Met een versterkt middenveld en veel infiltratievermogen kreeg een fris RC Genk afgelopen zaterdag het beduusde Anderlecht in goed tien minuten op de knieën. De kampioen vond aanvankelijk geen antwoord op deze manier van voetballen en keek dertig minuten lang naar de herkenbare en in één tijd uitgevoerde combinaties van de Limburgse club. RC Genk imponeerde in die periode en toonde hoe ver je in dit land kan komen met een fysiek sterk en perfect uitgebalanceerd middenveld. Vooral in die blokvorming zit hem het verschil met vorig seizoen. De onbaatzuchtige werkmier Wim De Decker, die behoorlijk kan voetballen als hij wat ruimte heeft, en de al even onvermoeibare Wouter Vrancken vormen het hart van het elftal en staan model voor de verstandige transferpolitiek die er dit seizoen in het Fenixstadion is gevoerd. Zij dichten bressen, zorgen ook voor de toevoer en duiken als het kan de zestien meter in.

Zo heeft RC Genk afgelopen zaterdag in het Astridpark de macht gegrepen. In een vlaag van bescheidenheid zei de altijd relativerende Hugo Broos dat die eerste plaats een detail is, maar de trainer moet zelden zo gelukkig zijn geweest als op dat moment. Hugo Broos begon in uiterst moeilijke omstandigheden aan zijn tweede seizoen in Genk en lag door zijn ogenschijnlijk gebrek aan vuur intern onder vuur. Het heette toen ook dat RC Genk niet echt over een groep beschikte die aan mekaar klitte. Maar resultaten blijven het enige wondermiddel in het voetbal : afgelopen zaterdag loofde Hugo Broos de mentaliteit van zijn ploeg en spraken insiders over een zelden geziene groepsgeest. Het nog in de zomer geuite voorbehoud over Hugo Broos is weggewaaid.

Natuurlijk is het de verdienste van Hugo Broos dat hij de juiste spelers op de juiste plaats heeft gezet. Hij stapt in uitwedstrijden wel af van het door hem zo geïdealiseerde 4-4-2-concept, maar het is ongetwijfeld een groot wapen dat deze ploeg probleemloos tactisch kan variëren. In feite begon Broos met een totaal nieuwe ploeg aan deze competitie, ook al stonden er zaterdag door de blessure van Ivan Bosnjak met verdediger Jean-Philippe Caillet, Wim De Decker en Wouter Vrancken slechts drie nieuwe spelers op het veld. Van alle basispelers is Kevin Vandenbergh de enige die vorig seizoen meer dan twintig competitiematchen speelde. Doelman Logan Bailly kwam nooit van de bank, Hans Cornelis en Thomas Chatelle waren langdurig geblesseerd, Eric Matoukou en Tom Soetaers bleken geen certitudes en Sebastien Poccognoli brak pas op het einde van het seizoen door.

Opmerkelijk snel zijn er nieuwe patronen gevonden. De dodelijke efficiency van de spitsen is daarbij een grote troef : Kevin Vandenbergh, Ivan Bosnjak en de zaterdag perfect ingevallen Goran Ljubojevic maakten elf van de negentien Genkse doelpunten. Op Anderlecht werd er afgewerkt aan honderd procent. Stabiliteit is het absolute sleutelwoord bij RC Genk, dat evenveel punten haalde buitenshuis als in eigen stadion en op verplaatsing zelfs drie keer meer scoorde. Een zeldzaam gegeven.

Er hangt dit seizoen een opmerkelijke rust rond RC Genk. Voorbij is de tijd dat Jos Vaessen zich telkens weer verbaal vergaloppeerde en in de groep een druk legde waarmee die niet kon omgaan. De nieuwe voorzitter, Harry Lemmens, valt in het andere uiterste en legt geen verklaringen af. In de nieuwe sfeer rond RC Genk houdt ook technisch directeur Willy Reynders zich op de achtergrond. Dat mag dan bij zijn functie horen, in zijn enthousiasme is Reynders altijd een man geweest die het hart op de tong draagt.

RC Genk houdt ook na de triomf op Anderlecht de voeten stevig op de grond en durft hooguit spreken over een Europees ticket. Maar het is duidelijk dat de huidige successen een stevig fundament vormen om de club verder uit te bouwen. Juist van die ontwikkeling op lange termijn heeft Jos Vaessen via tal van projecten een prioriteit gemaakt. In alle stilte.

DOOR JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content