laatste drie jaar behaalden, met onder meer een vierde plaats en een bekerfinale, is het geen verrassing dat we het momenteel goed doen. Het is het gevolg van continuïteit. Er is een basis waarop je altijd kunt terugvallen met voldoende kwaliteit om een plaatsje in de linkerkolom te ambiëren, Van Eenoo en Reynaldo zetten een stap vooruit en daar kwamen nu nog drie talenten van Sporting Lissabon bij. We beschikken over een goede mix van jongeren en ouderen en de nieuwe trainer houdt het op een goede manier in de hand. Hij is, denk ik, een openbaring voor de jonge spelers omdat hij opener is dan de meeste andere trainers. Iemand die wat afstandelijker is, is voor hen soms niet zo gemakkelijk in te schatten.

“Het klikt momenteel. Aan onze manier van spelen is niet zo veel veranderd. Ook onder Glen De Boeck probeerden we van achteren uit te voetballen en via combinatiespel kansen te creëren. Hoe hoog je dan druk kunt zetten, hangt ook af van de periode waarin je zit. De sterkte van Cercle is evenzeer dat als er eens een mindere tijd komt er niet in paniek geschoten wordt. Of je zesde of twaalfde wordt, hangt van kleine dingen af.”

Frederik Boi, Cerclespeler sinds 1987

“Ik wil graag beginnen met het verdienstelijke werk dat Glen De Boeck hier de voorbije drie seizoenen leverde. Heel wat spelers maakten onder zijn leiding redelijk wat progressie, zeker ook op het tactische vlak: wat te doen bij balbezit en balverlies, wanneer ga je in duel en wanneer niet, wanneer bewegen de buitenspelers naar binnen en wanneer naar buiten? Het zijn zaken waar drie jaar lang enorm veel op gecoacht werd en die nu aan de basis liggen van een zekere tactische discipline. Misschien was het ook wel nuttig dat de trainer vertrok zodat er eens een nieuwe wind kon waaien. Met Bob Peeters is dat echt wel het geval. Bij De Boeck lag het accent meer op collectieve degelijkheid, op het systeem, op automatismen en patronen die in de wedstrijd moesten terugkeren. Deze trainer prikkelt meer de creativiteit van het individu, en stimuleert individuele acties en flitsen. Het positieve is zeker dat we heel veel uitgaan van de eigen sterkte en zowel tegen Eupen als tegen Anderlecht hoog druk proberen te zetten. We zullen ook wel eens een 4-0 krijgen, maar elke match de manier van voetballen aan de tegenstander aanpassen is ook niet leuk. Tot nu toe rendeert het alleszins. Alleen op KV Mechelen kregen we misschien een punt te veel.

“Ook heel belangrijk: de samenwerking met Sporting Lissabon. Ooit werkten we samen met Blackburn Rovers, maar van hen kregen we alleen maar spelers waar we niets mee konden aanvangen. Nu staan er drie jonge ‘Portugezen’ in de basis en het zou mij verwonderen, mochten de Belgische topclubs hen nog niet volgen. Als ik Anderlecht was, ik kocht zo snel mogelijk Renato Neto. Ik bedoel: met wat zo’n jongen van 19 jaar op fysiek, mentaal en voetballend vlak al laat zien, is het niet vanzelfsprekend dat zo iemand bij Cercle rondloopt.

“De trainer durft keuzes te maken, beslissingen te nemen en is niet bang om ze te verantwoorden. Of iemand 19 of 34 jaar is, maakt hem niets uit. In het begin was het wel even schrikken van zijn no-nonsenseaanpak. Als beginnende hoofdtrainer zo zelfverzekerd zijn en dat met zoveel lef durven doordrukken, is pure klasse. Aan ons om ons daaraan aan te passen. In dat verband kan ik ook het hyperprofessionalisme van de bankzitters niet onvermeld laten. Zie hoe bijvoorbeeld Serebrennikov, Viane, Kelhar en Foley zich gedragen als ze niet in de ploeg staan: als ze mogen invallen, helpen ze mee het verschil te maken. Voor een coach is dat een groot plezier.”

Geert Leys, verzorger

“Die gedeelde vijfde plaats is natuurlijk een tussenbalans. Binnen drie, vier weken wordt er misschien al veel minder over Cercle gesproken. Maar eigenlijk gaat het hier al járen goed en dat is het gevolg van het beleid en van de inzet van al wie deel uitmaakt van de vereniging. Frans Schotte zorgde er met zijn contacten in de bedrijfswereld voor dat we financieel sterker staan en toen zei Pol Van Den Driessche plots dat hij Cercle meer ‘sexy’ zou maken. Dat woord had ik op dat moment nog nooit eerder gehoord in het voetbal, maar kijk nu maar eens in de tribunes: veel jeugd, veel vrouwen ook, een leuk volkje. Het is al lang dat het imago beter wordt. Zo is er altijd voortgebouwd.

“Het klikt met de trainer en in de groep, tussen Belgen en buitenlanders en oud en jong, en de sfeer is goed, maar dat is altijd al zo geweest. Ik ben sinds 1991 kine van het eerste elftal en ik maakte hier nog nooit een slechte kleedkamer mee. Als dertig à veertig procent van de kern gevormd wordt door locals die elkaar al van in de jeugd kennen, volgt de rest gemakkelijker dan als je vijftien vreemden naast elkaar zet. De nieuwelingen pasten zich heel snel aan. Soms moet je daar ook wat geluk mee kennen. Hun komst was onder meer qua scouting prima voorbereid en de verdienste van de nieuwe trainer is dat hij die jonge jongens opstelt. Hij doet wat hij zegt. Belangrijk is ook dat bij ons de jeugd geapprecieerd wordt door de ouderen.

“Een sterk punt van Bob Peeters is dat hij de spelers met humor kan terechtwijzen en dat als het zo niet gaat, hij ook heel direct kan zijn. De manier waarop we voetballen, is aantrekkelijk en er zit evolutie in, maar hij blijft nuchter en zet zichzelf niet op het voorplan. Sporza tv probeert hem al maanden te strikken voor een van de voetbalprogramma’s maar dat lukte nog altijd niet: zolang het goed gaat, geeft hij er de voorkeur aan dat zijn spelers in de belangstelling komen.”

door christian vandenabeele – beeld michel gouverneur (reporters)

“Bij De Boeck lag het accent meer op collectieve degelijkheid, terwijl Peeters meer de creativiteit van het individu prikkelt.”

Frederik Boi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content