Ruim 300.000 dollar van de 400.000 die de KBVB betaalde voor het WK–oefenduel tegen Costa Rica, is spoorloos. Wie stak het op zak ? De Belgische voetbalbond verdenkt een Argentijn en diende klacht in.

De vriendschappelijke wedstrijd van België tegen Costa Rica op Japanse bodem vlak voor het laatste WK, blijft Germain Landsheere achtervolgen. Alle dossiers van het WK 2002 zijn al weg naar het bondsarchief, op dit ene mapje na. “Omdat ik voel dat er iets niet pluis is”, aldus de penningmeester van de KBVB. “Ik ga dit onderzoeken tot op het bot, en wie gesjoemeld heeft, zal bloeden.” Het gaat niet om de hoge prijs (400.000 dollar, ongeveer evenveel euro) die de KBVB diende te betalen om het Zuid-Amerikaanse land als sparringpartner te krijgen. “Er blijkt wat anders aan de hand te zijn. Ik heb namelijk niet de indruk dat het geld terechtgekomen is waar het had moeten terechtkomen.”

Twee journalisten uit Costa Rica kregen in december lucht van het gesjoemel. Harold Leandro en Ricardo Quiros konden hun ogen niet geloven toen ze via het internet in Sport/Voetbal Magazine lazen dat de Belgische bond zo’n hoog bedrag hadden betaald voor het oefenduel. Vierhonderdduizend dollar was een ongewoon hoge som voor zo’n wedstrijd, oordeelden ze, en ze spraken de voorzitter van hun federatie, Hermes Navarro, er op aan. Die viel uit de lucht. “Wij hebben van de Belgen helemaal geen 400.000 dollar gekregen,” vertelde Navarro aan Leandro, “maar 91.000 dollar als vergoeding voor de wedstrijd en daarnaast ook een vergoeding voor de kosten die we maakten tijdens het verblijf en voor de vlucht naar Kumamoto.”

Waar de rest van de 400.000 dollar dan naartoe is ? “Geen idee”, vertelt Navarro als Sport/VoetbalMagazine hem na herhaaldelijk proberen aan de lijn krijgt. Eerst laat hij zijn secretaresse op de bond steevast zeggen dat hij er niet is, vervolgens mogen zijn dochter en zijn vrouw aan de telefoon thuis komen vertellen dat hij “net wandelen is”, maar bij de vijftiende poging komt Navarro dan toch aan de mobiele telefoon. “Wij hebben gekregen wat afgesproken was,” zegt hij, “ik ben een tevreden man. En de rest onderzoek ik niet, daarvoor moet u zich richten tot de Belgische voetbalbond.”

Tijdens de workshop voor coaches, perswoordvoerders en bondslui die vooraf ging aan het WK, maakte de Belgische delegatie kennis met de Argentijn Guillermo Tofoni van het agentschap World Eleven.. Hij kon oefenwedstrijden regelen tegen een Zuid-Amerikaanse tegenstander, precies wat bondscoach Robert Waseige zocht. De Belgische delegatie bleef contact houden en nadat mogelijkheden met Argentinië en Brazilië in het water waren gevallen, bood Tofoni de Belgen Costa Rica als tegenstander aan. Jan Peeters en Jean-PaulHouben, voorzitter en secretaris-generaal van de KBVB, ondertussen in tijdsnood gekomen, hapten toe. Op 15 april 2002 tekenden twee partijen in Yokohama een akkoord voor een oefenwedstrijd op zondag 26 mei om 14 uur. Van Belgische zijde zetten Peeters en Houben hun krabbel onder het contract, namens Costa Rica tekende Tofoni.

Eigenlijk was hij maar de tussenpersoon, door de Fifa gemachtigd met een licentie voor het organiseren van wedstrijden, maar Guillermo Tofoni legde de Belgen op 15 april in Yokohama een brief voor, getekend door Edwin Mora, lid van het Uitvoerend Comité van de Costa Rican Football Federation en hun delegatieleider in Japan. Daarin bevestigt Mora het akkoord voor de wedstrijd, én dat Tofoni namens zijn voetbalbond het contract mag ondertekenen, én dat hij alle tussen de twee federaties afgesproken bedragen mag innen.

Geen ongewone praktijk, bevestigt Germain Landsheere : het gebeurt vaker dat een tussenpersoon een land vertegenwoordigt en met een volmacht namens die federatie tekent. Het risico bestaat dan wel dat, als je tussenpersoon onbetrouwbaar is, niemand van de federatie – in casu die van Costa Rica – het precieze bedrag te weten komt dat tussen beide partijen is afgesproken. Of dat hier het geval geweest kan zijn ? Landsheere : “Dat is mogelijk, dat weet ik niet.”

In het akkoord tussen de KBVB en Tofoni staat dat het verschuldigde bedrag – 400.000 dollar – in twee schijven betaald moet worden. Landsheere : “Eén schijf moest onmiddellijk worden gestort, een tweede net voor de wedstrijd plaatsvond.” De voetbalbond houdt zich aan dat akkoord en stort op 24 april 2002 225.352,11 euro op een rekening van World Eleven bij de Dresdner Bank AG in New York. (Dat bedrag komt volgens de toen geldende wisselkoersen overeen met 200.000 dollar.) Op 22 mei, vier dagen vóór de wedstrijd, laat Landsheere op dezelfde rekening in New York nog eens 217.391,30 euro storten (opnieuw het equivalent van 200.000 dollar). “Voor mij eindigt hier het verhaal.”

Of toch niet. Vanuit Costa Rica krijgt Landsheere in december een kort vraagje of er wat fout is, maar écht achter hun geld zitten, doen ze daar dus niet. “Ik wil ze desgevraagd een kopie sturen van het contract,” aldus de penningmeester, “maar ze vroegen me dat niet. En sindsdien heb ik niks meer van hen gehoord.”

Als de KBVB 400.000 dollar heeft overgeschreven, maar de Costaricaanse bond zegt slechts 97.000 dollar te hebben ontvangen, waar zit dan de rest van het geld ?

Guillermo Tofoni moet het antwoord kennen, maar hij lijkt voor ons van de aardbodem verdwenen. Zijn gsm beantwoordt hij niet en op zijn kantoor is hij ook nooit te vinden. De secretaresse ontvangt namens hem de boodschappen, zegt dat haar baas zal terugbellen, maar dat doet hij niet.

Harold Leandro van de krant La Nacion kreeg Tofoni wél te pakken. Aan hem vertelde de makelaar eerst dat de Belgische voetbalbond slechts “een waarborg” van 150.000 dollar stortte, “en geen 200.000 dollar”. Later blijft hij ook stom als Leandro opnieuw, na het inwinnen van informatie in België, met hem contact wil opnemen. Veel dieper op de zaak wilde Tofoni in het eerste gesprek niet ingaan. In La Nacion zegt hij : “Ik heb een contract met Fedefut en bespreek mijn zaken niet via de pers. Ik heb deze zaak bovendien niet alleen afgehandeld, er waren aan Belgische kant veel tussenpersonen. Er is mij in geen geval 400.000 dollar betaald.”

Germain Landsheere : “Tussenpersonen ? Wie zijn dat dan ? Dat meneer Tofoni de namen dan geeft, want wij kennen er geen. En er werd wel degelijk twee keer op dezelfde rekening van World Eleven 200.000 dollar overgemaakt.”

Tofoni vindt dat dit een Belgisch probleem is, geen Costaricaans, laat staan het zijne. “De Belgen hebben het bedrag kunstmatig opgetrokken om op die manier belastingen te ontduiken. Ze hebben bovendien interne problemen, die ze naar hier proberen door te schuiven.”

“De voetbalbond van Costa Rica moet niet klagen in dit dossier”, vervolgt Tofoni. “Ze hebben 91.000 dollar gekregen, terwijl een wedstrijd van dat land op de internationale markt maar iets tussen de 40.000 en 50.000 dollar waard is. Dat is toch mooi, neen ? En mijn commissie… Als ik een wedstrijd van Jamaica kan kopen voor 200.000 dollar en ik verkoop ze voor 2 miljoen, dan heb ik toch goed gewerkt, neen ? Wat is daar verkeerd aan ?”

Germain Landsheere, die de deal met Costa Rica destijds al niet goedkeurde en hierover zwaar ruzie maakte met Jan Peeters en Jean-Paul Houben, zal het graag horen.

door Daniel Devos, Peter T’Kint en Roel van den Broeck

‘Wie gesjoemeld heeft, zal bloeden.’ (Germain Landsheere)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content