Vanavond staat de terugwedstrijd tussen Juventus en Liverpool op het programma in het kampioenenbal. Een confrontatie die, net als bij de heenmatch vorige week, oude wonden weer openhaalt en pijnlijke souvenirs opdiept.

Het lot neemt soms vreemde wendingen : terwijl men stilletjes enkele voorbereidingen trof om de twintigste verjaardag van het Heizeldrama te herdenken, toverden de Uefa-bobo’s een knalaffiche in de kwartfinale van de Champions League uit de urne. Liverpool û Juventus. Het was van de zo noodlottige 29 mei 1985 geleden dat beide Europese grootheden tegenover elkaar stonden. Samen met de ploeg evolueerde ook de supportersaanhang van beide clubs, maar de tragedie van toen blijft in het collectieve geheugen gegrift.

Vooral in Liverpool (zowel de club als de stad) laat men niet na te benadrukken welke historische functie het Heizeldrama heeft. De pijnlijke herinnering moet levendig gehouden worden om dergelijke tragedies in de toekomst te vermijden. “De feiten dateren al van enige tijd geleden, maar dit zijn nu eenmaal zaken die je niet kan vergeten”, herhaalde Rick Parry, uitvoerend directeur van Liverpool, al meermaals. “We hebben in het verleden al enkele malen getracht een vriendschappelijke herdenkpartij te organiseren tegen Juventus, maar telkens kwam er iets tussen. Toch kan ik alleen maar zeggen dat de relatie tussen de supportersclans en de twee clubs prima is.”

Meteen na de loting liet Liverpool weten dat het deze kwartfinale wilde aangrijpen om het verlies van de 39 dodelijke slachtoffers en de 600 gewonden te herdenken. Het woord ’tragedie’ rolde daarbij vele malen over de lippen. Je kan er niet omheen dat het Heizeldrama in en rond Liverpool een diepe wonde in het rode hart van de bevolking heeft geslagen. Om zijn goede wil te tonen ontplooide het clubbestuur een ware sensibiliseringscampagne onder de hondstrouwe aanhang met als leidmotief de verbroedering tussen beide partijen. De media vlogen gretig mee op die emotionele vlucht. Zo verscheen er in de Liverpool Echo in grote letters ‘ We’re sorry‘ onder de 39 namen van de supporters die 19 mei 1985 niet overleefden. In navolging van hun bestuur namen supportersverenigingen van beide clubs gelijkaardige initiatieven tot samenhorigheid.

Voorbeelden ? Burgemeester Clir Frank Roderick en de Italiaanse consul Nunzia Bertali begaven zich naar de plaatselijke luchthaven om de eerste twee chartervliegtuigen die de Juvesupporters vervoerden hartelijk te verwelkomen. Beide heren droegen een T-shirt met ‘ Benvenuti‘ op. Er vond ook een vriendschappelijke wedstrijd tussen de supporters van Juventus en Liverpool plaats op het terrein van de clubacademie. Het toerismebureau op Queen Square, hartje Liverpool, was voor de gelegenheid gedrapeerd in zwart-witte kleuren.

De avond van de wedstrijd kregen alle Italiaanse tifosi een krantje (in het Italiaans) toegestopt met daarin onder andere een emotionele boodschap van Ian Rush, die eens te meer zijn excuses aanbood : ‘ We’re sorry. You never walk alone.‘ Aan de fans van de Oude Dame werden polsbandjes uitgedeeld in rode, zwarte en witte kleuren (de kleuren van beide teams) met daarin het opschrift ‘ friendship û amicizia‘ gegraveerd. Uiteraard mocht hier en daar ook de marketingcel van Liverpool een graantje meepikken. Zo kon je sjaals kopen, voor de helft in rood-wit en voor de andere helft in wit-zwart (9 euro).

Laten we de financiële zaakjes weer even buiten beschouwing, dan denken we voornamelijk aan het spandoek dat net voor de aftrap van de match van het Liverpoolvak naar het vak van de Juventusfans werd doorgegeven. Op het spandoek stonden de 39 namen van de slachtoffers van het Heizeldrama, plus de woorden memoria e amicizia. De oud-spelers Phil Neal, Michel Platini en Ian Rush draafden het veld op met het embleem van beide clubs in de handen. Helaas sorteerden die initiatieven niet het verhoopte effect. Het handgeklap bleef opvallend discreet.

Misschien was de keuze voor Phil Neal wel niet zo gelukkig : de ex-kapitein van de Reds ligt immers al een tijdje niet meer zo goed bij de supporters. Volgens de krant The Observer wilde Neal voor de wedstrijd geen interviews geven, tenzij hij ervoor betaald werd. Hij zei zelfs letterlijk : “Ik ben die avond vrijwel helemaal vergeten. Het was een ware beproeving, waarom zou ik jullie daar dan mee helpen ?” Op de website van Liverpool bleven de verontwaardigde reacties niet lang uit.

Nog sterker : op maandagavond was Neal uitgenodigd op een meeting met de Italiaanse pers in St John’s Beacon, een zetel van Radio City. De voormalige verdediger daagde niet op en zijn vertegenwoordigers meldden doodleuk dat hij op een andere meeting aanwezig was. Als je dan ook nog eens weet dat Neal in september 2000 zonder schroom zijn medaille van in 1985 verkocht voor een slordige 4500 euro, kan je je de vraag stellen of het wel zo’n slimme zet was uitgerekend hém te vragen voor zulke emotionele herinneringstaferelen.

Over Platini waren de meningen al niet veel positiever. Iedereen kan zich nog de beelden voor de geest halen waarop de Fransman zijn omgezette strafschop uitbundig vierde. In eerste instantie beweerde Platini dat hij tijdens de wedstrijd niet op de hoogte was van de ware tragedie die zich voor de aftrap had voorgedaan. Maar hij werd daarin later tegengesproken door zijn eigen ploegmaats : toen de spelers het veld opliepen, wisten ze wel degelijk wat er gebeurd was. Nog later, gevraagd naar zijn emoties tijdens die gewraakte wedstrijd, verklaarde de middenvelder dat er die avond iets ‘was gestorven’ binnen in hem. Een ongelukkige uitspraak ten opzichte van zij die daar echt het leven verloren. Beter had hij zich gehouden aan het discours dat hij aan zijn ploegmaats meegaf toen ze het veld betraden : “In het circus komen de clowns pas op wanneer de trapezist gestorven is. Wij zijn geen clowns, denk ik, maar de omstandigheden zijn dezelfde.”

Nu Platini het voorzitterschap van de Uefa ambieert, veranderde hij zijn uitleg : “Eenmaal terug in Turijn voelde ik mij bijzonder slecht. Het was een moeilijke periode en twee dagen na de match ben ik naar Brussel teruggekeerd om er de gewonden te bezoeken. Die dag knapte er iets in mij : ik speelde geen voetbal om 39 mensen te zien sterven in een stadion.”

De geladen wedstrijd van vorige week werd bijgewoond door 41.216 toeschouwers, onder hen 3000 supporters van Juventus. Dat er geen enkel incident te noteren viel, was in grote mate te danken aan de indrukwekkende ordetroepen die op de been waren. Want spanning was er genoeg. De ongemakkelijkheden begonnen bij aankomst van het tweede vliegtuig met Juvefans. Een honderdtal heethoofden stapte uit het vliegtuig terwijl ze provocerende liederen zongen. ‘Wij haten Liverpool’, viel er te horen. Ze forceerden zich hardhandig een weg voorbij de paspoortcontroles, waarna de politie hen een halt toeriep.

Anderen begaven zich tussen 15 uur en 16 uur naar de dokken, waar ze enkele Liverpoolfans uitdaagden met spreekkoren die aan de tragedie van Hillsborough herinnerden. Op 15 april 1989 werden in Hillsborough 96 toeschouwers verpletterd tegen de omheiningen toen een menigte van 2000 mensen de ingang probeerde te forceren in het stadion van Sheffield, waar de halve finale in de FA cup tussen Liverpool en Nottingham Forest plaatsvond. Ook bij dit incident op de dokken was de politie tijdig ter plekke om verdere onlusten te vermijden.

Waarschijnlijk waren het dezelfde onruststokers die een uur voor de aftrap herhaaldelijk ‘ Liverpool, Liverpool va fan culo’(onnodig te vertalen) of ‘ English animals‘ scandeerden. Ongetwijfeld moet je onder hen ook de toeschouwers zoeken die hun rug naar het volk keerden toen het grote spandoek van broederschap hun richting uitkwam. Bepaalde ‘supporters’ floten bovendien de Liverpoolaanhang uit toen die hun bekende en pakkende You’ll Never Walk Alone zongen. En tijdens de minuut stilte ter nagedachtenis van de net overleden paus Johannes-Paulus II herhaalden die paar Italianen hetzelfde schandelijke gedrag.

Over die minuut stilte viel er overigens wel meer onenigheid te rapen. Het bestuur van Liverpool FC liet verstaan dat het met de hulp van Juventus bij de Uefa een minuut stilte voor de slachtoffers van het Heizeldrama had bekomen. Groot was dan ook de verbazing bij het publiek toen de stadionomroeper in het Italiaans meedeelde dat de minuut stilte zou uitgaan naar het overlijden van de paus.

Het wansmakelijke en onsportieve gedrag van een deel van de Juventussupporters choqueerde niet alleen de Engelsen, ook het Turijnse clubbestuur liet daags nadien onmiddellijk zijn afkeuren blijken. Toch is de Turijnse directie niet vrij van alle kritiek. Na het winnen van de intercontinentale cup in 1985 verklaarde het toenmalige bestuur dat “Brussel uitgewist was”. Nochtans ligt de gruwel van het Heizeldrama nog steeds in het collectieve geheugen verankerd.

Vorige dinsdag, vlak voor de heenwedstrijd, had het Juventusbestuur nog steeds geen enkele actie voorbereid om de herdenking in de spotlights te zetten. Net voor de wedstrijd ontmoetten afvaardigingen van beide teams elkaar om eens op een rijtje te zetten wat er in het kader van de terugwedstrijd op poten kon worden gezet. Op de vraag wat er in grote lijnen uit de bespreking voortkwam, snauwde de Italiaanse persverantwoordelijke dat “die beslissing in principe vrijdag wordt genomen”.

Bij gebrek aan initiatieven opperden enkele Britse dagbladen al dat het misschien raadzaam zou zijn dat de Engelse voetbalfans uit het Stadio delle Alpi wegbleven. Vooral wanneer je tegelijkertijd op Channel Four enkele fans van de Reds aan het woord hoort die beweren dat ze tickets voor de terugwedstrijd bemachtigden, maar dan in het vak van de lokale fans. Aan Italiaanse zijde houdt men ondertussen niet op te onderstrepen dat het een paradoxaal gevolg is van de match in 1985 dat de schande van Brussel al meer het belang gediend heeft van de Engelsen dan van de Italianen. Meer van de agressors dan van de slachtoffers.

Terwijl ze in Engeland gepast reageerden door draconische veiligheidsmaatregelen te treffen voor de geladen heenwedstrijd en overal in de stad op elk incident anticipeerden, hullen ze zich in Turijn nog altijd liever in zelfmedelijden. Het bestrijden van hooliganisme blijft in de Zuiderse laars al sinds jaar en dag een lacune in de wetgeving.

Nicolas Ribaudo

Volgens The Observer wilde Phil Neal geen interviews geven, tenzij hij ervoor betaald werd.

Vorige dinsdag had het Juventusbestuur nog steeds geen enkele actie voorbereid om de herdenking in de spotlights te zetten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content